De begrafenis van textielkeizer Gerrit Jan van Heek; de opening van ‘(lucht)haven Twenthe’; landskampioenschappen van Sportclub Enschede, FC Twente en Heracles; de Spaghetti-rellen en rellen rond ruilverkaveling; maar ook vlögeln, beestenmarkten en Palmpaosen. Het is maar een greep uit de unieke collage bewegend beeld die ‘Zo doo wiejleu dat’ is. Een weldadig bad van nostalgie, zonder veel pretenties om er meer van te maken. Toch dringen de parallellen met onze tijd zich op.
Het is dinsdagavond 9 augustus. Buiten is het aangenaam terrassenweer. De straten van de stad zijn leeg. Vakantietijd. Tot mijn stomme verbazing zit de theaterzaal van Concordia zo goed als vol. Publiek met een stevige hang naar nostalgie; ik breng de gemiddelde leeftijd fors omlaag, en dat wil wat zeggen. Eén op het oog verdwaald knaapje van een jaar of vijftien doet dat nog wat beter, voor het overige ontwaar ik louter grijze koppen.
Dankbaarder publiek zal een film niet snel krijgen. Er wordt gelachen en gegniffeld, meer dan eens klinkt er een semi-collectief ‘o ja!’ en ‘ah!’ De meesten blijven tot na de aftiteling zitten.
‘Zo doo wiejleu dat’ trapt af met de beelden van de begrafenis van Gerrit Jan van Heek. Uniek beeldmateriaal dat onlangs - na meer dan een eeuw - weer boven water kwam. We schrijven 1915, zoons en nog wat aan Gerrit Jan gerelateerd manvolk sjouwen een kist van de trappen van de Villa van Heek op de Enschedese Oude Markt. De klokken van de omliggende kerken luiden, reformatorisch en katholiek; dat dondert niet. Van Heek was ‘n ‘groot’n’.
Alleen al het bestaan van dit filmmateriaal getuigt daarvan. Charlie Chaplin had zijn opwachting net gemaakt, film stond in de kinderschoenen, in Enschede vereeuwigde Van Heek zijn laatste gang. Na de uitvaart draaide de rolprent wekenlang in het drie jaar daarvoor geopende Alhambra.
Het zijn lang niet alleen de grote gebeurtenissen die Twente vormden (had ik de aanleg van het Twentekanaal al genoemd?) waar ‘Zo doo wiejleu dat’ de schijnwerpers op zet. En het zijn vooral de alledaagse beelden van gewoon volk die het publiek een reactie ontlokken.
Forse boerinnen en volkse vrouwen uit een achterbuurt die, zichtbaar ongemakkelijk maar toch ook gevleid, afwerende gebaren maken naar de camera. Kerels en jochies met en zonder petten die, net even stoerder dan normaal, houten karren vol hooi stouwen. Een schriel omaatje op een ziekbed.
De film voert ook langs momenten en gebeurtenissen die nu net zo actueel zijn als destijds. Het meest pregnante voorbeeld zijn beelden van de rellen rond de ruilverkavelingsplannen in Tubbergen, jaren 70. Boeren die vechten met agenten, charges waarbij een woedende ‘oale’ boer het verrekt om aan de kant te gaan en hardhandig tegen versgeploegde voren wordt gewerkt. Trekkers die dranghekken uit elkaar trekken, een giertank als waterkanon.
Driemaal raden aan wiens kant de kijkers in de theaterzaal dinsdagavond stonden.
Maar ook scènes over de spaghetti-rellen in Oldenzaal, Molukkers in Almelo en Turken in Enschede - we hebben het over de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw - zouden zomaar vandaag geschoten kunnen zijn. Angst voor diefstal, inbraak en - dat vooral - lijf en leden van blanke jongedochters: het is van alle tijden.
Johanna ter Steege - actrice en zo langzamerhand even iconisch Twents als Herman Finkers - praat de beelden aan elkaar. In onberispelijk (en ondertiteld) Nedersaksisch. Ter Steege was, met film-en programmamaker Erik Willems, initiatiefnemer van ‘Zo doo wiejleu dat’.
Afhankelijk van leeftijd en de vraag hoe vitaal het geheugen nog is, zal ‘Zo doo wiejleu dat’ toch niet meer dan voor de helft een klein feestje van herkenning zijn. Veel uit de film is van ruim voor de tijd dat haar publiek het levenslicht zag. Of je moet Tukker en eeuwling zijn.
Het zijn de beelden van het Twente dat ik niet ken die me het meest intrigeren. Soms omdat ik dingen zie en hoor die ik niet wist - dat ‘vadertje’ Drees De Klokkenbelt in Almelo opende of dat de Hengelose Kasbah eigenlijk een heel toffe en vooruitstrevende sociale opzet had - vaker omdat die beelden en verhalen iets laten zien van de volksaard, de geschiedenis en de voortgang van deze regio. En daarmee van het Twente van vandaag.
Daarmee is de film van Ter Steege en Willems toch echt meer dan een ‘tour de nostalgie’. Dik de moeite waard voor eigenlijk iedereen die iets met de streek heeft, ongeacht je leeftijd.
‘Zo doo wiejleu dat’ draait nog tot half oktober in een hele trits filmhuizen in Twente en de rest van het land. Een complete agenda vind je online.
‘Zo doo wiejleu dat’
documentaire (klik hier voor de trailer)
Erik Willems, Johanna ter Steege, André Oude Weernink
30 juni 2022
91 minuten
Twents gesproken, Nederlands ondertiteld (en zo heurt dat)