Schoefkoar, hellig, zönnekuuk’n. Volgens Anne Winkelhuis mogen Twentenaren best wat trotser zijn op hun dialect. Dit is één van de redenen dat Winkelhuis het prentenboekje ‘Twentse proat, doar woj bliej van’ heeft ontworpen. In ons Twents Kwartearken vertelt ze erover en wordt haar eigen dialectkennis getest met de woordenquiz van Juf Adrie.
Jarenlang heeft Anne Winkelhuis voor de klas gestaan als kleuterjuf. “Ik wil kinderen wat meegeven over het Twents dialect, omdat het zo mooi is én het niet verloren mag gaan. Zo ben ik begonnen met het maken van het prentenboekje.” In eerste instantie was het voor Winkelhuis een eigen project, totdat iemand het boekje ontdekte. “Diegene zei dat ik er wat mee moest doen. De eerste versie schetsen heb ik op bruin papier ontworpen, maar aangezien het boekje opnieuw werd gedrukt, heb ik alle tekeningen opnieuw geschilderd.”
Het prentenboekje ‘Twentse proat, doar woj bliej van’ is een groot succes. De eerste druk is al uitverkocht. “Het boekje is niet alleen voor kinderen om kennis te maken met het Twents dialect. Ook voor ouderen in verzorgingstehuizen werkt het boekje als een stukje herkenning.”
In het Twents Kwartearken geeft Winkelhuis een inkijkje in haar boek. Ook wordt haar eigen kennis van het dialect getest met de Twentse woordenquiz: weet ze wat gewaarwördn, Oagel en boerschop betekent? Maar Anne houdt zich wijselijk stil. Weten waarom? Bekijk de aflevering hieronder.
Benieuwd naar het prentenboek? Klik dan hier.