Met Samen Trots op Enschede presenteren Burgerbelangen, VVD, PvdA en ChristenUnie een nieuw coalitieakkoord. Deze maandagavond mag de gemeenteraad daar haar oordeel over vellen. In het coalitieakkoord wordt een aantal beloften gedaan, maar ontbreekt tevens een heldere onderbouwing. De vraag is hoe haalbaar die beloften zijn. Een analyse.
Het nieuwe Enschedese coalitieakkoord is er een op hoofdlijnen. Samengesteld door een minimale meerderheid - 20 van de 39 zetels in de Enschedese gemeenteraad. Vastgetimmerde en concrete afspraken zijn veelal vermeden. Dat biedt ruimte aan de - soms grote - verschillen binnen de coalitie.
Een voordeel is dat coalitiegenoten op bepaalde thema’s anders kunnen stemmen. Denk aan de vraag of er windmolens moeten komen, of andermaal een vorm van asielzoekersopvang. Dan is de hele gemeenteraad aan zet en zijn er verschillende meerderheden nodig om knopen door te hakken.
Anders gezegd: de voltallige raad zal veel vaker aan zet zijn. En het coalitiebolwerk, waar de andere partijen in de vorige periode vaak tegenaan liepen, heeft dunne muurtjes gekregen. Het was de wens van alle partijen om het anders te doen - in die zin is dat met dit open akkoord gelukt.
Maar dat open karakter van het akkoord leidt ook tot in algemene, vage termen gestelde afspraken die nog nader uitgewerkt en onderbouwd moeten worden. Het zijn beloften waarvan het de vraag is hoe haalbaar ze zijn. In een eerder artikel zetten wij er negen op een rij.
Een aanpassing van het principe van diftar (betalen per aanbod restafval) is geen optie. Maar de nieuwe coalitiepartijen beloven de strijd tegen afvaloverlast aan te gaan. Niet alleen wordt de controle door boa’s opgevoerd en wordt meer cameratoezicht bij milieupleinen overwogen, ook een verhoging van het stortquotum (van 75 naar 300 kilogram) en een periodieke inzamelronde van grofvuil wordt beloofd.
Dit alles moet overigens niet leiden tot een toename van de afvalstoffenheffing. Die belofte lijkt onmogelijk. Het ‘gratis’ storten kost namelijk wel degelijk geld, dat is jaren geleden al uitgezocht. Een verhoging naar 300 kilo per jaar kost zo’n 15 euro per huishouden. Daar komt nog 5 euro per huishouden bij voor de grofvuilronde. Oftewel: een kleine 1,5 miljoen euro, kosten van boa’s en camera’s niet meegerekend.
Met het opruimen van afvaldump in Enschede is zo’n 480.000 euro gemoeid. Zelfs in de theoretische situatie dat er geen afvaldump meer plaatsheeft, kosten de maatregelen dus wel degelijk geld. Overigens heeft de herinvoering van het stortquotum van 75 kilogram in 2018 ook niet tot een afname van afvaloverlast geleid. Bovendien druist een stortquotum volledig in tegen het principe van diftar, namelijk dat er voor restafval betaald dient te worden.
De nieuwe coalitie houdt zich aan de klimaatafspraken en wil daarvoor ‘maximaal inzetten op zon-op-dak’. Over de eventuele komst van windmolens moet de gemeenteraad zich uitspreken. BBE en VVD willen geen windmolens. Dat geldt ook voor een meerderheid in de gemeenteraad.
Dat ‘maximaal zon-op-dak’ was al meegenomen in de doelen voor energie-opwek (193 gigawatt-uur oftewel 59 hectare in 2030 in totaal). Daarvan is op dit moment zo’n drie procent gerealiseerd, zo’n 9 hectare. In de voorbije vier jaar is er nauwelijks iets gebeurd; dat betekent voor de komende jaren een inhaalslag van 50 hectare. Komen er geen windmolens (er waren er drie gepland), dan wordt dat het dubbele.
Daar komen een paar knelpunten bij. De gemeente heeft over het leeuwendeel van de beschikbare daken niets te zeggen, die zijn privébezit. Veel dakoppervlak moet eerst geschikt gemaakt worden en dat brengt (hoge) kosten met zich mee. En de netcapaciteit kan veel meer extra elektriciteit niet aan. Er zal een nieuw verdeelstation moeten komen: ontwikkel- en bouwtijd: een jaar of acht.
Na jaren van politiek gesteggel is de kogel door de kerk: het recht op hulp in de huishouding wordt weer vastgesteld in aantallen uren per week. Als vanouds. Daarmee wordt de juridische schemerzone van het ‘schoon en leefbaar’ dat Enschede lang als maatstaf hanteerde opgeheven.
Het coalitieakkoord spreekt zich niet uit over de vraag of alle ruim zesduizend huishoudens die hulp ontvangen worden herzien, of dat het nieuwe criterium alleen nieuwe gevallen betreft. En bij zo’n vijfduizend huishoudens waarvoor in het verleden recht op thuishulp is vastgesteld, is nooit opnieuw bekeken of de toegekende hulp nog wel voldoende is. Dat had al wel gemoeten. Ook daarover is in het coalitieakkoord niets gezegd.
De singels staan muurvast. Met name in Enschede-Noord hebben inwoners daar last van, omdat het automobilisten via sluiproutes door de woonwijken de drukke singels proberen te vermijden. Er wordt een verkeersplan gemaakt dat de doorstroming in de wijk en op de singel moet verbeteren. Ook komt een onderzoek naar de Noordelijke Ontsluitingsweg Enschede Kennispark (NOEK) weer op de agenda.
De NOEK of ‘Noorderval’, een rondweg tussen de Hengelosestraat (UT) en Deurningerstraat, zou de druk op de singels zeker kunnen verminderen. Maar realistisch is de nieuwe weg op korte termijn niet. Zowel praktisch (er moeten gronden worden aangekocht, verkeerstrillingen kunnen het werk in het nanolab op de UT onmogelijk maken) als financieel (er is nog geen euro gereserveerd en de investering werd in 2012 al geschat op 10 tot 50 miljoen euro) zijn er genoeg beperkingen.
Goed nieuws voor Glanerbrug. De nieuwe coalitie wil maximaal 2,2 miljoen euro bijdragen voor de heropening van zwembad De Brug. Het bad werd in 2017 gesloten vanwege bezuinigingen bij de gemeente. Met de nieuwe investering moet het bad aan de strengste duurzaamheidseisen voldoen.
Het succes zal afhangen van hoe de gemeente het nieuwe zwembad wil onderbrengen. Gaat dat via Sportaal (en een openbare aanbesteding) dan kunnen de kosten zomaar oplopen. Wordt het pand voor een symbolisch bedrag overgedragen aan een stichting en kunnen de Glanerbruggers er zelf mee aan de slag, dan hangt de vlag er beter bij. Desondanks wil de coalitie geen geld voor de exploitatie beschikbaar stellen. Ook dat zal een uitdaging worden voor het beheer en onderhoud.
Uitbreiding van cameratoezicht, intimidatie van vrouwen in de binnenstad aanpakken, een verbod op lachgas- en drugsgebruik in de hele stad en een ‘patser-aanpak’ voor de winst uit handel in drugs. De nieuwe coalitie wil korte metten maken met criminaliteit en overlast. Op papier is dat niet zo’n probleem; de uitdaging zit ‘m in de praktische uitwerking van de plannen.
Meer en strengere regels betekenen, hoe je het ook doet, meer toezicht en handhaving. Tenminste: als je wilt dat die regels ook effect hebben. In het coalitieakkoord wordt niet aangegeven hoe dat moet. Extra inzet van boa’s en politie ligt voor de hand.
Eén boa kost zo’n 55.000 euro per jaar. Maar boa’s gaan in tweetallen de straat op. Met meer inzet van boa’s is dus ruim een ton per koppel gemoeid. De gemeente gaat niet over extra inzet van politie; dat is een politieaangelegenheid. De burgemeester kan wel vragen om meer prioriteit voor specifieke vormen van criminaliteit en overlast.
De coalitiepartners willen onderzoeken of Enschedeërs, maar ook verpleegkundigen, agenten en docenten bijvoorbeeld, met voorrang in aanmerking kunnen komen voor een sociale huurwoning. Een opmerkelijke passage in het ‘regeerakkoord’.
Het Rijk wil 845.000 nieuwe woningen bouwen. Voor 2030. In Almere en Lelystad moeten er 30 tot 40.000 komen. Een stad als Eindhoven wil er 60 tot 75.000. Enschede zet in op 9.300 nieuwe woningen over tien jaar (5.400 nodig in 2025). Daar komt bij dat de energietransitie grootschalige renovatie van bestaande woningen vraagt. En de prijzen in de woningbouwsector rijzen de pan uit, mede als gevolg van de oorlog in Oekraïne en schaarste van materialen en grondstoffen.
Als zo’n voorrangsregeling op basis van bijvoorbeeld beroep juridisch al kan, dan nog levert het een fors praktisch probleem op. De woningnood is nijpend en het is niet waarschijnlijk dat die op korte termijn wordt opgelost. Anders gezegd: bij voorrang voor specifieke groepen in een krappe huurmarkt, wordt het voor andere groepen nog moeilijker om een passend huis te vinden.
Die haalbaarheid van de coalitieplannen hangt dan ook nog eens samen met zaken als de capaciteit binnen de ambtenarij, de politieke werkelijkheid en - niet als laatste - de centen.
Het maken van plannen is niet moeilijk. Maar voor de uitvoering ervan zijn mensen nodig. En laat de gemeente nu – net als veel andere bedrijven – last hebben van de krapte op de arbeidsmarkt. Wie jaarrekeningen en begrotingen van de gemeente leest, weet dat er een personeelstekort dreigt als het aantal vergunningaanvragen voor zonnedaken en zonneparken gaat stijgen.
Dit geldt overigens ook voor de afdeling die zich bezighoudt met bestemmingsplannen voor nieuwe woningbouwlocaties. Ook op het gebied van handhaving, het uitvoeren van Bibob-onderzoeken en tal van andere gemeentelijke taken dreigt krapte. Een krakende organisatie dus.
Bij veel van de gedane beloften in het akkoord is het nieuwe Enschedese college voor de inlossing ervan afhankelijk van externe partijen of factoren. Zon-op-dak en de heropening van zwembad De Brug zijn voorbeelden. Maar dat geldt ook voor de toewijzing van huurwoningen en woningbouw. Het succes - al was het maar gedeeltelijk - van veel plannen rust grotendeels op wat anderen willen of kunnen doen: ondernemers inwoners en de bouwsector in deze gevallen.
Omdat er in de coalitieplannen veel niet vastligt, zal het nieuwe college vaak terug moeten naar de gemeenteraad. Dat is ook de bedoeling. Maar het betekent ook dat veel zal afhangen van een politiek proces. Soms gaat dat om grote beslissingen (wel of geen windmolens), soms om de praktische invulling van voornemens (medemenselijkheid bij de sluiting van opvang voor uitgeprocedeerde asielzoekers: wat betekent dat?).
Dat zal niet alleen zo nu en dan tot stevige debatten leiden, de kans bestaat dat een voorstel faliekant indruist tegen de idealen van de ene partij en de andere niet ver genoeg gaat. Daarmee kan ieder controversieel thema onderwerp worden van een potje politieke touwtrekkerij waarbij niemand een beslissing over de streep trekt. Een energienota bijvoorbeeld kan zomaar stranden omdat partijen de investeringen te veel of juist te weinig vinden en de meerderheid tegen stemt. Met de verantwoordelijke wethouder als kop van jut.
Alle valt of staat met de centen. Het openhouden van een zwembad? Kost geld. Het aannemen van nieuwe werknemers? Kost ook geld. En zelfs het invoeren van een gratis parkeeruurtje in de gemeentelijke parkeergarages kost geld. Immers, dit betekent gemiste inkomsten (derving) en dus ook dat er minder geld te besteden is voor andere zaken.
Voor een gemeente met een goedgevulde spaarpot – in die van Enschede zit bijna 100 miljoen euro – is dat geen probleem, zou je zeggen. Maar net als andere uitvoeringsorganisaties krijgt ook de gemeente te maken met de gevolgen van inflatie en stijgende bouw- en ontwikkelkosten. Daarnaast dreigt er in 2026 ‘gewoon’ een tekort van 35 miljoen euro, omdat het Rijk de hoogte van het Gemeentefonds aanpast. De nieuwe coalitie wil niet te vroeg anticiperen op deze tekorten en hoopt dat een landelijke lobby de schade doet beperken.