Noordrijn-Westfalen heeft een nieuwe regering van CDU en de Groenen. Wat wij aan deze kant van de grens daar mee moeten? Nou, de Duitse deelstaat grenst onder meer aan een deel van Twente. En in het nieuwe regeerakkoord wordt over samenwerking met aangrenzende provincies, zoals Overijssel, ook wat gezegd. 1Twente en Commissaris van de Koning Andries Heidema zetten ze op een rij.
Met de installatie van de ministers en staatssecretarissen door deelstaatpremier Hendrik Wüst (CDU) is de start van de nieuwe regering in Noordrijn-Westfalen deze woensdag een feit. Vorige week werd al het nieuwe coalitieakkoord van CDU en de Groenen gepresenteerd. Het Zukunftsvertrag, ofwel het akkoord voor de toekomst, telt bijna 150 pagina's en vertelt over de plannen van de nieuwe deelstaatregering. In die plannen is grensoverschrijdende samenwerking met Nederland een belangrijke factor, maar wat betekent dat precies?
Vervoer is de komende jaren een van de belangrijkste thema's als het gaat over grensoverschrijdende samenwerking tussen Noordrijn-Westfalen en Nederland. Een treinticket kopen voor een reis over de grens is door verschillende ov-aanbieders en regels namelijk niet zo makkelijk als het klinkt.
Tussen Aken en Maastricht loopt een pilot met een app op de smartphone, die een 'grensoverschrijdende ticket' mogelijk maakt. De bedoeling is dat deze proef verder wordt uitgerold in het grensgebied. De problemen met de ticketsystemen worden nu nog provisorisch opgelost, bijvoorbeeld met een Duitse ticketautomaat op het station in Enschede en een in/uitcheckpaal voor Nederlandse ov-bewijzen op het station in Gronau.
Voor het eerst in politieke geschiedenis van Noordrijn-Westfalen is er een coalitie tussen de christendemocraten van CDU (vergelijkbaar met CDA in Nederland) en Bündnis 90/Die Grünen (vergelijkbaar met GroenLinks) gevormd. Een zwart-groene coalitie wordt dat bij de Oosterburen genoemd: zwart voor christelijk/conservatief en groen voor milieu. Samen hebben ze 115 van de 195 zetels in de Landtag.
De afgelopen vijf jaar vormden CDU en de liberalen van FDP de regering, die grotendeels onder leiding stond van minister-president Armin Laschet. Hij verruilde die post in het najaar voor een zetel in het Duitse parlement. Hendrik Wüst, die deze week is herbenoemd tot premier, volgde hem toen op. De Groenen zaten al vaker in een deelstaatregering, maar dat was telkens met de sociaal-democraten van de SPD.
Het grensoverschrijdende vervoer krijgt dus meer prioriteit in de toekomstplannen van de nieuwe deelstaatregering. Maar veel concreter dan dat het vooral om treinverbindingen gaat, wordt het in het coalitieakkoord van CDU en de Groenen niet. Automatisch gaan de gedachten naar de ambitie om tussen Zwolle, Enschede en Münster een volwaardige intercityverbinding te realiseren.
Commissaris van de Koning in Overijssel Andries Heidema ziet de stootblokken op perron 4 in Enschede en de bijbehorende overstap op het 'dieseltje' naar Münster graag verdwijnen. "Het wordt niet met naam en toenaam genoemd, maar Noordrijn-Westfalen wil heel veel investeren in het openbaar vervoer", aldus Heidema. "Dan staat wat ons betreft en onze Duitse partners hoog in het verlanglijstje."
Noordrijn-Westfalen wil werk maken van waterstof als energiedrager. Met name de infrastructuur voor transport en opslag van het gas vraagt om aandacht. De deelstaatregering wil bestaande aardgasleidingen geschikt maken voor waterstof en die verbindingen met de zeehavens van Nederland en België in stand houden. Ook het transport van vloeibare waterstof over water en per spoor - een intensief proces - moet mogelijk worden.
Andries Heidema zegt vooral uit te kijken naar wat de grensregio's voor elkaar kunnen betekenen op het gebied van batterijtechnologie. Met het Battery Research Center wil Münster een Europese topregio worden in deze tak van de wetenschap. In de onderzoeken (het gaat hier om energieopslag) wordt nauw samengewerkt met wetenschappers van de Universiteit Twente.
De nieuwe regering van Hendrik Wüst wil grensoverschrijdende samenwerking met steden en regio's in Nederland (en België) gaan aanjagen. Hoe precies, dat staat niet in het coalitieakkoord. Maar het Verdrag van Anholt uit 1991, waarin de gezamenlijke handel en ontwikkeling wordt gestimuleerd, verdient wat de regering betreft een modernere versie.
De grensinformatiepunten en de Euregio blijven in stand en behouden hun status. Het grensoverschrijdende contact ten tijde van de coronauitbraak wordt gezien als model voor nieuwere soorten van samenwerking. Onder meer op het gebied van rampenbestrijding en noodhulp wordt er naar verbetering gezocht.
Commissaris van de Koning Andries Heidema zit namens de grensprovincies Overijssel, Gelderland en Limburg aan tafel met de verantwoordelijke ministers van Nederland en Noordrijn-Westfalen als het gaat om versterking van de grensoverschrijdende banden. Een Duitse deelstaat en een Nederlandse provincie zijn niet met elkaar te vergelijken.
Een deelstaat heeft een zekere autonomie en daarom ook een eigen kabinet. Daarom wordt vaak ook op landelijk niveau met de deelstaatregering gepraat. Met 18 miljoen inwoners is Noordrijn-Westfalen qua omvang vergelijkbaar met Nederland.
Opvallend in het coalitieakkoord in Noordrijn-Westfalen is dat scholen de mogelijkheid krijgen om Nederlands al belangrijkste vreemde taal aan te duiden. "Het is een fantastisch signaal", aldus Andries Heidema. "Het onderstreept het belang dat ze hechten aan de samenwerking met Nederland. We zijn buren. Als je kijkt wat er al ligt aan economische verbinding dan is dat enorm."
Andersom lijkt aan deze kant van de grens de aandacht veel meer naar het Engels en zelfs het Frans uit te gaan. "Het zou ook mooi zijn als het Duits in de grensregio ook nadrukkelijk nog wat aandacht krijgt", zegt Heidema. "Maar het hele onderwijssysteem in Duitsland is anders georganiseerd dan in Nederland. In Duitsland kan er centraler worden gestuurd. In Nederland zijn we meer afhankelijk van de bereidheid van scholen om mee te werken."
Waar de Commissaris van de Koning in Overijssel ook blij mee is, is de aandacht die uitgaat naar de grensoverschrijdende arbeidsmarkt. "Als je in Nederland een opleiding voor verpleegkundige of onderwijzer hebt gedaan en je kan een fantastische baan krijgen in een ziekenhuis of school in Noordrijn-Westfalen, dan is het op dit moment nog vaak: 'jammer, maar helaas, je hebt een Nederlands diploma'.
Met het nieuwe coalitieakkoord bij de Oosterburen is erkenning van elkaars diploma's een stap dichterbij gekomen, denkt Andries Heidema. Er staat in ieder geval in dat er aan gewerkt zal worden. Overigens is deze grensbarrière al vele jaren een punt van aandacht, ook binnen het Euregioverband.