De verzameling stolpersteine van de joodse familie Leefsma uit Hengelo is nu compleet. Maandag 3 oktober werd de gedenksteen voor baby Benjamin Mozes geplaatst tussen de 'struikelstenen' van zijn ouders. De kleine Benjamin Mozes werd maar drie maanden oud.
Zo'n dertig belangstellenden kwamen deze maandagochtend naar de Deldenerstraat 68 om de plaatsing van de stolperstein bij te wonen. Eén van de aanwezigen was Eddy van Essen. Op zijn initiatief is deze laatste struikelsteen geplaatst. Van Essen is in de woning, waar zijn vader na de oorlog een tabakszaak begon, opgegroeid: "Ik ben blij dat de familie nu compleet is.”
Een stolperstein is een kleine steen met naam, geboortejaar en plaats van overlijden van holocaustslachtoffers. Het merendeel van de stolpersteine zijn voor Joden, maar ook vermoorde Roma, Sinti en verzetsmensen krijgen dit soort herdenkingsstenen. Ze worden voor de huizen waar de slachtoffers in de oorlog woonden geplaatst. De stenen zijn een initiatief van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig. Momenteel liggen er 170 stolpersteine in Hengelo.
Het echtpaar Leefsma woonde ten tijde van het begin van de oorlog al in Hengelo. Heiman Leefsma was godsdienstleraar en voorzanger in de Hengelose synagoge. Het gezin kreeg in 1943, bij hoge uitzondering, toestemming van de Hengelose politie om te verhuizen naar Amsterdam. De hoogzwangere Johanna en Heiman Leefsma trokken er in bij dochter Jetty. Een dag na aankomst in Amsterdam beviel Johanna van Benjamin Mozes.
De hele familie werd op 20 juni 1943 tijdens een razzia opgepakt en naar Kamp Westerbork gestuurd. Daarna zijn ze op de laatste trein naar vernietigingskamp Sobibor gezet en daar door de nazi's om het leven gebracht. Benjamin Mozes werd maar drie maanden oud.
De stolpersteine van de ouders van Benjamin Mozes liggen al wat langer in het plaveisel langs de Deldenerstraat, alleen was er nog geen struikelsteen geplaatst voor de baby, ook niet in Amsterdam: “Door omstandigheden is er nooit een steen gekomen voor Benjamin Mozes. Hij is geboren in Amsterdam, maar je kunt eigenlijk zeggen dat hij hier in Hengelo ook negen maand gewoond heeft”, aldus Van Essen.
Volgens Van Essen is het belangrijk dat de familie herdacht wordt. In zijn toespraak noemde hij een joods gezegde: “Je bent pas dood als je naam niet meer genoemd wordt.” En daarom moeten de namen van families, zoals de familie Leefsma, genoemd blijven worden: “We moeten niet vergeten wat er allemaal gebeurd is. Je kunt het eigenlijk niet bevatten hoe dat heeft kunnen gebeuren, dat je je medemens naar een vernietigingskamp stuurt.”