Het ontmoedigen van grensverkeer of het daadwerkelijk ‘sluiten’ van grensovergangen heeft de afgelopen jaren nauwelijks invloed gehad op de verspreiding van het coronavirus. Dat concludeert een panel van experts uit de gezondheidszorg in een onderzoek dat op verzoek van de grensregio’s tussen Nederland, Duitsland en België is uitgevoerd. "Een pandemie stoppen door de grens te sluiten is totaal absurd."
Het onderzoek is uitgevoerd onder 27 experts uit de grensgebieden tussen Nederland, Duitsland en België. Ook twee Twentse zorgprofessionals gaven (anoniem) hun mening. In de resultaten van het onderzoek worden kanttekeningen geplaatst bij de communicatie tussen zorgverleners in de grensgebieden, daar zou nog veel winst te behalen zijn. En dat terwijl de euregioverbanden en grensburgemeesters spreken van een succesvolle grensoverschrijdende samenwerking in coronatijd. Ze gaan er ook prat op dat ze er juist door onderlinge samenwerking in zijn geslaagd om de grenzen tussen Nederland en Noordrijn-Westfalen gedurende de hele coronacrisis open te houden voor het ‘noodzakelijke grensverkeer’.
De definitie van een ‘open’ grens is op verschillende manieren te interpreteren. Er is tussen Nederland en de aangrenzende deelstaat Noordrijn-Westfalen weliswaar nooit sprake geweest van een harde grenssluiting, zoals dat tussen België en Nederland wel enige tijd het geval was. Iedere Nederlander heeft zich gedurende het eerste jaar van de coronaperiode vrij kunnen verplaatsen over de grens met de oosterburen, zolang de duur van het bezoek zich tot maximaal 24 uur of in bepaalde uitzonderingsgevallen tot 72 uur beperkte.
Het onderzoek naar Covid-19 in het grensgebied is uitgevoerd door euPrevent, een euregionaal gezondheidsnetwerk, in samenwerking met Maastricht University. De opdrachtgevers zijn onder meer grensregio’s en overheden, zoals deelstaat Noordrijn-Westfalen en de provincie Overijssel. In totaal zijn 27 zorgprofessionals geïnterviewd: 10 uit Nederland, 11 uit Noordrijn-Westfalen en 6 uit België. Het gaat veelal om leidinggevenden bij onder meer GGD/Gesundheitsamt, huisartsenzorg en ouderenzorg. De data en cijfers die zijn geanalyseerd zijn afkomstig uit de periode vanaf de uitbraak van het coronavirus tot 1 mei 2021, dus grofweg tot en met het einde van de derde infectiegolf.
In het Schengenakkoord is immers vastgelegd dat er sprake is van vrij grensverkeer binnen de Europese Unie en de officiële Duitse inreisregels rondom coronatesten, vaccinatiebewijzen en aanmeldeisen hebben zich lange tijd beperkt tot meerdaagse reizen. Pas in het voorjaar van 2021 is ook voor ‘klein grensverkeer’ (zoals boodschappen doen, tanken of een familiebezoek) een test- of vaccinatieplicht ingesteld, maar die werd slechts steekproefsgewijs gecontroleerd. Overigens zat de onderzoeksfase er toen al op (zie inzet).
Ondanks het uitblijven van een harde sluiting van de grensovergangen met Duitsland, is er in veel grensregio’s wel een sterk ontmoedigingsbeleid gevoerd ten opzichte van het grensverkeer. Ook in Twente. Al vroeg in de coronaperiode plaatste de gemeente Enschede bijvoorbeeld elektronische borden langs de N35 bij Glanerbrug, waarop in het Duits werd opgeroepen om niet de Enschedese binnenstad te bezoeken en thuis te blijven. Vanuit de Veiligheidsregio Twente is inwoners opgeroepen vooral niet over de grens te gaan tanken, boodschappen te doen of op familiebezoek te gaan.
Vaker dan anders leken Nederlandse en Duitse politieagenten grenscontroles uit te voeren. Die controles waren veelal steekproefsgewijs, maar zeker in het begin van de coronaperiode werden automobilisten die zonder ‘geldige reden’ de grens passeerden weer teruggestuurd of op z'n minst dringend verzocht dat te doen. Voorafgaand aan Duitse feestdagen (als er massaal in Nederland wordt gewinkeld) startten grensburgemeesters mediacampagnes om grensverkeer te beperken.
“Duitsers, blijf weg uit Enschede”, zei toenmalig burgemeester Onno van Veldhuizen in 2020 voorafgaand aan de Dag van de Eenheid (3 oktober). Volgens het onderzoek van euPrevent zijn maatregelen als deze zowel gepresenteerd als ervaren als grenssluitingen. ‘Doordat deze maatregelen kracht werd bijgezet door gebruik van imponerende waarschuwingsborden, materiële wegversperringen en politiecontroles, had dit grote impact op het leven in de grensregio’, aldus de onderzoekers.
De gevolgen voor bijvoorbeeld de lokale middenstand zijn onder meer terug te zien in de bezoekerscijfers van grote winkelsteden zoals Enschede. In de eerste week van maart in 2020, toen er nog geen coronamaatregelen waren, werd de bezetting in de Van Heekgarage voor 17 procent bepaald door Duitsers. Een jaar later was dat, middenin de lockdown, slechts 3 procent.
Ook op drukke zaterdagen, waar op de piekmomenten normaal gesproken 40 procent van de binnenstadbezoekers uit Duitsland komt, bleven de bezoekersaantallen achter. Zelfs op 1 mei 2021, de Dag van de Arbeid, kwam het aandeel Duitsers amper boven de 30 procent uit.
Het ontmoedigen van het grensverkeer was bedoeld om de verspreiding van Covid-19 over de grens tegen te gaan. Maar heeft dat beleid ook geholpen? In het onderzoek van euPrevent zeggen experts daar geen aanwijzingen voor te hebben. “Ik zou niet zeggen dat grensoverschrijdende mobiliteit een grote rol speelt”, zegt een Duitse expert. Ja, er zijn gevallen bekend waarbij daar sprake van was. De Duitse autoriteiten hebben wel eens bruiloften aan beide kanten van de grens aangewezen als besmettingshaarden en ook onder arbeidsmigranten in bijvoorbeeld de vleesverwerkingsindustrie waren er besmettingen bekend, die vooral aan hun leefsituatie (veel bij elkaar in kleine woonruimtes) worden toegeschreven.
“Ik denk niet dat het passeren van de grens de belangrijkste oorzaak van transmissie is”, zegt een Nederlandse expert. “De situatie voor bewoners die respectievelijk aan de Nederlandse en Duitse kant van de grens wonen is immers hetzelfde als bewoners die in twee Nederlandse aangrenzende dorpen wonen.”
Ook in de cijfers is een verband tussen grensverkeer en besmettingen niet aantoonbaar. Op kaarten met coronacijfers is volgens de onderzoekers op geen enkel moment af te leiden dat besmettingen zich binnen grensregio's aan beide zijden van de grens als een olievlek uitbreiden. In onderzoek onder 10.000 Limburgers bleek dat frequente grensreizigers minder antistoffen in hun bloed hadden dan zij die in Nederland waren gebleven, hetgeen niet duidt op een hoger besmettingsrisico.
“De echte oorzaak van de pandemie is eenvoudig weg de mate waarin mensen zich aan de maatregelen en de adviezen houden”, aldus een van de elf ondervraagde Duitse zorgmedewerkers. En een collega: “Het is niet de grens die het doet, het is het familieleven aan beide zijden van de grens. En de vrienden die aan beide zijden van de grens wonen en het werk.”
Waar het terugdringen van het grensverkeer wel gevolgen heeft gehad is op sociaal gebied, zeggen de ondervraagden. “Er is niet nagedacht dat er zo veel mensen zijn die over de grens werken of om andere redenen vaak de grens over moeten steken. Dat kan niet zomaar stoppen vanwege Covid-19”, zegt een uit Nederland afkomstige zorgexpert.
Voor hen die onder voorwaarden (testbewijzen, werkverklaringen, schoolbezoek, mantelzorg) wel de grens over mochten, waren de grote verschillen in de geldende coronaregels volgens de onderzoekers juist verwarrend. ‘Beperkingen van grensverkeer levert in een grensregio waar men gewend is aan grenzeloos leven problemen op. Een beroep doen op formele uitzonderingsregels levert betekent administratief-bureaucratisch werk.’ Maar bewoners in de grensregio nemen soms ook het lot in eigen hand: ‘hier en daar keert de sfeer van smokkel terug’.
Hoewel enkele experts aangeven wel degelijk een correlatie te zien tussen grensverkeer en de verspreiding van corona, is het algemene beeld sceptisch. Alleen in de vroegste fase van de pandemie, wordt gezegd, zou het hoogstens hebben kunnen helpen om de verspreiding te vertragen.
Een enkele ondervraagde was zeer uitgesproken. “Een infectie de kop indrukken, een pandemie stoppen door de grens te sluiten is totaal absurd”, aldus een Duitse zorgexpert. “De grenssluitingen werden hier meer ervaren als een stomp in de maag, als een aanval op het idee van Europa.”