Zorgburo Maatwerk, dat eind 2016 in opspraak kwam, heeft geen fraude gepleegd. Dat blijkt uit recent vrijgekomen documenten. Het Enschedese zorgbureau, dat hulp verleende aan een zware doelgroep, zou veel meer uren hebben gedeclareerd dan er zorg was verleend. Enschede deed aangifte van fraude. Naar nu blijkt, was daar dus geen sprake van.
Maatwerk kwam in november 2016 in het nieuws nadat OZJT/Samen14, de zorgkoepel van de 14 samenwerkende Twentse gemeenten, het zorgbureau in gebreke had gesteld. Aanleiding voor die ingebrekestelling was een inval door toezichthoudende ambtenaren. Bij die zogenaamde MIA (Multidisciplinaire integrale actie) werden volgens oud-eigenaar Brian Madho onder andere computers en tachtig dossiers van cliënten meegenomen, waarin ook medische gegevens stonden.
Uit een analyse van de tot dusverre bekende gegevens blijkt dat Enschede in de eerste maanden van 2015 een aantal klachten over Maatwerk krijgt die reden zijn tot zorg. Gesprekken met de directie en medewerkers van het zorgbureau leveren naar de smaak van de ambtelijke toezichthouders te weinig op, waarna besloten wordt tot een inval.
De gemeente zelf spreekt in een latere rechtszitting van een ‘bezoek aan een aantal panden’ van het zorgbureau. Het gaat hier om die eerder genoemde Multidisciplinaire integrale actie (MIA).
De bevindingen uit de bij die inval in beslag genomen dossiers en een aantal niet nader geverifieerde verhalen van enkele oud-medewerkers zijn aanleiding om Maatwerk de wacht aan te zeggen. De Twentse zorgkoepel stelt het bedrijf in gebreke en gaat in januari 2017 over tot beëindiging van het contract. De voornaamste grief is dat het bedrijf zou hebben gefraudeerd met zorggelden.
Enschede doet aangifte van fraude. Dat blijkt onder meer tijdens een rechtszitting in januari 2017 - Maatwerk heeft een kort geding aangespannen tegen die contractbeëindiging. Maar het strafrechtelijk onderzoek naar fraude wordt half december van datzelfde jaar afgebroken. Er is geen bewijs. Dat valt onder meer op te maken uit een recente verklaring van de politiebeambte die het onderzoek naar Maatwerk leidde. De mediastorm rond de affaire is dan al geruime tijd geluwd.
De curator van Maatwerk, dat in september 2017 door de rechter failliet is verklaard, meldt in juni 2019 in zijn journaal dat de Twentse gemeenten ook het accountantsonderzoek naar fraude staken.
Hij vermeldt daarbij nog een andere onderzoeker: PwC (PricewaterhouseCoopers). Het belastingadvies- en accountantsbedrijf doet in opdracht van de Twentse gemeenten zowel Maatwerk als de accountant van het zorgbureau doorlicht. Daarover verderop in dit artikel meer.
Uit recente navraag bij het OM blijkt dat de namen van de betrokken spelers in de vermeende fraudezaak - Maatwerk, directeur Madho en de accountant van het zorgbureau - daar niet bekend zijn. Anders gezegd: de fraudezaak is nooit op het bordje van Justitie gelegd.
Madho, destijds directeur van Maatwerk, is naar eigen zeggen van die beëindigingen nooit op de hoogte gebracht.
Maatwerk beschikt over een goedgekeurde accountantsverklaring over de jaren waarin de eventuele fraude zou zijn gepleegd. En volgens de account van het zorgbureau zijn er niet teveel maar juist te weinig uren gedeclareerd.
Dat verklaart hij onder meer in de rapportage die PricewaterhouseCoopers (PwC) opstelt naar aanleiding van het onderzoek dat is gedaan. Die rapportage komt alleen nooit verder dan een conceptversie, die niet is verspreid of publiek gemaakt.
De opdrachtbevestiging voor dat PwC-onderzoek dateert van 27 maart 2017, dezelfde periode waarin Enschede aangifte van fraude tegen Maatwerk doet. De genoemde conceptrapportage verschijnt pas eind oktober 2019. Vier maanden daarvoor hebben de Twentse zorgkoepel en de gemeente Enschede het accountantsonderzoek naar Maatwerk afgebroken (zie ook afbeelding 2).
Beide is gevraagd of zij de bewuste rapportage kennen. Enschede verwees naar de Twentse zorgkoepel, OZJT/Samen14 stelde de bewuste conceptrapportage niet te kennen.
De rapportage van het PwC-onderzoek naar Maatwerk verschijnt alleen in een conceptversie, die dateert van 28 oktober 2019. Ruim tweeëneenhalf jaar nadat de opdracht voor onderzoek werd gegeven. Voor zover bekend is er geen definitieve versie van verschenen en is het concept niet publiek gemaakt.
Begin 2021 hangt het bij oud-directeur van Maatwerk Brian Madho ‘aan de deurklink’, zoals dat heet. De aangever blijft anoniem. Naar eigen zeggen ook bij Madho zelf. Madho vermoedt dat het om een interne klokkenluider gaat. Het is voor hem de eerste aanwijzing dat de fraude-onderzoeken naar Maatwerk al in 2017 (politie) en 2019 (Twentse gemeenten) zijn gestaakt.
Waarom dat conceptrapport pas zo laat is opgemaakt, is vooralsnog niet bekend.
Aanwijzingen van fraude zijn niet de enige redenen om Maatwerk aan te pakken. In hun verdediging bij het kort geding dat het zorgbureau aanspant tegen de voorgenomen contractbeëindiging voeren de Twentse gemeenten een waslijst aan tekortkomingen en dubieuze praktijken op, inclusief verklaringen van een paar oud-medewerkers.
Daarbij ging het onder meer om een gebrek aan kwaliteit onder het personeel, gesjoemel met urenbriefjes (een van de aanleidingen voor dat vermoeden van fraude) en een vervuilde woonomgeving voor cliënten.
Maatwerk verloor dat kort geding. De rechter vond dat het zorgbureau er onvoldoende in was geslaagd om hard te maken dat die aantijgingen niet klopten. Maar een deel van die tekortkomingen was ruim een maand eerder ook al door de gezondheidsinspectie geconstateerd. En deze dienst had het bureau een jaar de tijd gegeven om orde op zaken te stellen.
Dat onderzoek van de Inspectie Gezondheidszorg (IGZ) vindt eind november 2016 plaats, kort nadat de 14 Twentse gemeenten Maatwerk in gebreke hebben gesteld. Aanleiding zijn ‘signalen… ten aanzien van de leefomgeving van cliënten en de rechtmatigheid van de zorg’, zo blijkt uit de rapportage van de inspectie. Waar die signalen vandaan komen, vermeldt de inspectie niet.
Die rapportage verschijnt medio november 2016. De inspectie benoemt een aantal verbeterpunten, die voor een belangrijk deel terugkomen in het pleidooi van de Twentse gemeenten bij de rechter, maar is aanmerkelijk milder van toon.
Jawel, de administratie van Maatwerk moet beter, er moet een protocol voor medicijnverstrekking komen en er moet worden geïnvesteerd in de vakbekwaamheid van medewerkers. Maatwerk werkt, zo bevestigt de inspectie, met een bijzonder moeilijke en zware doelgroep van TBS’ers en verslaafden. Maar de situatie is niet zo ernstig dat de inspectie de rode vlaggen hijst.
De inspecteurs van de IGZ bezoeken verschillende locaties van Maatwerk, maar stellen geen vervuilde leefomgeving vast. De woningen die zij bezoeken zien er ‘schoon en opgeruimd uit’, staat in het rapport te lezen. Dat sluit aan bij weer een ander onderzoek van DNV, een bureau voor onder meer certificering van zorgorganisaties.
Op 12 december 2016 verklaart een inspecteur van dat bureau ‘dat er in de beginsituatie zeker sprake is van soms vervuilde leefomstandigheden’, maar hij voegt daar aan toe dat dat ‘zeker niet’ ernstig afwijkt van wat hem bij de doelgroep van Maatwerk bekend is.
Over onrechtmatigheden in de zorg wordt in het rapport van de IGZ in het geheel niet gerept. Beide zaken - vervuiling van leefomstandigheden en onrechtmatigheden in de zorg - waren aanleiding voor het inspectiebezoek.
Wij hebben op 15 april vragen over deze zaal gesteld aan de Twentse zorgkoepel OZJT/Samen14 en de gemeente Enschede (meegenomen in kopie), met het verzoek daar uiterlijk vrijdag 22 april op te antwoorden. De Twentse zorgkoepel liet ons vrijdag weten om privacyredenen niet op de vragen in te willen gaan.