Deelvervoer is in opkomst, ook in Enschede. In slechts twee jaar tijd is er in de stad een heel netwerk ontstaan van elektrische scooters en fietsen. Inmiddels zijn er meer dan duizend deelvoertuigen beschikbaar en dat leidt niet zelden tot verrommeling van het straatbeeld. De gemeente wil daar op korte termijn wat aan gaan doen, met zogeheten 'mobiliteitshubs'.
Mobiliteitshubs zijn fysieke plekken in de openbare ruimte waar deelvoertuigen gestald kunnen worden. Een soort stationnetjes of haltes dus. Er wordt onderscheid gemaakt in drie soorten: de regiohub (15 voertuigen in een stationsgebied), de wijkhub (10 voertuigen bij winkelcentra) en de buurthub (5 voertuigen in een woonwijk).
In Enschede zijn tien aanbieders van deelvervoer actief. Het gaat om auto's, scooters en fietsen en daar komen met de legalisatie in 2023 mogelijk ook nog steps bij. Het is een komen en gaan van aanbieders. Deze maand start bijvoorbeeld het bedrijf Bolt met de uitgifte van elektrische fietsen in Enschede.
In Enschede zijn op dit moment een kleine duizend deelvoertuigen te vinden van tien verschillende aanbieders.
Deelauto's: Greenwheels (12 benzineauto's) en MyWheels (8 hybride en 3 elektrische auto's).
Elektrische deelscooters: GoSharing (200 scooters), Felyx (200) en Check (200).
Deelfietsen: GoSharing (150 e-bikes), Bolt (150 e-bikes), OV-fiets (60 fietsen) en DeelfietsNederland (5 fietsen).
Tegelijkertijd houdt Dott het juist voor gezien in Enschede, omdat het bedrijf zich wil richten op grote Europese steden. Bondi is drie maanden geleden vertrokken om zich te richten op Den Haag en de deelfietsen van GoAbout zijn al sinds 2021 niet meer in het Enschedese straatbeeld te vinden.
In totaal telt Enschede iets minder dan duizend deelvoertuigen, die vooral werken vanuit het principe van 'free floating'. Dat houdt in dat ze na gebruik (weliswaar binnen bepaalde kaders) op elke willekeurige plek kunnen worden gestald. De gemeente constateert dat met de toename van voertuigen en aanbieders ook de (parkeer)overlast toeneemt.
Om de overlast tegen te gaan denkt de gemeente Enschede aan het realiseren van vijf centrale 'deelvervoerhaltes' op belangrijke plekken in de stad, twintig grotere hubs op centrale locaties in de wijken en maar liefst honderd hubs verspreid over alle buurten. Zo is het de bedoeling dat alle inwoners binnen 300 meter van hun vertrekpunt of eindbestemming in ieder geval een deelscooter of deelfiets kunnen vinden of stallen.
Deze zomer nog start een proef met de eerste 22 hubs op het Kennispark, het gebied van GoPlanet tot de Universiteit Twente. In de pilot wordt vooral ingespeeld op studenten en forenzen die parkeren bij FC Twente. De hubs worden herkenbaar met een eigen bord en logo. Ondertussen werkt de gemeente aan de uitrol van een groter netwerk in de stad, maar zegt het daarvoor wel subsidies nodig te hebben.
Onlangs nam de gemeenteraad unaniem een motie van de PVV en VVD aan, waarin het college wordt opgeroepen om werk te maken van de overlast van deelscooters en deelfietsen. Daarin werd aangestuurd op het heffen van belasting. Het college heeft gekeken naar precario (belasting voor commercieel gebruik van de openbare ruimte) of parkeertarieven, maar zegt dat dat om verschillende redenen niet mogelijk of wenselijk is.
De oplossing wordt gezocht in leges, de kosten die bij het aanvragen van een vergunning komen kijken. In combinatie met de 125 'hubs' in de stad denkt het college aan het invoeren van een vergunning voor deelvervoerbedrijven. In Rotterdam, Groningen en Zwolle is zo'n vergunning, die het mogelijk maakt om op het aantal deelvoertuigen te sturen, al ingevoerd.