Oud-eigenaar van SE-Fireworks, Rudi Bakker, heeft begin deze maand de gemeente en de gemeenteraad formeel aansprakelijk gesteld voor het ontstaan van de brand die leidde tot de Enschedese Vuurwerkramp. Aanleiding daarvoor is nieuw bewijs met betrekking tot een gronddeal waaruit een motief voor brandstichting zou voortvloeien.
Dat bewijs draait om de aankoop van de grond onder SE-Fireworks ten behoeve van woningbouw. Op de dag voorafgaand aan de ramp - 12 mei 2000 - heeft de gemeente een bod op die grond gedaan van 1,5 miljoen gulden aan grondeigenaar Harm Smallenbroek. Smallenbroek had het bedrijf dat op het terrein gevestigd was enige jaren daarvoor verkocht aan Bakker en diens compagnon Willy Pater.
Crux in de aansprakelijkheidsstelling is dat de gemeente het bod deed onder de voorwaarde dat de grond vrij van huur zou worden opgeleverd, wetend dat er geen legale mogelijkheden waren om aan die voorwaarde te voldoen. Bovendien zou dat bod in de onderzoeken die volgden op de ramp zijn verzwegen.
In latere verklaringen stelde de gemeente een maand voor de ramp 1,25 miljoen te hebben geboden, waarvan 285.000 om de zittende huurders - Bakker en Pater - uit te kopen. De grondeigenaar zou 1,5 miljoen hebben gevraagd, maar de gemeente stelde niet bereid te zijn geweest dat bedrag te betalen. Bakker zou van die onderhandelingen niets hebben geweten.
De grond onder SE-Fireworks was nodig voor de realisatie van een ambitieus nieuwbouwplan; Groot Roombeek. De gemeente had in een veel eerder stadium laten uitzoeken wat de mogelijkheden waren om het huurcontract van SE-Fireworks te laten ontbinden, maar die mogelijkheden waren er niet.
Het zou nog jaren kunnen gaan duren voordat SE-Fireworks weg zou zijn. Het bedrijf had weliswaar aangegeven te willen verhuizen, maar verplaatsing zou een kostbare aangelegenheid worden.
In de aanbiedingen die de gemeente Smallenbroek deed, werd steeds uitgegaan van een uitkoopsom voor de zittende huurders. Dat gold ook voor het bod van 1,5 miljoen, gedaan op 12 mei 2000. Bakker stelt in zijn aansprakelijkheidsstelling dat dat bod is gedaan ‘terwijl u wist dat er geen grondslag bestond voor dit gewenste resultaat en u derhalve speculeerde op het laten verdwijnen van een huurder’.
Ander gezegd: in de wetenschap dat de huurders alleen op een oneigenlijke wijze van het terrein zouden kunnen verdwijnen en uitkoop niet nodig was. Oftewel, de gemeente verschafte de grondeigenaar willens en wetens een motief van ruim een half miljoen gulden.
In die aansprakelijkheidssteling stelt dat Bakker tevens bewijs te hebben dat de grondeigenaar de gemeente twee dagen na de ramp belde met het bericht dat ‘de huurders weg zijn’ en dat hij de onderhandelingen af wilde ronden. Drie weken later zou hij dat voorstel hebben herhaald, met de melding akkoord te zijn met de geboden 1,5 miljoen. De gemeente zou hebben aangegeven zich te zullen ‘inspannen voor dit voorstel’.
De gemeente heeft onderzoeksinstanties wijsgemaakt dat er een uiterste bod van 1,25 miljoen gulden lag, waarvan ruim een kwart miljoen voor de huurders, zo stelt Bakker. Het bod van 1,5 miljoen van 12 mei 2000 zou zijn verhuld, en daarmee het aandeel van de gemeente in het ontstaan van de brand die leidde tot de ramp.
In de aansprakelijkheidsstelling verzoekt Bakker de gemeente hem binnen dertig dagen - dat is begin volgende maand - te laten weten of de aansprakelijkheid wordt aanvaard.
Enschede stelt in een reactie dat de aansprakelijkheidsstelling is gericht aan de gemeenteraad. 'De brief met daarin de aansprakelijkheidsstelling zal worden besproken tijdens de eerstvolgende vergadering van het raadspresidium.' De inhoudelijke afhandeling van Bakker's aansprakelijkheidsstelling ligt bij B&W, die ook richting de oud-directeur van SE-Fireworks zal reageren.