Wat klomp, tulp, aardappel, hagelslag en stroopwafels zijn voor de Nederland, is de knipjesmuts voor Twente. Of toch in elk geval een beetje. Een iconisch object dat, met goa-stok en midwinterhoorn, als weinig andere de ziel van de streek verbeeldt. Maar hoe terecht is dat?
De vraag alleen al stellen grenst aan blasfemie, natuurlijk. Het risico van zo’n vraag is dat ‘ie, godbetert, ook ontkennend beantwoord kan worden. Wie daar liever niet aan wil, kan beter het filmpje dat aan dit artikel is gehangen niet kijken. En doet er goed aan hier te stoppen met lezen.
Edwin Plokker, hoofd collectiebeheer van de Enschedese MuseumFabriek, ziet er geen been in om heilige huisjes omver te halen. Anders dan je misschien hoopt of verwacht, zijn mensen als hij er niet van om cultuurhistorische mythen in stand te houden: zij doen objectief onderzoek.
De voorwerpen waaraan die mythen zijn verbonden, worden onderworpen aan de koele en neutrale blik van wetenschappers, cultuurhistorici die maling hebben aan sentiment.
En - het is beroerd - wat blijkt: die knipjesmuts is even Twents als camembèrt, een alpinopet of een Lederhose. Datzelfde geldt voor tulpen en klompen. Ik heb je gewaarschuwd…
Tulpen zijn Ottomaans van oorsprong, net als kebab. Aardappels Zuid-Amerikaans. Klompen werden in heel Europa gemaakt en gedragen, net als de knipjesmuts. En die midwinterhoorn, die schalde ook over de alpentoppen.
We weten het - als je tot hier hebt gelezen, ook het laatste - maar we zouden het liever niet weten.
Hagelslag en stroopwafel daarentegen zijn wel degelijk oer-Hollands. Dat biedt grond aan de hoopvolle gedachte dat er dan wellicht ook iets te vinden moet zijn waarin de oer-ziel van de Tukker wèl resoneert.
Dik kans dat zoiets dan ook ergens in het depot van die MuseumFabriek ligt. Wij blijven zoeken.