Wie een slechte naam heeft, komt daar moeilijk vanaf. Dat geldt ook voor woonwijken. De Enschedese Wesselerbrink - in de volksmond ook weleens Wesselerbronx genoemd - is zo’n wijk. Maar wie in de wijk duikt, ontdekt dat het er veel beter toeven is dan die naam doet vermoeden
Jazeker: de Wesselerbrink kampt met de nodige problemen. Zoals talloze grotere buitenwijken van steden in het hele land. Dat zal geen Wesselebrinker ontkennen. Maar het is er bij lange na niet zo onveilig en obscuur als de verhalen van incidenten doen geloven. En de verbindingen tussen de zeer actieve wijkraad, de politie, hulpverleners, gemeente en ondernemers zijn sterk. Misschien wel sterker dan waar ook in de stad.
Tekenend daarvoor is de manier waarop al die partijen over elkaar spreken; de waardering over en weer is groot. Wij hebben in onze - kritische - rondgang alleen maar lof gehoord. Als dat beeld klopt, dan heeft de Wesselerbrink een cruciaal instrument in handen om ervoor te zorgen dat de problemen die de wijk kent te tackelen. “De Wesselerbrink is een dorp op zich,” zeiden verschillende vertegenwoordigers van bewoners en instanties tegen ons. Met het vanzelfsprekende noaberschap dat daarbij hoort.
Wijkcentrum De Magneet is zo’n plek waar dat heel tastbaar wordt. Drie jaar geleden zou de deur op slot; het gemeentelijke Vastgoedbedrijf vond het pand niet meer rendabel. De gezamenlijke inspanning van bewoners, stadsdeel en stadsdeelwethouder Arjan Kampman voorkwam sluiting.
Nu houdt dat stadsdeel er kantoor, is er een goed-bezocht spreekuur van de Wijkwijzer en fungeert het als uitvalsbasis voor wijkagent Yusuf Oztas. Onder meer. De lijntjes zijn kort. Als er iets aan de knikker is, wordt er meteen gehandeld. Stadsdeelmanager Timo Keuken, maar ook Kampman, zijn zo overtuigd dat zij per se een dergelijke plek willen in die andere zuidwijk: de Helmerhoek.
Nog een voorbeeld: de zeventig ondernemers van Winkelcentrum Zuid doen er van alles aan om van hun domein een plek te maken waar wijkbewoners elkaar ontmoeten. En dat lukt. De eet- en koffiehoekjes kennen vaste bezoekers, die elkaar vrijwel elke dag opzoeken. Maar de winkeliers investeren ook buiten het eigen erf. Vanuit de gedachte: als het goed gaat met de wijk, is dat ook goed voor ons.
Zo werkten die winkeliers mee aan de dementie-vriendelijke oversteekplaats - een initiatief van met name De Posten en de wijkraad - en lapten zij een fors deel van de centen voor een nieuwe pomp voor de fontein in het park. De stroom ervoor wordt geleverd door zonnepanelen op het winkelcentrumdak.
Het zijn precies die samenwerkingsverbanden die ervoor zorgen dat de Wesselerbrink niet de probleemwijk is en wordt, zoals met enige regelmaat afgeschilderd in de media of in verontrustende berichten van politici. Tegelijkertijd tekent dat ook de kwetsbaarheid: het hangt aan elkaar van vrijwilligerswerk en de goodwill van professionals.
De cijfers bevestigen het beeld van een sociaal-economisch zwakke wijk met buurten die tot de armste van Enschede behoren, die desondanks echt niet afglijdt naar de status van getto. Er zijn plekken zat in een toch al relatief veilige stad - volgens de cijfers - waar de gemiddelde inwoner veel vaker wordt geconfronteerd met de uitwassen van ontspoord gedrag en criminaliteit.