Ze erkent dat ze onder één dak heeft gewoond met een jezidi-vrouw, maar terreurverdachte Hasna A. (31) uit Hengelo ontkent dat ze haar heeft gebruikt als slaaf. Tot nog toe had Hasna zich stelselmatig beroepen op haar zwijgrecht, maar speciaal ten aanzien van de beschuldiging van slavernij en uitbuiting heeft ze haar advocaten opdracht gegeven dit met klem te ontkennen. "Mijn cliënt heeft nooit één opdracht gegeven", aldus haar raadsman Hendrik de Boer.
Hasna A. moest zich dinsdag aan het eind van de middag voor de rechter verantwoorden. Niet alleen voor lidmaatschap van terreurbeweging IS, maar ook voor het uitbuiten van een jezidi-vrouw. Volgens het OM had Hasna de vrouw gebruikt als slaaf. Zo moest de jezidi-vrouw volgens justitie Hasna's kind verzorgen, schoonmaken en voor het gezin koken.
Het vermoedelijke slachtoffer - dat voor haar veiligheid de codenaam Z. had gekregen - verklaarde dat ze weliswaar nooit is geslagen, maar dat ze tot die werkzaamheden werd gedwongen.
Hasna had daarmee een twijfelachtige primeur. Want van de in totaal twaalf IS-dames die dinsdag en gisteren terechtstonden, was zij de enige die wordt verdacht van een misdrijf gepleegd tegen jezidi's. Deze Koerdische minderheid was ten tijde van het IS-bewind z'n leven niet zeker.
Hasna wordt daarmee als enige een 'internationaal misdrijf' ten laste gelegd. Op slavernij kan in het uiterste geval een levenslange gevangenisstraf worden opgelegd.
De ROC van Twente-studente Hasna werd in 2015 landelijk nieuws toen ze vanuit haar flatje aan de Rossinistraat in Hengelo vanuit het niets ineens verdween naar IS-gebied. De schok werd nog groter toen bleek dat de geradicaliseerde Hasna haar destijds vier jaar oude verstandelijk gehandicapte zoontje Noureddine had meegenomen naar oorlogsgebied.
Totdat ze vorig jaar door het Nederlandse kabinet samen met andere IS-bruiden vanuit een gevangenkamp in Syrië werd teruggehaald naar Nederland, verbleef Hasna bij haar man in het Syrische deel van het kalifaat, het 'beloofde land' waar de wrede leer van IS werd verkondigd.
Volgens haar raadsman Hendrik de Boer woonde Hasna's echtgenoot al in het huis op het moment dat de oud-Hengelose er bij in trok. De echtgenoot woonde daar toen al met een kennis. Het was deze kennis die de jezidi-vrouw allerlei werkzaamheden zou hebben laten uitvoeren.
Als de jezidi-vrouw al werd gedwongen om bepaalde taken in het huishouden uit te voeren, dan was dat in ieder geval niet op commando van Hasna, benadrukt advocaat De Boer. Hij voert samen met kantoorgenoot André Seebregts de verdediging van de oud-Hengelose.
Dat ze wordt verdacht van lidmaatschap van IS daar keek Hasna volgens haar advocaat niet van op. "Een dergelijke verdenking is er vaak alleen al bij vertrek naar dat gebied. Maar er is geen enkele aanwijzing dat mijn cliënt actief aan terroristische acties heeft deelgenomen. Waar mijn cliënt echter vooral van is geschrokken, is dat ze wordt verdacht van uitbuiting van de jezidi-vrouw. Dat vindt ze heel erg. Tot aan de rechtszitting van dinsdag heeft ze zich altijd op haar zwijgrecht beroepen, maar speciaal ten aanzien van deze verdenking heeft ze ons als advocaten opdracht gegeven dit namens haar met klem te ontkennen."
Hasna woonde volgens haar advocaat circa een maand lang in het huis, waar ook de jezidi-vrouw werd vastgehouden.
Hasna zelf liet dinsdagmiddag tijdens de rechtszaak verstek gaan en koos ervoor om in haar cel in de speciale afdeling van de penitentiaire inrichting in Zwolle te blijven.
Advocaat De Boer en zijn kantoorgenoot Seebregts hebben de rechtbank verzocht om de jezidi-vrouw te mogen ondervragen. Het Openbaar Ministerie heeft daar geen bezwaar tegen. Onduidelijk is nog hoe dat in z'n werk zal gaan. "We weten niet waar ze verblijft. Het kan dus zijn dat we daarvoor naar het buitenland moeten, maar dat weten we nu nog niet", aldus De Boer.
Na haar vertrek destijds vanuit Hengelo kreeg Hasna nog twee dochters. Bij andere teruggehaalde IS-bruiden is het zo dat hun kroost via de Raad voor de Kinderbescherming bij diverse instellingen in Nederland is ondergebracht.
Haar raadsman zegt geen mededelingen te willen doen over de kinderen van Hasna. "Niet alleen omdat ik niet weet hoe dat precies zit, maar ook omdat ik vind dat dat onder de privacy valt." Dat is ook de reden waarom de strafpleiter niet wil ingaan op de vraag of Hasna inmiddels weer contact heeft met haar vader Saïd.
De vader was destijds radeloos na het onaangekondigde vertrek van zijn dochter. Niet alleen omdat hij zich grote zorgen maakte over haar welzijn, maar vooral ook over de situatie rond zijn gehandicapte kleinzoontje.
De strafzaak tegen Hasna A. gaat 25 april verder. Om praktische reden werd de zitting van dinsdag gehouden bij de rechtbank in Rotterdam, maar omdat het om een internationaal misdrijf gaat, heeft de volgende zitting plaats bij de rechtbank in Den Haag.
De zaak wordt dan nog niet inhoudelijk behandeld. Onduidelijk is of Hasna er dan wel bij zal zijn. "Dat is nog iets wat we met haar moeten overleggen", aldus haar advocaat.