Twentse organisaties bezorgd over hulpverlening na aardbeving in Turkije: 'Er zijn nú professionals nodig'

Woensdagavond vertrokken drie vrachtwagens vol ingezamelde goederen richting het grensgebied van Turkije en Syrië. Daar had in de nacht van zondag op maandag een zware aardbeving plaats, met een enorme ravage tot gevolg. Het officiële dodental is inmiddels al opgelopen tot boven de 21.000.

Vier zelforganisaties

Voor veel Tukkers van Turkse komaf komt de aardbeving heel dichtbij. "Ik denk dat wel 60 procent van alle Turken in deze regio van oorsprong afkomstig is uit dit deel van Turkije", zegt Murat Seçkin van de alevitische vereniging PSA-Der in Enschede. Woensdagavond hield zijn vereniging samen met drie andere zelforganisaties (SDO uit Enschede, ATiB uit Almelo en TAAB uit Hengelo) een bijeenkomst in het SDO-gebouw aan Hoog en Droog.

Burgemeester Roelof Bleker was daar bij. De impact van de ramp in Zuidoost-Turkije binnen de organisaties is groot, bleek ook tijdens deze bijeenkomst. Bijna iedereen heeft vrienden of familie in het rampgebied wonen. In sommige gevallen is er nog sprake van vermiste bekenden, een van de aanwezige mannen is acht familieleden verloren. Bleker hoorde de persoonlijke verhalen met medeleven aan.

Hulptransporten

Enschede doneert, net als Almelo en inmiddels ook Hengelo, 1 euro per inwoner voor de slachtoffers van de aardbeving. Vanuit Enschede zijn bovendien ook drie vrachtwagens met ingezamelde spullen richting Turkije vertrokken. Toch leven er binnen de zelforganisaties veel vragen en onzekerheden over de donaties. Komen de spullen wel aan? Komt het geld wel terecht waar dat zou moeten? Hoeveel mensen kunnen er met de donatie daadwerkelijk geholpen worden?

Namens de gemeente vertelde burgemeester Bleker dat de gemeente geen actieve rol zal spelen in het organiseren van hulptransporten, maar dat zij organisaties graag in contact brengt met de juiste personen voor het regelen van transporten of voor andere vragen. Binnen de gemeenschap lever er vooral zorgen of de Turkse overheid in staat is om de rampbestrijding in goede banen te leiden.

Lees verder onder de afbeelding

Schocktoestand

"De Turkse overheid is in shock", stelt Ahmed Yilmaz in een interview bij 1Twente Vandaag. Hij zit bij de coördinatiegroep Twente (PSA-Der, SDO, ATiB en TAAB) die de internationale oproep hebben gedaan. "Ze hebben de mankracht en voor een groot deel het materieel. Maar ze weten niet hoe ze het moeten inzetten."

De logistiek rondom het reddingswerk faalt, zegt Yilmaz. En daarin moeten Turkije en Syrië volgens hem geholpen worden. "Dus heb je professionals nodig die koudbloedig een overzicht hebben van hoe je dat het beste kan organiseren. De coördinatie moet overgenomen worden."

Internationale oproep

Uit contacten met familieleden of bekenden in het rampgebied blijkt volgens de Turkse zelforganisaties waar "We hebben direct hulp nodig en het komt niet voldoende aan. Vanaf dag één is er niet voldoende inzet geweest om mensen onder het puin weg te halen. Aan de andere kant liggen zelfs ziekenhuizen plat. Er zijn veldhospitalen nodig en water.

De hoop van de Twentse organisaties is dat hun oproep breder wordt gedeeld. Dat er uiteindelijk op internationale schaal wordt ingegrepen en dat er niet op wordt gewacht tot er een hulpvraag vanuit de Turkse overheid komt. "Met elke seconde wachten gaan er mensenlevens verloren", zegt Yilmaz.