Burgemeester Roelof Bleker stelt de gemeenteraad voor om onderzoek te laten doen naar het oorlogsverleden van Enschede. Uit dat onderzoek, dat wordt uitgevoerd onder supervisie van het NIOD-instituut, moet blijken hoe de gemeente Enschede tijdens en na de Tweede Wereldoorlog is omgegaan met Joodse eigendommen. Maar ook wordt een antwoord gezocht op de vraag waarom juist in Enschede en omstreken relatief veel Joden de oorlog overleefden.
Het is niet voor het eerst dat een Nederlandse gemeente vragen stelt bij haar eigen oorlogsverleden. Zo'n twintig gemeenten zijn bezig met een vooronderzoek. In Amsterdam en Rotterdam is een onderzoek al afgerond. In de hoofdstad kwamen de eerste signalen over de kille behandeling van Joden vlak na de oorlog enkele jaren geleden aan het licht. Daar waren bewijsstukken gevonden dat aan Joden die terugkwamen van de onderduik of concentratiekampen boetes waren opgelegd voor het niet betalen van de erfpacht. Als terugbetaling heeft Amsterdam inmiddels 10 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de Joodse gemeenschap.
De vraag is nu of Enschede op een zelfde wijze is omgegaan met Joodse inwoners tijdens of na de oorlog. Volgens Hinke Piersma, hoofd onderzoek van het NIOD, kan het om verschillende problemen gaan. In Rotterdam profiteerde de gemeente na de bevrijding bijvoorbeeld financieel van in de oorlog onteigende panden van Joden, in plaats van voor rechtsherstel te kiezen.
Hoewel het onderzoek naar het eigen handelen op zichzelf van belang is, noemt Piersma het onderzoek in Enschede extra bijzonder omdat het een diepere laag heeft. "Enschede wil niet alleen een rapport op dit dossier (belastingen, afnemen eigendom en rechtsherstel, red.), maar het hele thema in zijn context bekijken", vertelt Piersma. "Dat houdt in: hoe was de Joodse gemeenschap voor de oorlog geïntegreerd in de samenleving? Hoe ging dat tijdens de oorlog? En wat gebeurde er na terugkeer met de overlevenden?"
Voor het NIOD is het diepgaandere onderzoek interessant, zegt Hinke Piersma, omdat het de kennis verbreedt over 'hoe lokale gemeenschappen zich probeerden te verweren tegen de Duitse bezetting'. In Enschede wordt bijvoorbeeld specifiek gekeken naar de zogeheten 'Twentse paradox'. Met andere woorden: hoe kon het dat in Enschede en omgeving relatief veel Joden de oorlog overleefden, in vergelijking met andere plekken in Nederland?
Om een verklaring daarvoor te vinden, worden 'flink wat kilometers' gemaakt in archieven. Onder meer de rol van de Joodse Raad, de integratie van Joden in lokale gemeenschap en de ligging van Enschede een de grens worden daarin meegenomen.
Formeel moet de gemeenteraad nog wel akkoord gaan met de start van het onderzoek. De bedoeling is dat Enschede de kosten, naar verwachting 380.000 euro, voor zijn rekening neemt. Het onderzoek wordt als promotieonderzoek uitgevoerd door een academicus van een universiteit. "Dit geeft een antwoord op een maatschappelijk vraagstuk en het biedt een kans om een jonge wetenschapper op te leiden", aldus Piersma.