De Omgevingsdienst Twente (ODT) vraagt meer geld van de veertien Twentse gemeenten en de provincie. De organisatie die toezicht, handhaving en vergunningverlening bij complexe milieuzaken in regionaal verband oppakt, heeft een te hoge werklast. Bovendien wordt een van de wettelijk verplichte taken nauwelijks uitgevoerd. De bijdrage moet dus omhoog. Opvallend, omdat Enschede momenteel meer aan de ODT betaalt, dan dat het aan werkzaamheden terugkrijgt.
De 29 omgevingsdiensten in Nederland zijn in 2019 van start gegaan en voeren minimaal een aantal wettelijk verplichte taken uit. Daaronder vallen complexe taken op gebied van handhaving en vergunningverlening, zoals bij bedrijven van de zwaarste milieucategorie. In Twente is voor de oprichting afgesproken om het werkveld uit te breiden naar meer dan de minimale wettelijke verplichting. Ondertussen vallen meer dan 18.000 bedrijven in de regio binnen de taken van de Omgevingsdienst Twente.
Voor de oprichting van de ODT is afgesproken dat de veertien deelnemende gemeenten op basis van gelijkwaardigheid hun financiële bijdrage aan de gezamenlijke uitvoeringsorganisatie leveren. Het gaat om een vast bedrag aan overheadkosten en daarbovenop de inbreng van fte. Dat laatste kan door ambtenaren te detacheren of door een financiële bijdrage die gelijk staat aan de loonkosten.
Deelname aan een regionale omgevingsdienst is voor alle gemeenten verplicht. Die verplichting komt voort uit onderzoek en advies van de Commissie Mans (oud-burgemeester Jan Mans van Enschede) nadat werd geconcludeerd dat er veel misstanden zijn bij controle op (risicovolle) bedrijven. De Vuurwerkramp is - net als de Nieuwjaarsbrand (2000/2001) in café 't Hemeltje in Volendam - een van de belangrijkste aanleidingen voor dat onderzoek.
In de eerste vergaderingen van de ODT in oprichting besloten de gemeenten om de kosten toch op basis van inwoners te verdelen. Saillant was dat uitgerekend de Enschedese wethouder (toen Hans van Agteren) bij die vergadering afwezig was. Het Enschedese college was niet gecharmeerd van het besluit. Zij weigerde het volledige bedrag voor 11 fte te betalen en besloot om - tegen de afspraken in - alleen de wettelijk verplichte taken (4 fte) af te nemen.
Het juridische conflict sluimerde ruim twee jaar door, voordat de partijen nader tot elkaar kwamen. Enschede betaalt inmiddels het volle pond. De eerdere bezwaren van het college worden daarmee bevestigd: Enschede droeg in 2021 voor bijna 17.000 arbeidsuren bij aan de ODT, terwijl de omgevingsdienst voor nog geen 10.000 uren aan werkzaamheden in de grootste stad van Twente heeft besteed.
Dat kan, omdat Enschede relatief gezien minder bedrijven in een hogere risicocategorie (en dus werklast) heeft dan bijvoorbeeld Haaksbergen. Die gemeente rekende in 2021 meer dan 1500 uren minder af dan de 5.500 uren die zij 'kreeg'. Vanaf 2024 is het de bedoeling dat de Twentse gemeenten meer op basis van gelijkwaardigheid bijdragen aan de milieudienst.
Volgens de gemeente Enschede is de suggestie dat de gemeente minder terugkrijgt dan de inleg, niet meer juist. "We constateren dat het niet helemaal klopt. ODT heeft over 2022 meer producten geleverd dan op basis van het uitvoeringsprogramma is afgesproken. Bovendien hebben ze dat binnen de uren gedaan die wij van hen hebben afgenomen." De urenaantallen in het artikel komen uit 2021. Uit de jaarstukken van de ODT blijkt dat een deel van de winst over dat jaar in 2022 is ingezet om extra werkzaamheden uit te voeren en de meer- en minderproductie tussen de gemeenten te verrekenen.
Ondanks dat Enschede naar verhouding meer betaalt dan het 'krijgt', gaat de rekening voor de ODT straks omhoog. Dat heeft vooral te maken met de werklast. Sinds de oprichting hanteert de Omgevingsdienst Twente lagere uurtarieven en een hoger ingeschatte arbeidsproductiviteit dan de milieudiensten in de rest van het land. Ondertussen is het aantal bedrijven gestegen en is het werk complexer geworden. Kortom: de werklast is te hoog.
Ook blijkt de ODT zich al jaren niet aan een wettelijke plicht te houden. Sommige vergunningen moeten eens in de zoveel tijd geactualiseerd worden, om bijvoorbeeld te kijken of bedrijven met hun vergunning nog wel voldoen aan nieuwe milieuvoorschriften. Die actualisatie blijkt in Twente in de praktijk amper te gebeuren en wordt nu als extra taak toegevoegd.
Al met al betekent dit dat de gemeente Enschede vanaf 2024 meer zal moeten bijdragen aan de ODT dan nu het geval is. Dit jaar kosten handhaving, toezicht en vergunningverlening via de omgevingsdienst de gemeente ruim 1,5 miljoen euro. Om hoeveel geld het precies gaat, is pas duidelijk als de uurtarieven voor volgend jaar bekend worden. Op basis van de huidige tarieven gaat het om minstens 260.000 euro extra.
Schrale troost: gemeenten die nu meer werkzaamheden geleverd krijgen dan het aantal uren dat zij inbrengen, zoals Haaksbergen en Hengelo, krijgen naar verhouding te maken met een hogere kostenstijging. Voor de gemeente Almelo pakt de nieuwe verdeling juist positief uit. Afhankelijk van de uurtarieven lijkt straks minder te hoeven bijdragen aan de ODT.