Een ingelast debat over de huishoudelijke hulp in Enschede heeft maandagavond niet tot nieuwe inzichten geleid. De PVV en EnschedeAnders riepen wethouder Jeroen Diepmaat ter verantwoording, omdat zij signalen hebben dat ondersteuning in het huishouden, vier jaar na een rechterlijke uitspraak, nog altijd niet volgens de wet aan inwoners wordt toegekend. Diepemaat bestrijdt dat. EnschedeAnders denkt aan de inzet van een zwaarder politiek instrument om onderzoek te doen.
Op 6 februari 2019 kreeg de gemeente Enschede een flinke tik over de vingers van de Centrale Raad van Beroep, de hoogste rechter op gebied van sociale zaken. Reden was dat de inwoners met huishoudelijke hulp een indicatie kregen op basis van het subjectieve begrip 'schoon en leefbaar huis' en niet op basis van een vaststaan aantal uren per week. Na de uitspraak zou dit zijn hersteld, maar daarover verschillen lokale politici sterk van mening.
De discussie over huishoudelijke hulp is een loopgravenoorlog geworden. Partijen als PVV, SP en EnschedeAnders blijven volhouden dat de gemeente stelselmatig de wet overtreedt. Vanuit deze partijen - maar ook bij het CDA - komen meerdere signalen binnen van cliënten die nog altijd geen duidelijke indicatie hebben van het aantal uren ondersteuning in het huishouden per week.
Wethouder Diepemaat blijft volhouden dat het hier om incidenten moet gaan die, als zij bij de gemeente gemeld worden, direct worden opgelost. Andere raadsfracties lijken een open discussie over het thema vooral te willen ontwijken of vragen, zoals GroenLinks en Burgerbelangen, om een uitgebreide 'technische sessie' waarin zij het college en ambtenaren verdiepende vragen kunnen stellen.
Het verantwoordingsdebat (interpellatie) van maandagavond heeft geen duidelijkheid gebracht. Het is een semantische discussie. De aanvragers van het debat wilden van de wethouder weten of er nu wel of niet in uren wordt geïndiceerd. Of alle cliënten een keukentafelgesprek hebben gehad (waarin concrete afspraken over de benodigde thuishulp worden gemaakt) en in hoeveel gevallen de uren achteraf met een administratieve handeling zijn toegevoegd.
Jeroen Diepemaat legde meermaals uit dat 'in principe' aan alle nieuwe aanvragen een keukentafelgesprek vooraf gaat. In spoedgevallen, of als het in het belang is van de cliënt, wordt daarvan afgeweken. Deze indicatie gebeurt nog altijd op basis van het principe 'schoon en leefbaar' huis. Later worden in de indicatie, op basis van de 'objectieve normen', uren toegevoegd. Die zijn in gemiddelden per week of totalen per jaar. Bij vaststelling van nieuw beleid, dat ingaat per 1 januari 2024, is volgens de wethouder van onduidelijkheden geen sprake meer.
Bij thuishulpregelingen die al liepen ten tijde van de rechterlijke uitspraak begin 2019 zijn - meestal zonder keukentafelgesprek - op administratieve wijze alsnog uren toegevoegd. "Dat is beleid dat door uw raad is vastgesteld en dat ik netjes uitvoer", aldus wethouder Diepemaat. Cliënten die staan op een nieuw keukentafelgesprek krijgen volgens hem alsnog een Wmo-medewerker over de vloer.
Een aantal oppositiepartijen neemt genoegen met deze uitleg, omdat de situatie oncontroleerbaar is. Volgens de PVV zijn de antwoorden van de wethouder het bewijs dat de rechtspositie van thuishulpcliënten nog altijd wordt geschaad. Met een motie van wantrouwen wilde de PVV de wethouder dwingen om op te stappen, maar de motie werd door geen enkele andere partij gesteund.
Wel stuurt Margriet Visser (EnschedeAnders) aan op een ander politiek instrument om voor eens en altijd duidelijkheid te verschaffen: de raadsenquête. Als een meerderheid daarmee instemt, kan een gemeenteraad een diepgaand onderzoek afkondigen, in dit geval naar de werkwijze bij de huishoudelijke hulp. Het (achter gesloten deuren) verhoren van ambtenaren en bestuurders kan daar onderdeel van zijn. Visser laat desgevraagd weten wel iets voor zo'n raadsenquête te voelen en zegt het idee bij collega-partijen neer te willen leggen.