Volstrekt illegaal en ondenkbaar in de huidige tijd, maar nog geen generatie geleden bon-ton: wilde dieren - of onderdelen daarvan - als accessoire. In Almelo stond een looierij - de enige in Nederland - die ze vervaardigde. De MuseumFabriek heeft een paar relieken in depot.
Prins Bernhard was een verwoed jager. Ook op groot Afrikaans wild, die ‘big five’, die inmiddels een toeristisch moetje zijn geworden voor wie ten zuiden van de Sahara op vakantie gaat. Hij was ook de eerste president van het Wereld Natuur Fonds. We schrijven 1961. In die tijd waren paraplubakken van olifantenpoten duur, maar ook zo goed als onbesproken.
Dat zou snel veranderen, maar er is maar mee gezegd dat je het verhaal van de nijlpaardpoten die de MuseumFabriek in depot heeft in de context moet plaatsen van de tijd waarin ze werden gemaakt. En dat de mensen die ze in huis hadden geen monsters waren. Sterker: veel jagers waren (en zijn) fanatieke natuurbeschermers. Die club van Bernhard heeft een cruciale rol gespeeld in de bescherming van bedreigde diersoorten.
Rien Poortvliet - schilder, jager en bevriend met Bernard - bracht tallozen een liefde bij voor reeën, hazen, dassen, zwijnen en onze eigen Veluwe. Iets vergelijkbaars geldt voor dierentuinen en dolfinaria. Inmiddels zijn ook die omstreden - en met recht - maar voordat internet en televisie alomtegenwoordig waren, wekten ze bij miljoenen verwondering, ontzag, liefde voor medebewoners van deze wereld die ze anders nooit op die manier hadden gevoeld.
Nu kijken we met gefronste wenkbrauwen naar gelooide nijlpaardpoten. Maar vergis je niet: de pronkzucht van mensen is er heus niet minder op geworden. Nog altijd doen exclusieve, liefst uitheemse curiosa het goed. Als je de centen hebt, kun je nog altijd een opgezette zebra in de vestibule neerzetten. Met certificaat.
Frank Slot, eigenaar van Frenk Interiors in Losser, handelt in exclusieve woonaccessoires. Dieren, of delen daarvan, vind je er niet. Alleen imitatie, ook verkrijgbaar in goud- of zilverkleur. De handel van Frenk bestaat vooral uit meubels. Vaak houten meubels.
Wereldwijd komt 15 tot 30 procent van het hout uit illegale kap. Maar er zijn landen waar vijftig tot zelfs negentig procent van de handel in tropische houtsoorten illegaal is. Illegale houtkap is een van de grootste oorzaken van ontbossing, met name waar het om oerwouden gaat. Verreweg het meeste bos wordt gekapt om plaats te maken voor de verbouw van soja voor veevoer en palmolie, dat in eindeloos veel producten wordt gebruikt.
De gevolgen zijn groot. Niet alleen voor het oerwoud en dieren en planten, maar voor de hele planeet. Bossen zijn de grootste CO2 filters die er bestaan. Hoe meer bos er verdwijnt, hoe sneller Enschede dicht aan zee ligt.
Maar ook de import van hout - in welke vorm dan ook - is inmiddels streng gereguleerd. Steeds strenger, bovendien. Er is een nieuwe set aan regels aanstaande, die ook de handel in nog redelijk gangbare houtsoorten als teak en mahonie aan banden legt. Voor al het geïmporteerde hout geldt al dat het van gereguleerde (en gecertificeerde) kap moet komen.
Frenk regelt de productie van meubels in India, in eigen beheer, zo stelt Slot in 1Twente Vandaag. Hout uit illegale kap komt er in Losser niet in. Foute chemicaliën en kinderarbeid worden vermeden. “Honderd procent lukt niet, maar je kunt er wel je best voor doen.”
Slot reist regelmatig naar India om een kijkje te nemen en gaat dan op zoek naar traditionele voorwerpen, oude deuren, beelden, alerhande voorwerpen die in Nederland worden gerecycleerd - om het met een mooi Vlaams woord te zeggen - tot artikelen waarvan er geen tweede bestaat.
Die nijlpaardpoten van De MuseumFabriek roepen de vraag op hoe onze kinderen en kleinkinderen straks oordelen over onze hang naar exclusiviteit. Of, om het wat algemener te houden, onze manier van consumeren. Doen we dat best aardig? Of fronzen zij straks de wenkbrauwen bij een iPhone, eerste generatie, op het schap van een museumdepot?