In een brief aan de Enschedese gemeenteraad laat het Diaconaal Platform Enschede weinig heel van de manier waarop thuiszorg in de stad is georganiseerd. Het interkerkelijke hulporganisatie hekelt vooral het feit dat het college nog altijd vasthoudt aan een werkwijze die, volgens het platform, in strijd is met de wet. Vanavond wordt ‘Ondersteuning Huishouden’, zoals het officieel heet, in de raadsvergadering besproken.
‘Schaamteloos’, ‘de burger een strop om de hals gelegd’, ‘kan de toets van de menselijke maat absoluut niet doorstaan’, 'Uw burgers zijn het helemaal zat!. De bewoordingen waarmee het Diaconaal Platform Enschede (DPE) de beantwoording van raadsvragen fileert, zijn buitengewoon fel.
Maar niet alleen het college moet het ontgelden. Ook de gemeenteraad krijgt een geduchte tik over de vingers: ‘Wordt alles voor zoete koek aangenomen?’, ‘…waarom hebt u in het verleden ingestemd met de huidige wanorde?’, ‘U hebt toegelaten dat de wet op meerdere plaatsen is, en nog steeds wordt, overtreden'.
Aanleiding voor het klaagschrift is een memo waarin het college een aantal vragen van raadsleden over huishoudelijke hulp beantwoord. Die beantwoording ‘laat opnieuw zien hoe ver de gemeente Enschede van de dagelijkse werkelijkheid afstaat’, zo stelt het DPE.
Eén van de punten waar het DPE over valt is de rechtszekerheid van inwoners die hulp in de huishouding ontvangen. Zij kunnen op basis van het besluit over die hulp niet controleren of ze de hulp krijgen die hen is toebedeeld. Dat bleek ook al uit een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van begin 2019 en uit een recent onderzoek van de Enschedese Rekenkamercommissie.
Het college stelt, in een antwoord op vragen van raadsleden daarover, dat cliënten (inwoners die hulp in de huishouding ontvangen) aan de hand van de afgegeven beslissing in gesprek met de thuiszorgorganisatie over welke werkzaamheden wanneer gedaan moeten worden. Het blijft voor hen alleen bijna onmogelijk om te controleren of zij krijgen waarop zij recht hebben.
En daarmee blijft, zo stelt het DPE, de juridische basis voor het beleid wankel. Sinds begin 2019 wordt in beslissingen over thuishulp uren vermeld. Maar dat zijn uren op jaarbasis. Volgens het college biedt dat inwoners het handvat om met hun thuiszorgorganisatie in gesprek te gaan over hoe en wanneer die uren worden ingezet.
Knelpunt is dat die uren niet kunnen worden afgezet tegen de huishoudelijke taken, die ook in de beslissing staan vermeld. In de beslissing wordt niet aangegeven hoeveel tijd er met die huishoudelijke taken is gemoeid. Het DPE vindt dan ook dat dat urenaantal op jaarbasis inwoners te weinig duidelijkheid biedt. ‘Ook dit gaat volkomen voorbij aan de wettelijke richtlijnen’, stelt het platform.
In het onderzoek van de Enschedese Rekenkamercommissie is het beleid niet juridisch getoetst. Vraag van raadsleden was dan ook of Enschede opnieuw door de rechter teruggefloten zou kunnen worden. Het college stelt dat dat niet op voorhand uit te sluiten is.
Ook dat is het DPE een steen des aanstoots. De Wmo is een voorzieningenwet, wat betekent dat vooraf klip en klaar moet zijn dat een besluit op grond van die wet juridisch waterdicht is. Anders gezegd: inwoners moeten er blind op kunnen vertrouwen dat zij krijgen waarop zij volgens de wet recht hebben. Maar de verantwoordelijkheid daarvoor, zo stelt het DPE, ligt nu bij die inwoner zelf. Die moet immers met de aanbieder afspraken maken over de thuishulp.
Is hij (of zij) het daar niet mee eens, dan staat de weg naar bezwaar en de rechter open, zegt het college. Daar kan (en zal) nieuwe jurisprudentie uit ontstaan, erkent ook het college. Het DPE vindt dat ‘schaamteloos’. Omdat het college daarmee opnieuw mikt op toetsing achteraf in plaats van vooraf, maar ook omdat beroepsprocedures tot aan de CRvB drie jaar in beslag nemen. ‘Wilt u als raad onze meest kwetsbare burgers nog langer opzadelen met deze gang van zaken?’.
Verbolgen is het DPE ook over het antwoord op de vraag hoeveel zorgvragers nog wachten op een nieuw besluit over hun thuishulp. Dat wordt normaal gesproken eens in de drie jaar herzien. Volgens het college is het recht van eenderde van de 6400 Enschedeërs die hulp in de huishouding ontvangen opnieuw beoordeeld. Dat zou betekenen dat 4300 van hen nog geen nieuwe beslissing hebben ontvangen.
Volgens het DPE zijn dat er 5000. Dat aantal zou zijn genoemd in een overleg met de ambtelijke top over de kwestie. Maar dat cijfer klopt niet, stelt het college in haar antwoord op vragen daarover uit de raad. Hoeveel het er dan wel zijn, wordt niet precies aangegeven.
Maandagavond debatteert de gemeenteraad opnieuw over Ondersteuning Huishouden. In een eerder debat, waarin geen beslissingen werden genomen, werd al wel duidelijk dat de raadsmeerderheid voor de huidige werkwijze afbrokkelt. Zowel de wethouder als de raad zelf lijken af te stevenen op beslissingen waarin het recht op thuishulp in duidelijk herleidbare uren wordt uitgedrukt.
Het DPE lijkt met deze brief niet alleen het belang daarvan te willen onderstrepen, maar laat ook blijken er niet gerust op te zijn. Het college houdt naar de smaak van het platform, in elk geval in de beantwoording van de vragen van de raad, te veel vast aan de bestaande werkwijze.