Ondernemer werkt samen met de gemeente, wordt klokkenluider in een dubieuze vastgoeddeal, wordt pootje gelicht door een paar topambtenaren en de zaak wordt toegedekt. Dat is de kortst mogelijke samenvatting van ‘de zaak Ardesch’. De werkelijkheid is een stuk complexer.
Het verhaal strekt zich uit over meerdere jaren èn er is de grootst mogelijke moeite gedaan om de belangrijkste hoofdstukken niet prijs te geven. Het onderzoek naar de zaak besloeg ruim twee jaar. In ‘De zaak Ardesch’ zetten we de belangrijkste bevindingen op een rijtje. Niet uit medeleven met Ardesch, maar als illustratie van wat er mis kan gaan in overheidsland. En hoe individuele burgers in de knel kunnen raken als zij tegenover de macht komen te staan. Ook lokaal.
‘De zaak Ardesch’ is een docu in twee delen. Dit eerste deel schetst de aanloop en de achtergronden die leidden tot het conflict tussen de ondernemer en de gemeente, de gevolgde strategie om een klokkenluider buiten spel te zetten en de gang naar de rechter.
Het tweede deel gaat over de rechtszaak zelf, de Nationale ombudsman en de nasleep: de vragen, het journalistieke onderzoek en hoe gemeente en gemeentebestuur haar straatje probeerde schoon te vegen.
Het verhaal begint ergens in 2012, als Ardesch met een gemeentelijke projectleider begint aan een nieuwe invulling voor een voormalig textielpand: Spinnerij Oosterveld. De Spinnerij moet een broedplaats worden voor jonge creatieve ondernemers. Het beheer en de exploitatie ligt daarom bij de gemeentelijke afdeling Werk & Inkomen.
Dat gaat een aantal jaren heel goed, tot de Enschedese gemeenteraad in 2014 besluit om overbodig vastgoed af te stoten. De Spinnerij is de grootste onkostenpost, vooral omdat het pand voor veel geld is aangekocht en opgeknapt. Het gemeentelijke Vastgoedbedrijf neemt het beheer ervan over (en draagt ook het verlies). Er wordt een koper gezocht en - al snel - gevonden.
Maar die koper - World of Walas - blijkt omstreden. Ardesch trekt meermaals aan de bel: pas op, er zijn de nodige vraagtekens te plaatsen bij zowel de koper als de voorgestelde deal met de gemeente. Dat valt niet goed; de gemeente heeft een gegadigde voor een pand dat zich niet zo gemakkelijk laat verkopen en wil geen politiek gedoe, Walas zit helemaal niet te wachten op nieuwe kritische publiciteit. Beide willen van Ardesch af.
De stok om de hond te slaan is gauw gevonden. Ardesch huurt ruimte in De Spinnerij en heeft huurschulden. De zaken lopen al een tijd minder goed dan gehoopt. In juli 2016 treft hij een betalingsregeling, die pas in september echt goed gaat lopen. Dan lost hij 1000 euro per week af, naast zijn andere lopende verplichtingen.
Uit de latere rechtszaak blijkt dat de feitelijke schuld van Ardesch eind 2016 nog zo’n 4.000 euro bedroeg. De rechter veroordeelde hem tot betaling van ruim 16.000 euro, maar het leeuwendeel van dat bedrag bestond uit vier maanden huur die hij later had geweigerd te betalen en een wettelijke verplichte boete.
Desondanks treft de gemeente in oktober voorbereidingen voor een incasso. Achter de schermen wordt de schuldenpositie van Ardesch in kaart gebracht. Vreemd, want de betalingsregeling loopt, Ardesch bouwt geen nieuwe schulden op en als dat zo blijft, is hij aan het eind van het jaar schuldenvrij. Ook de gemeente heeft rekeningen openstaan bij Ardesch. Voor geleverde diensten
Uit Wob-documenten blijkt dat de gemeente een heldere koers voor ogen heeft: zo snel mogelijk naar de rechter, voordat Walas in april 2017 De Spinnerij overneemt. Of anders voordat het huurcontract met Ardesch eindigt. De ondernemer kan dat verlengen, tenzij hij structureel niet aan zijn contractverplichtingen voldoet. Maar dan moet een rechter hem als wanbetaler veroordelen.
Dat betekent stopzetting van de betalingsregeling - anders is Ardesch aan het eind van het jaar schuldenvrij - en een snelle incassoprocedure, waarin geen ruimte is voor nieuwe betalingsafspraken.
Eind oktober zet de gemeente de lopende betalingsregeling met Ardesch stop. Begin november ligt er een rekening van 32.000 bij de ondernemer op de mat. In zes weken te voldoen.
Er klopt weinig van die incasso, ondanks het werk achter de schermen om de schulden van Ardesch in kaart te brengen. De feitelijke bedraagt op dat moment nog geen derde van dat bedrag - de rekeningen die de gemeente nog bij hem heeft openstaan niet meegerekend.
Rechters zullen een incassoprocedure en een dagvaarding met als doel het huurcontract te ontbinden alleen honoreren bij een betalingsachterstand van meer dan drie maanden. De gang naar de rechter was alleen mogelijk als de schulden van Ardesch hoog genoeg zouden zijn.
Er is huur gerekend voor ruimten die Ardesch ‘illegaal’ in gebruik zou hebben, posten die al zijn afgelost en huur voor januari 2017. Dat nieuwe huurbedrag is bovendien hoger dan afgesproken.
Ardesch neemt contact op met de deurwaarder die de incasso uitvoert. Het leidt tot aanpassing van de vordering, maar er blijven bedragen op staan die niet kloppen. De gemeente blijft bij het standpunt dat Ardesch illegaal ruimten in gebruik heeft en bij de gevorderde huur over het nieuwe jaar. En over de rekening die de gemeente nog bij Ardesch heeft openstaan, wordt met geen woord gerept.
Half december krijgt Ardesch van de deurwaarder te horen dat het voortaan bij de gemeente moet zijn - die heeft de vordering overgenomen.
Ardesch probeert in de tweede helft van december en na de jaarwisseling op allerlei manieren in contact te komen met de gemeente: hij heeft schulden, maar de opgevoerde bedragen kloppen niet. En de gemeente is hem ook nog geld verschuldigd. Er moet toch iets te regelen zijn.
Het is deze geweigerd huur over - uiteindelijk - januari, februari, maart en april 2017 die de hoofdmoot vormt van het bedrag dat Ardesch na de rechtszaak aan de gemeente moet betalen. Nieuwe schuld, ontstaan omdat hij niet in gesprek kwam met de gemeente en verdere betalingen weigerde. Ardesch heeft nooit betwist dat hij huur verschuldigd was, hij was het alleen oneens met de gevorderde bedragen. En daarin gaf de rechter hem gelijk. Meer daarover in het tweede deel van De zaak Ardesch, de docu.
Als al die pogingen - zelf na bemiddeling van een gemeenteraadslid - op niets uitlopen, zet Ardesch een drukmiddel in: hij weigert huur te betalen. Het bedrag klopt niet, maar de gemeente weigert ieder gesprek.
Het is begin maart 2017 als de klachtencommissaris contact opneemt met Ardesch. Zij heeft in de gemeentelijke organisatie een en ander opgevangen en informeert bij hem wat er speelt. Het leidt tot een klacht, waarmee de klachtencommissaris naar de afdeling Vastgoed stapt.
Op 15 maart stuurt de manager Vastgoed een mail met een brief naar de advocaat van Ardesch: hij heeft een gesprek gehad met de klachtencommissaris en Ardesch zal op korte termijn een uitnodiging krijgen om aan tafel te gaan met de klachtencommissaris, de wethouder en hemzelf. Hij vertrouwt erop dat Ardesch dat afwacht en niet naar de rechter stapt vanwege de rekeningen die nog bij de gemeente openstaan.
Later op diezelfde dag stuurt de vastgoedmanager een mail naar de klachtencommissaris waarin hij aankondigt zelf wèl naar de rechter te stappen. Die schuld van Ardesch aan de gemeente en vordering die hij op de gemeente heeft, zijn twee verschillende zaken, vindt hij.
Ardesch deed met twee bedrijven zaken met de gemeente. Eén bedrijf huurde ruimten in De Spinnerij en had schulden (en een kleine vordering). Het andere verleende facilitaire diensten en had vorderingen op de gemeente. De vastgoedmanager sleepte het bedrijf dat schulden had voor de rechter. Wilde Ardesch zijn vorderingen op de gemeente innen, dan moest hij met dat andere bedrijf ook maar naar de rechter stappen. Dat waren twee gescheiden zaken, vond de gemeentelijke vastgoedbaas.
Een kleine twee weken later ligt er een dagvaarding bij Ardesch op de mat. Enkele weken ook voordat Walas De Spinnerij overneemt en drie maanden voordat het huurcontract met Ardesch afloopt.
Op 19 april vindt het gesprek plaats waarom Ardesch al sinds half december heeft gevraagd. Hij zit met de klachtencommissaris, de verantwoordelijk wethouder, de manager Vastgoed (die hem inmiddels voor de rechter heeft gedaagd) en een medewerker van het vastgoedbedrijf om tafel. Ze komen niet tot overeenstemming en de wethouder vraagt de klachtencommissaris om een advies uit te brengen.
Twee dagen later ligt dat advies er: stop de juridische procedure en laat eerst onafhankelijk onderzoek doen. Op hoofdlijnen. Kosten voor rekening van de gemeente.
In mei doen de gemeente-advocaat en de advocaat van Ardesch verschillende pogingen om alsnog tot een schikking te komen, waarbij de gemeente weinig wil weten van rekeningen die nog aan Ardesch betaald moeten worden.
Op 7 juni belt de directeur van het vastgoedbedrijf met Ardesch. Een dag later gebeuren er een paar dingen die de kwestie definitief op slot zetten en waarmee de rode loper richting rechtbank wordt uitgerold.
’s Ochtends mailt Adesch’ advocaat de raadsvrouwe van de gemeente dat er op korte termijn duidelijkheid moet komen: partijen schikken de zaak, of het onderzoek dat de klachtencommissaris adviseerde moet worden uitgevoerd. In de middag doet de gemeenteadvocaat Ardesch zelf een finaal bod en meldt dat daarmee alle rek uit de onderhandelingen is.
Ardesch slaat het bod geëmotioneerd af: het is een sigaar uit eigen doos en zijn claim op de gemeente is andermaal buiten beschouwing gelaten. In de avond brengt de gemeenteadvocaat de raadsman van Ardesch op de hoogte.
Een uur later ontvangt Ardesch een mail van de vastgoeddirecteur, met wie hij gisteren een telefoongesprek heeft gevoerd. De mail bevat een korte samenvatting van dat gesprek, maar de directeur meldt iets nieuws: als Ardesch het bod van de gemeente niet accepteert, stapt de gemeente naar de rechter.
De gemeente heeft tot op de dag van vandaag beweerd dat Ardesch en de directeur vastgoed gezamenlijk hebben besloten om het advies van de klachtencommissaris niet op te volgen en geen onderzoek te laten doen. Het is een alternatieve lezing, die ruim een jaar na het bewuste telefoongesprek opduikt in een brief aan de Nationale ombudsman. Die heeft de gemeente vragen gesteld. Meer daarover in deel 2 van ‘De zaak Ardesch, de docu’.
De directeur legt het advies van de klachtencommissaris naast zich neer, meldt hij. Als Ardesch het aanbod afwijst, vindt hij het ‘niet meer opportuun’.
Twee weken later doet de vastgoeddirecteur uit de doeken waarom hij onderzoek ‘niet opportuun’ vindt in een brief aan de klachtencommissaris, die het advies uitbracht. Het zou te tijdrovend, niet efficiënt en bovendien niet bindend zijn. Er is toch een uitspraak van een rechter nodig.
Daarmee verwoordt hij het doel waarmee eind 2016 de schuldpositie van Ardesch in kaart werd gebracht, de betalingsregeling stopgezet en een incassoprocedure ingezet: zo snel mogelijk naar de rechter. Niet schikken. Het is - zo blijkt - nooit het doel geweest om uitstaande rekeningen van Ardesch geïnd te krijgen of die te verrekenen met wat de gemeente hem nog schuldig is.
Inzet was en is ontbinding van het huurcontract met Ardesch. Maar dat kan niet als er overeenstemming komt over bedragen die over en weer openstaan. Dan hebben beide partijen weliswaar de centen waar ze recht op hebben, maar kan Ardesch het huurcontract gewoon verlengen.
De gemeente zet de rechtszaak door. In oktober komt het tot een eerste zitting. Anderhalf jaar en drie zittingen later velt de rechter het eindvonnis. Ook daarover valt nog een hoop te vertellen, net als over de poets die de gemeente de Nationale ombudsman ondertussen bakt. En over de antwoorden op vragen vanuit de politiek, die zich begint te roeren, en het journalistieke onderzoek naar de kwestie.
Daarover gaat het tweede en laatste deel van ‘De zaak Ardesch, de docu’. Daar wordt op dit moment hard aan gewerkt. Hou onze website in de gaten.
Meer over de zaak Ardesch vindt je in het dossier op onze website.