Meer dan 11 miljoen euro reserveert de gemeente Enschede dit jaar voor nieuwe verkeersplannen. Er wordt onder meer werk gemaakt van een volwaardige aansluiting van Glanerbrug op de N35 en de verbetering van de doorstroming op de singels. Maar het meeste geld gaat naar de fiets.
Met name de realisatie van een nieuwe fietsbrug slurpt een groot deel van het beschikbare geld op. Het college stelt de gemeenteraad voor om een brug te bouwen aan de Keppelerdijk, zodat fietsers tussen Glanerbrug en Enschede veilig de Oostweg kunnen oversteken. Nu ligt er op het kruispunt nog een rotonde.
De komst van de fietsbrug aan de Keppelerdijk zal ook de doorstroming voor het autoverkeer op de Oostweg verbeteren. De Oostweg is, behalve de Amtsvennweg in Gronau, de enige ontsluiting van Glanerbrug op de N35. Er wordt onderzoek gedaan naar een tweede ontsluiting voor Glanerbrug (mogelijk de Aamsveenweg) of een ongelijkvloerse kruising van de N35/Oostweg om de doorstroming verder te verbeteren.
Al met al kosten de werkzaamheden en onderzoeken aan de Oostweg en de Keppelerdijk de gemeente 5,6 miljoen euro. Daarbovenop hoopt de gemeente nog op een provinciale subsidie om de fietsbrug deels te kunnen bekostigen.
De fiets blijft het belangrijkste onderdeel in de verkeersplannen van 'Enschede Fietsstad'. Behalve de fietsbrug aan de Keppelerdijk, wil de gemeente dit jaar ook werk maken van nieuwe fietsstraten. Ook hiervoor gaat de Keppelerdijk (tussen Zuid Esmarkerrondweg en de Oostweg) op de schop.
Ook de Perikweg op het Hogeland wordt omgetoverd tot fietsstraat. Tenslotte wordt het tracé van fietssnelweg F35 uitgebreid met het traject over de Oosterstraat, tussen de Noord Esmarkerrondweg en de Telgendijk. Deze projecten worden dit jaar opgestart, maar over meerdere jaren uitgerold.
Nieuw in het Enschedese verkeersbeleid zijn zogeheten 'mobiliteitshubs'. Dat zijn verzamelpunten waar deelscooters, (elektrische) deelfietsen en deelauto's kunnen worden geparkeerd. Behalve dat er zo centraal gelegen en herkenbare locaties zijn van waaruit inwoners hun reis kunnen voortzetten, moet dit ook een oplossing zijn in het tegenaan van parkeeroverlast van het deelvervoer.
Een eerste 'hub' zal er moeten komen op Kennispark Twente, het gebied tussen de Grolsch Veste en de campus van de Universiteit Twente. De bedoeling is dat er daarna meerdere verzamelpunten over de stad verspreid worden. Het college wil jaarlijks een miljoen euro vrijmaken voor de realisatie van de 'hubs'.
Een langgekoesterde wens, een P+R-terrein (Park and Ride) aan de noordelijke kant van de stad, gaat mogelijk ook in vervulling. Er wordt dit jaar in ieder geval een onderzoek uitgevoerd naar de haalbaarheid en de locatie van zo'n terrein. Enschede heeft op dit moment één P+R-terrein, aan de Zuiderval. Binnenstadbezoekers kunnen er hun auto parkeren en van daaruit met de bus verder.
De auto speelt in het Enschedese verkeersplan een ondergeschikte rol. Wel wordt de doorstroming op alle singels onder de loep genomen. Eerder is zo'n onderzoek al uitgevoerd voor de noordelijke singels, waar het dagelijks tijdens de spits erg druk is. Door een betere afstemming van de verkeerslichten hoopt de gemeente de doorstroming te verbeteren.
Specifieke aandacht is er voor Enschede-Noord. Mede door de drukte op de singels, verkiezen veel automobilisten de sluiproute via de Roessinghbleekweg (tussen Hengelosestraat en Deurningerstraat). Dit zorgt voor voor overlast in de wijken Walhof-Roessingh en Bolhaar. Het probleem is al jaren bekend, maar een veelbesproken rondweg tussen de UT en de Weerseloseweg (N737) gaat er niet komen.
De gemeente Enschede vraagt nu inwoners om mee te denken over 'praktische oplossingen' voor de verkeersoverlast in Walhof-Roessingh en Bolhaar. "Er stroomt veel verkeer door de wijken. En er zal veel verkeer door de wijken blijven stromen", aldus stadsdeelwethouder Jeroen Diepemaat. "Om de problematiek op te lossen zijn enkel verkeerskundige oplossingen onvoldoende."
Wie een suggestie wil aandragen kan dat doen via een speciale pagina op de website van de gemeente.