Dagelijks rijden er zo'n twintig goederentreinen door Hengelo. Een klein deel van deze wagons vervoert gevaarlijke stoffen. Hoe veilig is het transport over het spoor? Wij vroegen het Marius Vastert, adviseur externe veiligheid bij Brandweer Twente.
Je ziet ze wel eens voorbijkomen; goederentreinen met flinke ketelwagons. De treinen rijden over de spoordijk door Hengelo richting de Duitse grens bij Oldenzaal. Sommige bewoners die langs het spoor wonen maken zich zorgen over deze ketelwagons. Je moet er niet aan denken dat er iets misgaat. Moeten wij ons zorgen maken?
Volgens Marius Vastert van Brandweer Twente is de kans dat een ongeval met grote gevolgen gebeurt in Hengelo klein, maar is het belangrijk om goed voorbereid te zijn. “Wij als brandweer zijn goed voorbereid op incidenten met gevaarlijke stoffen. We zijn snel ter plaatse en kunnen dan direct optreden. Mocht er iets gebeuren, dan schalen wij gelijk op en kunnen dan al snel de eerste klap uitdelen”, zegt Vastert.
Het aantal goederentreinen dat dagelijks door Hengelo dendert, is de laatste jaren flink gestegen. Sinds 2011 is het aantal zelfs verdubbeld. Dit zorgt bij sommige omwonenden voor overlast. In dit dossier onderzoekt 1Twente welk effect de goederentrein heeft op de stad.
De meeste gevaarlijke stoffen worden via ondergrondse buizen en de binnenvaart vervoerd. In mindere mate wordt dit ook via de weg en het spoor gedaan. Via het spoor wordt het grootste deel van de gevaarlijke stoffen vervoerd via de Betuweroute. Een deel van de gevaarlijke stoffen wordt ook via het Twentse spoornet vervoerd.
Volgens de cijfers van ProRail worden er voornamelijk brandbare gassen en vloeistoffen vervoerd. In totaal zijn er vorig jaar 9242 wagons met gevaarlijke stoffen door Hengelo gereden. Daarvan waren er 2693 ketelwagons en 6549 kleinere soorten wagons. In 2016 waren dat er veel meer, toen reden er ruim vijftienduizend wagons met gevaarlijke stoffen door Hengelo.
(Tekst gaat verder onder foto)
Maar weet de brandweer wat er allemaal in die ketelwagons zit? De lijsten van de treinsamenstelling zijn bekend bij ProRail. “De meldkamer van ProRail is goed verbonden met de meldkamer van de brandweer. Met één druk op de knop wordt de lijst opgestuurd. Daarnaast zitten er oranje borden op de wagons, waaruit wij in één oogopslag kunnen zien welke stoffen er in de wagon zit.”
Op basis van de soorten stoffen, is de brandweer voorbereid op drie verschillende scenario's: dit is een zogenaamde plasbrand, een explosie met brandbare gassen en incidenten met het vrijkomen van een giftige stof. De scenario's worden dan ook veelvuldig geoefend en vergen allemaal een andere aanpak. “Iedereen binnen de brandweer oefent met het spoor. Dit kan een theorieavond zijn of via een maquettetraining, maar we oefenen ook regelmatig bij het spoor”, zegt Vastert.
Het is volgens de brandweerman dan ook belangrijk om regelmatig een kijkje te nemen bij het spoor: “Je kijkt dan bijvoorbeeld hoe de toegangsdeuren opengaan en kijkt waar de bluswatervoorzieningen zijn. Langs het spoor heb je verschillende brandkranen waar gebruikt van gemaakt kan worden. Daarnaast kunnen wij tot op drie kilometer van het incident water halen. Lokale kennis is ontzettend van belang.” De gemeente is verantwoordelijk voor aanleg van de bluswatervoorziening. De brandweer kijkt altijd mee waar bluswatervoorziening eventueel verbetert kan worden.
Ook wordt de kans op een ongeval kleiner door veiligheidsmaatregelen die vervoersorganisaties nemen. Zo is er in 2012 een convenant afgesproken om de treinen zogenaamd ‘BLEVE-vrij’ te maken. Dit wil zeggen dat goederentreinen zo worden samengesteld dat wagons met brandbare gassen en brandbare vloeistoffen niet achter elkaar gezet kunnen worden. Hierdoor wordt het risico op een explosie met een brandbaar gas (een zogenaamde BLEVE) aanzienlijk minder. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) houdt hier toezicht op.
In Nederland wordt steeds meer gebouwd, ook langs het spoor. Bij elk bestemmingsplan zit een advies bij van de brandweer. Het liefst ziet de brandweer dat groepen mensen, die niet zelfredzaam zijn, niet dichtbij het spoor wonen. De brandweer adviseert hierbij om functies met niet zelfredzame personen in de spoorzone uit te sluiten. Ouderen blijven echter steeds langer thuis wonen. Gemeenten moeten volgens Vastert hier goed rekening mee houden: “Zorg er dan voor dat je van van het spoor af vlucht. En realiseer dat vluchten, als schuilen geen optie is, uit hoogbouw meer tijd kost. Zo blijf je van de risicobron weg”, aldus Vastert.
(Tekst gaat verder onder foto)
Volgens Vastert is zelfredzaamheid van inwoners die langs het spoor wonen dan ook ontzettend belangrijk. De Veiligheidsregio Twente heeft een kaart gemaakt met informatie over hoe te handelen bij incidenten met gevaarlijke stoffen. “Het is erg belangrijk om deze van tevoren door te lezen, want tijdens een incident heb je daar geen tijd voor.” De meterkastkaart is op te vragen bij de brandweer en de veiligheidsregio.