In het advies van de informateurs staat dat de nieuwe coalitie in Enschede uit vier partijen zou moeten bestaan. Deze partijen (Burgerbelangen, VVD, PvdA en ChristenUnie) zouden dan samen vijf wethouders moeten aanstellen. Maar... verkiezingswinnaar BBE had graag een zesde wethouder in het college gezien en heeft deze wens nog niet uit het hoofd gezet.
Haarlemmermeer, Amersfoort en Zwolle zijn (nu nog) kleinere gemeenten dan Enschede, maar tellen wel zes wethouders. Enschede heeft er 'maar' vijf. En dat is volgens BBE niet genoeg. De lokale partij ziet dat de lokale werkdruk oploopt, mede doordat het Rijk steeds meer taken over de schutting van gemeenten gooit. Bovendien zou er een aparte wethouder moeten komen die zich bezighoudt met veiligheid en met lobbywerk. Dat rechtvaardigt volgens BBE ook in Enschede een zesde wethouder.
Volgens informateurs Jan Martin van Rees en Henk Veerbeek zijn de handen voor zo'n zesde wethouder moeilijk op elkaar te krijgen in Enschede. Echter, het argument dat zij in hun verslag aanhalen is dat de politici van de andere partijen moeite hebben met de verdeling van die wethouders. Gezien de zetelverdeling zou dit scenario betekenen dat Burgerbelangen een derde wethouder krijgt toebedeeld, tegenover één wethouder voor PvdA, VVD en ChristenUnie.
De wens voor een zesde wethouder werd in 2018 ook al uitgesproken door Burgerbelangen. Toen had de lokale partij ook nog een derde termijn door gewild met toenmalig wethouder Hans van Agteren. Maar die zesde wethouder kwam er niet, mede uit financieel oogpunt. Het salaris van een fulltime wethouder moet namelijk wel uit de gemeentebegroting worden betaald. En dat is bruto € 9.658,22 per maand, of € 115.898,64 per jaar, of bijna een half miljoen voor een hele raadsperiode. Daarmee stopt het overigens niet, want ook een wethouder zal een assistent of andere ambtelijke ondersteuning ontvangen. En dat kost ook geld.
Afgelopen woensdag in het duidingsdebat bleek dat er op zichzelf geen enorme weerstand lijkt te zijn voor een zesde wethouder, indien kan worden aangetoond dat dat gezien de werkdruk echt nodig is. En al zijn er over de hoogte van die werkdruk (ook binnen het college) verschillende meningen, BBE ziet de kans schoon om zijn verkiezingswens ondanks het tegengestelde advies toch mee te nemen naar de onderhandelingstafel.
Blijft wel de discussie over de 'poppetjes'. Want hoe moet zo'n zesde wethouderspost worden ingevuld? Een deel van de gemeenteraad vindt dat deze man of vrouw - ongeacht politieke kleur - van buiten moet worden gehaald (eventueel parttime) en dat daarvoor een open vacature geplaatst moet worden. Met andere woorden: een benoeming door de gemeenteraad. Daarmee zouden de beoogde coalitiepartners volgens met name de kleinere partijen ook laten zien dat de uitgesproken wens tot meer samenspraak in de raad menens is.
Maar wat wil BBE? Die gaat niet zomaar mee in een open vacature. "Als ik kijk naar de balans van de wethouders, dan zit dat nog wat scheef", aldus fractieleider Niels van den Berg. Het feit dat zijn partij met tien zetels twee wethouders zal leveren in een vijfkoppig college, terwijl de beoogde partners ChristenUnie (twee zetels), PvdA en VVD (beide vier zetels) één wethouder krijgen, is een voorbeeld van die 'scheve balans'
"Dat zit nog niet helemaal lekker", aldus Van den Berg. "Gevoelsmatig, als we kijken naar de getallen, dan hebben we misschien wel recht op drie wethouders." De BBE-leider erkent dat deze gedachte er een is van de klassieke 'machtspolitiek'. "Maar we willen het er nog wel over hebben. Dat gesprek gaat breder dan alleen de coalitie."
Overigens is de vraag of de beoogde coalitiepartners een derde BBE-wethouder willen tolereren. Aangezien VVD veelal op dezelfde lijn ligt als Burgerbelangen, zal dat met name door PvdA en ChristenUnie als een probleem worden ervaren. De stemverhoudingen in het college zijn dan immers in het voordeel van de BBE- en VVD-wethouders.