Ze zijn onmisbaar voor zijn bedrijf: vrachtwagenchauffeurs. Daarom zette Hans Olde Monnikhof van De Monnik Dranken in Oldenzaal, samen met zijn team, de koeriers in het zonnetje. Op de ‘dag van de vrachtwagenchauffeur’ kregen ze in alle vroegte een mooi pakketje mee. ‘s Middags sprak de drankhandel-eigenaar in ons Twents Kwartearken over de betekenis van zijn chauffeurs – en deed hij mee met de woordenquiz van juf Adrie.
De Monnik Dranken is een typisch familiebedrijf. “Mijn opa is begonnen in 1918”, zegt Olde Monnikhof. “Nu is mijn zoon de grote baas. Ik probeer hem zo weinig mogelijk voor de voeten te lopen.”
Inmiddels werken er 130 mensen, waarvan vijftien vrachtwagenchauffeurs. “Zij brengen goederen naar de klanten toe. Dat zijn slijterijen, supermarkten, horecagelegenheden, maar nooit particulieren.” In totaal heeft de handel tienduizend soorten op voorraad. Alles staat opgeslagen in Oldenzaal en wordt vanuit daar rondgebracht door heel Nederland. “Onze wagens gaan al vroeg weg als ze naar de Randstad of Zeeuws-Vlaanderen gaan. En komen ’s avonds laat terug.”
Dat zijn chauffeurs belangrijk zijn staat voor de bedrijfseigenaar buiten kijf. “Elke ketting is zo sterk als de zwakste schakel. De chauffeur is de laatste in de weg naar onze klanten toe.” Daarom lag er op de dag van de vrachtwagenchauffeur in elke wagen een pakketje klaar. “Met iets gezonds, iets lekkers en iets leuks.”
Maar hij of zij moet niet alleen goed kunnen rijden, zegt Olde Monnikhof. “Er zijn klanten die vaker contact hebben met onze chauffeurs dan met onze vertegenwoordigers. Dus ze moeten ook klantvriendelijk zijn. En gezondheid van lijf en leden is ook belangrijk, want het is fysiek zwaar werk.”
Natuurlijk gaat er ook wel eens wat mis, geeft hij toe. “Een vrachtwagen van ons moest een kantine van een voetbalclub bevoorraden. De chauffeur nam de snelste weg, over het voetbalveld. De wagen kwam daarop vast te zitten.”
De Twentse taal speelt een significante rol binnen zijn bedrijf. “Veel medewerkers spreken het. En tot niet zo lang geleden deden we zelfs de vergaderingen van het managementteam in het Twents.” Nu er een aantal mensen in dat team zitten die geen dialect spreken, proberen ze de bijeenkomsten in gewoon Nederlands te doen. “Dat gaat niet altijd goed”, lacht hij. “Maar hoewel we met tongval spreken, zijn we wel verstaanbaar.”
Toch is de Twentse woordenquiz van juf Adrie Hemmink in het Twents Kwartearken geen gesneden koek voor hem. “Sluutsie? Als je het mij vraagt is het Pools, maar blijkbaar is het Twents.” Ook de woorden rappelemeant en slagmoals komen voorbij. Verslaggever Bo vraagt de Enschedeërs of ze weten wat het woord van de week betekent: kadolstermänneken.