Verkeer
Stuur appje
Zoek

In Depot: De dakpan van het eerste huis na de Enschedese stadsbrand

Op 7 mei 1862 legde een allesvernietigende stadsbrand de Enschedese binnenstad in de as. De eerste Fenix die uit die puinhopen verrees was het huis van schoenmaker Lambert Platvoet en diens eega Christina Heerink. Een recycle-huis avant la lettre.

Meteen na de Stadsbrand spoedde Lambertus zich naar Altstätte, waar hij voor 125 gulden een boerenwoning op de kop tikte. Hij liet de handel - het geraamte en de dakpannen - op 25 karren naar de Enschedese Haverstraat brengen en stroopte zijn mouwen op. 21 dagen na de brand trok hij er in.

Het eerste huis na de stadsbrand

In 1911, tien jaar na Lambertus’ overlijden, werd het schoenmakershuis weer afgebroken. Boer Schukkert uit Twekkelo (vermoedelijk van Erve Schukkert) kocht het karkas en de pannen voor de bouw van een boerenwoning. Op één pan (en een gevelsteen) na. Christina, de weduwe van Lambertus, liet die na aan de Oudheidkamer Twente.

icon_main_info_white_glyph

Uit een editie van Tubantia van 1911

In den gevel van het huis van Mej. de Wed. L.J. Platvoet-Heerink in de Haverstraat alhier is een steen ingemetseld met het inschrift: “Het eerste huis na den brand van 7 Mei 1862”. Hier verrees na den grooten brand van Enschede het eerste huis uit de puinhopen.Thans na ongeveer vijftig jaren zal dit huis door een ander worden vervangen. Men is met het afbreken reeds begonnen. Het is afkomstig uit Alstätte. Toen de thans overleden eigenaar in 1862 zijn huis door het vuur had verloren, begaf hij zich onmiddellijk naar Alstätte en kocht daar van de familie Klümper voor afbraak het geraamte en de pannen van een boerenwoning voor 125 gulden. Vier dagen na den brand kwam deze afbraak, geladen op een karavaan van ongeveer 25 Alstätter wagentjes, onze stad binnen. Daarop lag het huis van de heer Platvoet. Laatsgenoemde heeft de voerlui flink getracteerd en deze keerden hoogst voldaan naar huis terug na eerst nog de ruïnes van het ongelukkige Enschede te hebben bekeken.

Nu werd met spoed aan het opbouwen begonnen en slechts 21 dagen na den brand werd het huis, hoewel nog niet geheel voltooid, reeds door de bewoners betrokken. De groote “niendeur” bleef ook hier in Enschede bestaan, doch verdween wegens een verbouwing in 1875.

Het schijnt, dat dit naar Enschede overgebrachte huis dagteekent uit 1825; althans bij het afbreken deze dagen is een dakpan gevonden met het opschrift: “Bernardus Lindebaum i, Gronau 1825”, zeer waarschijnlijk de naam van den pannenleverancier.

De dakpan benevens de bovengenoemde steen zijn door Mej. Platvoet welwillend afgestaan aan de Oudheidkamer alhier (zie afbeeldingen)

Merkwaardig is het, dat dit oude huis thans weder te Twekkelo (nabij Enschede, red.) wordt opgebouwd. Het nog geheel gave eikenhouten geraamte met pannen is gekocht door den landbouwer Schukkert te Twekkelo en zal eerlang weer als boerenwoning dienst doen. Weinige huizen zullen een dergelijken “bewogen” levensloop hebben.

De gevelsteen herinnert eraan dat ‘Haverstraat 15’ het eerste symbool van wederopbouw en herstel was na ‘groote brand van Enschede’. Die dakpan was het sluitstuk van de boerenwoning uit Altstätte èn de schoenmakerszaak in Enschede. In deze streek was het een tijdlang gebruik om een dakpan met inscriptie te plaatsen als het hoogste punt van de bouw was bereikt.

Vergelijk het met het pannenbier van nu of de meiboom in de nok, als het zo ver is.

Dankpan als roddelblad: ‘Liefhebber van vrouwen’

De inscriptie op de pan van Haverstraat 15 is tamelijk nuchter, feitelijk: ‘Bernhardus Lindeboom, Gronau, 1825’. Vermoedelijk de naam van de pannenbakker en het jaartal waarin dit exemplaar uit de mal kwam. Dat was niet altijd het geval. Soms werd er een tekeningetje in de verse klei gekrast - een molen, een huisje, een kerk.

Edwin Plokker dakpan Ernst Bergboer
Collectiebeheerder van De MusemFabriek Edwin Plokker met een dakpan van de eerste woning die op de puinhopen van de Enschedese stadsbrand werd gebouwd, 21 dagen na die ramp
Beeld: Ernst Bergboer

Op een ander exemplaar dat De MuseumFabriek in depot heeft, staat: Gerardus Breteler is een liefhebber van vrouwen.

Killroy was here

Bouwvakkers houden wel van een geintje, ook toen al. Zo’n pan zit jarenlang verborgen achter het dakbeschot. Als ‘ie ooit wordt gevonden, is er geen mens meer die zo’n roddel nog kan plaatsen. Net als een boodschap die tevoorschijn komt bij de verbouwing van een oude woning - achter de derde behanglaag of een lambrisering. Killroy was here, maar dan in de taal van toen.

Erve Schukkert

Dat gebruik van zo’n dakpan-met-inscriptie bij het bereiken van het hoogste punt, is typisch voor deze contreien. Voor zover bekend. De oudste pannen uit die traditie dateren van de tweede helft van de zeventiende eeuw, toen riet als dakdekking plaatsmaakte voor gebakken klei. Iets meer dan een eeuw later was het weer voorbij. Vermoedelijk met de opkomst van fabriekspannen en pannen gemaakt met klei en mallen uit de bouw verdwenen.

Wat er van de overige delen van dat huis aan de Haverstraat is geworden, en of er in Twekkelo nog iets van rest, is niet bekend. De monumentale boerderij op Erve Schukkert is gebouwd in 1908, net iets voor de afbraak van het tweedehandshuis van schoenmaker Lambert Platvoet. Maar het zou zomaar kunnen dat een schuur of een woning in de buurt nog altijd de sporen van een boerenwoning uit Alstätte draagt.

'Het eerste huis na den brand van 7 mei 1862. Hier verrees na den Grooten brand van Enschede het eerste huis uit de puinhopen.'

- Tekst op de gevelsteen van de schoenmakerswoning aan de Enschedese Haverstraat 15

Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie?
Tip onze redactie via mail of telefoon. Deze vind je op onze contactpagina.