De oorlog in Oekraïne, die toch hooguit enkele maanden zou duren, sleept inmiddels bijna een jaar voort. En het eind is nog lang niet in zicht. Dat verandert het perspectief of hulp, maar allicht ook het beeld dat gevluchte Oekraïeners hebben over de toekomst. 1Twente gaat de komende maanden op onderzoek uit en doet verslag. In Twente èn in Oekraïne.
Het is 24 februari 2022, Rusland valt brutaal Oekraïne binnen. Een ‘speciale militaire operatie’ noemt Putin het. ‘Oorlog’, zegt de rest van de wereld. In Twente ontstaat een lappendeken van initiatieven om Oekraïne bij te staan in de strijd. Er komen hulptransporten op gang. En andersom: Oekraïners komen naar Twente en worden opgevangen in gemeentelijke voorzieningen en bij particulieren.
Maar hoe staat het er nu voor met die Twentse hulp? Welke organisaties zijn er eigenlijk en wat doen zij precies? Hoe gaat het met de Oekraïeners die hier tijdelijk onderdak hebben gevonden? Zo tijdelijk is dat inmiddels niet meer; kinderen gaan naar school, ouders werken, er ontstaan nieuwe contacten, nauwere banden met een streek die aanvankelijk volkomen vreemd was. Hoeveel Oekraïners hebben zich inmiddels in Twente gevestigd?
Hebben de Oekraïense studenten die een dag na de inval demonstreerden op de Enschedese Oude Markt de draad van hun studie weer een beetje opgepakt? Of lukt dat voor geen meter, zijn sommigen misschien zelfs teruggegaan?
In maart reist een team van 1Twente af naar Oekraïne om het spoor van hulpgoederen vanuit de regio te volgen. En om verslag te doen van wat dat lijntje tussen Twente en Oekraïne - onderhouden door Tukkers en vluchtelingen - doet met degenen die rechtstreeks werden getroffen door nietsontziend geweld.