De maand maart had de meeste zonuren sinds het begin van de metingen én het was extreem droog, met landelijk gemiddeld 14 mm neerslag tegen 53 mm normaal. In Twente viel zelfs nog minder: 10 mm. Robert de Lenne, droogtecoördinator bij Waterschap Vechtstromen, maakt zich geen zorgen om één droge maand, wél om droogte over een langere periode en de gevolgen daarvan: "Het wordt steeds moeilijker om de grondwaterstand op peil te houden."
Dat laatste heeft te maken met de verdroging, weet de geboren Saasveldenaar. "De periodes dat het droog is, duren steeds langer, maar áls er water valt, gaat het vaak hard en stromen in een stad alle tunnels onder. Daar ligt een uitdaging voor de komende jaren."
Over de gevolgen van de extreem droge maand maart maakt De Lenne zich geen zorgen: "De grondwaterstand staat op een gemiddeld niveau, zo'n 1,5 meter onder het maaiveld. Met de regen van deze week erbij, is dat prima."
Meer zorgen maakt hij zich over de langere termijn. Over wat ze bij het waterschap de 'verdroging' noemen: "Wat we in maart hadden, dat was droog weer. Er viel hier in Twente maar een paar millimeter regen, het was erg zonnig en daardoor verdampte alles wát viel ook direct weer. Toch waren de gevolgen voor de landbouw en de natuur minimaal. Die gevolgen zijn er pas als er sprake is van echte droogte, zoals we in de zomers van 2018, 2019 en 2020 hadden."
Robert de Lenne kan in eenvoudige taal over dit complexe onderwerp praten. Dat leverde hem in 2018 de titel Twentse Jonge Ambtenaar van het Jaar op: "Ik was net een jaartje aan het werk bij Vechtstromen en viel met m'n neus in de boter: in 2018 was het extreem droog en ik mocht overal aanschuiven om erover te vertellen. Kennelijk deed ik dat zo goed, dat ik die titel kreeg toebedeeld."
Wanneer slaat 'droog weer' om in 'droogte' en wordt het een probleem? "Neem de zomers van 2018, 2019 en 2020. Toen hadden we te maken met langdurige droogte en waren de gevolgen ernstig. Sommige natuurgebieden, met name hoogveengebieden zoals het Aamsveen, hebben onherstelbare schade opgelopen door de lage grondwaterstand." (zie kader)
Ooit kwamen in Nederland uitgestrekte veengebieden voor. Door veenontginning en ontwatering is daar is nog maar weinig van over. Vooral hoogveen is zeldzaam, want kwetsbaar. Hoogveen kan niet zonder regen. Er vindt op daar geen aanvoer van water van elders plaats. Wiebe Borren is hydroloog bij Natuurmonumenten: "En droogt het hoogveen uit, dan verdwijnt het en komt niet meer terug." Dat heeft nog een vervelend gevolg: "Groeiend veen legt CO2 vast. Maar bij verdroging heb je het omgekeerde effect. Dan komt er juist veel koolstofdioxide vrij." (Bron: Natuurmonumenten)
Met verdroging hebben we al langer te maken en het zal ook een uitdaging blijven, weet De Lenne: "Daarom zijn we nu overal in de regio bezig het landschap te herinrichten, zodat we meer water kunnen vasthouden. Het grootste project is genaamd 'Zoetwatervoorziening Oost-Nederland' (zie kader)."
Een maatregel die veel wordt toegepast is het dempen of verontdiepen van sloten, waardoor regenwater niet snel wordt afgevoerd, maar de tijd krijgt om te bezinken en daardoor behouden blijft voor het gebied. De Lenne: "Ook het meer laten meanderen van beken en rivieren als de Dinkel draagt daaraan bij. En in steden en dorpen het opvangen van water in regentonnen en het afkoppelen van schoon regenwater van het riool."
In Oost-Nederland hebben 107 partijen verklaard dat zij het belang inzien van het nemen van maatregelen om de gevolgen van klimaatverandering te beperken. Dit doen zij onder de naam ZON (Zoetwatervoorziening Oost-Nederland). Vechtstromen is een van de partners die samenwerken aan dit programma met onder andere provincies, gemeenten, terreinbeheerders, natuur- en milieufederaties, LTO en drinkwaterbedrijven.