Een 45-jarige man uit Almelo is woensdag door het gerechtshof veroordeeld tot negen jaar cel. De man wurgde zijn vriendin na een ruzie en liet haar lichaam achter in een auto op een parkeerplaats bij het ziekenhuis in Almelo. Floris van V. zou haar in een waas gedood hebben, zo zei hij zelf. Hij kreeg ruzie met zijn vriendin Sandra Rozeman in de nacht van 14 op 15 september 2021 omdat er een nieuwe man in haar leven was gekomen. Hij wurgde haar, plaatste plastic zakken over haar hoofd en sloeg met een honkbalknuppel in op haar gezicht.
Behalve problemen in de relatie waren er ook veel ruzies over coronavaccinaties. Floris mocht naar eigen zeggen van Sandra niet meer omgaan met mensen die gevaccineerd waren. Daarom kon hij niet meer oefenen en optreden met zijn muziekband. Daar bovenop kwam dat Sandra een affaire had met een andere man. In het weekend voor de fatale dag betrapte Floris zijn vriendin met haar minnaar in bed.
Van V. werd in juni 2022 tot twaalf jaar cel veroordeeld en ging in beroep. Het gerechtshof kwam tot een lagere celstraf dan de rechtbank in Almelo. Uit nieuwe psychologische rapporten blijkt dat Van V. een zwaardere geestelijke stoornis heeft dan eerder gedacht. Daarom moet hij na afloop van zijn celstraf een behandeling ondergaan.
Na het doden van zijn vriendin wikkelde hij haar lichaam in zeil en plaatste het in de achterbak van de auto. Vervolgens reed hij twee uur rond met het idee het lichaam in een bos of in het water achter te laten. Uiteindelijk parkeerde hij de auto bij het ziekenhuis in Almelo. In het ziekenhuis bekende hij het doden van zijn vriendin. Daarna werd het ernstig toegetakelde lichaam van de vrouw op zijn aanwijzingen gevonden. De advocaat van Van V. vroeg om vrijspraak voor het wegmaken van het lichaam, omdat hij nooit de bedoeling had de doodsoorzaak te verhullen.
Het gerechtshof is het daar niet mee eens. Door het lichaam in zeil te verpakken en in de kofferbak te gooien, heeft hij het lichaam al verborgen gehouden. Het hof noemde de gewelddadige dood ingrijpend voor de nabestaanden. Een deel van hen was ook aanwezig bij de uitspraak. "Bij het zien van bloed of een honkbalknuppel zie ik steeds het kapotgeslagen gezicht van mama voor me", zei een van de kinderen van het slachtoffer tijdens de behandeling van het hoger beroep begin november. Het Openbaar Ministerie had tien jaar cel en een behandeling geëist.