In de Enschedese gemeenteraad werd maandagavond een fel debat gevoerd over de vernietigende uitspraak van de rechter in de ontslagzaak tegen een medewerker van het klachtencommissariaat. De vragen die PVV, Enschede Anders (EA) en D66 over de kwestie stelden werden niet naar tevredenheid van deze partijen beantwoord.
Handicap hier was de afwezig van de burgemeester, die bestuurlijk verantwoordelijk is voor het Enschedese klachtencommissariaat. Wethouder en loco-burgemeester Niels van den Berg kwam niet veel verder dan het voorlezen van ambtelijk voorbereide antwoorden en die volstonden niet. De kwestie is daarom doorgeschoven naar een ander moment.
Het debat maandagavond was buitengewoon fel. Het was met name D66-fractievoorzitter Gertjan Tillema die in niet mis te verstane bewoordingen te kennen gaf wat hij van de beantwoording vond. ”Ik heb geen idee wat voor antwoord dit is. Alsof de wethouder iets uit een of ander documentinformatiesysteem heeft voorgelezen. Hij is gesouffleerd door de ambtelijke tribune, die heeft er de hele dag de tijd voor gehad om een antwoord te fabriceren, maar het raakt kant noch wal.”
Opmerkelijk hier is dat de vragen van Tillema en de andere raadsleden, zoals gebruikelijk, maandagochtend al werden ingediend. Dat de beantwoording ’s avonds niet verder kwam dan - op zijn best - een formele herhaling van zetten bij eerdere antwoorden op vragen, viel dan ook slecht.
Voor EA weegt zwaar dat de betreffende onderzoeker die voor de rechter stond haar kant van het verhaal nooit heeft kunnen vertellen. Zij kreeg een brief van de gemeente met de waarschuwing om niet naar buiten te treden omdat dat nadelig kon uitpakken voor haar zaak; de gemeenteraad werd aanvankelijk wel, maar later niet in de gelegenheid gesteld om de onderzoeker te spreken.
Daar kwam bij dat raadsleden zelf ook beducht waren om de positie van de onderzoeker in gevaar te brengen; de ontslagzaak zat eraan te komen.
Dat gebrek aan wederhoor zit ook Tillema dwars. Hij gebruikte de uitdrukking uit de gerechtelijke uitspraak - ‘de onderzoeker is monddood gemaakt’ - en wilde weten hoe het college daar na die uitspraak tegenaan kijkt. Het antwoord was een herhaling van zetten van voor die uitspraak: er is een uitnodiging uitgegaan naar de onderzoeker om te komen praten.
Daar nam Visser geen genoegen mee. Zij wil de onderzoeker zelf spreken. “De antwoorden van het college hebben we wel gehoord. Daar klopt geen ruk van.”
Hidde Heutink, fractieleider van de PVV, hekelde de formele verwijzingen naar het statuut van het Enschedese klachtenbureau als antwoord op zijn vraag of de politieke en ambtelijke druk geleid zou kunnen hebben tot breuken in de onafhankelijkheid van het klachtencommissariaat. “Dat statuut ken ik. Maar daar vraag ik niet naar.”
Hij had geen goed woord over voor het argument van Van den Berg dat hij niet de bestuurlijk verantwoordelijke is en de feiten niet kent. “Als wij een vraag hebben aan het college, hebben we recht op een fatsoenlijk antwoord. Hoe de wethouder dat regelt interesseert mij eigenlijk niet.”
In deze kwestie draait het om een medewerker van het Enschedese klachtencommissariaat die na een onderzoek in diskrediet werd gebracht. Het ging daarbij om een check op de werkwijze rond bijstandsaanvragen, en dan met name wanneer er sprake was van meerdere achtereenvolgende aanvragen.
Dat onderzoek lag politiek gevoelig. Deels omdat het rapport ervan lang op zich liet wachten, maar ook omdat de Enschedese uitvoering van de bijstand toch al onder het vergrootglas lag; er liep een extern onderzoek naar de menselijke maat bij de Enschedese uitvoering. Na jarenlange kritiek vanuit de stad en een deel van de gemeenteraad.
Maar ook intern leefden er zorgen over zowel dat onderzoek als de uitkomsten ervan. De top van de uitvoerende afdeling Werk & Inkomen probeerde op verschillende manieren beide te beïnvloeden. Toen de klachtencommissaris het rapport eerst openbaar maakte - met de disclaimer dat er nog nader onderzoek gedaan moest worden - en later weer introk, ontstond er politieke heibel.
De onderzoeker, een medewerker van het klachtencommissariaat, kreeg de zwarte piet toegeschoven. Het leidde tot ziekte en functieontheffing - op onterechte gronden, zo bleek uit onderzoek van 1Twente. En tot een ontslagaanvraag tijdens ziekte bij de rechter. De rechter liet onlangs niets heel van de motivering van de gemeente voor dat ontslag.
Wat politiek zwaar weegt is dat de gemeenteraad destijds verkeerd is geïnformeerd over de redenen van intrekking van dat rapport. De onderzoeker zou ernstige fouten hebben gemaakt, maar onderzoek wijst uit dat dat niet zo is.