De nieuwe Enschedese gemeenteraad koerst de komende weken richting een hybride bestuursmodel voor de stad. Er moet een raadsakkoord op hoofdlijnen komen voor alles waar partijen het in beginsel over eens zijn. Voor de heikele kwesties - neem de vraag of er windmolens moeten komen, en waar dan - wordt er een coalitie opgetuigd.
Die coalitie mag, als het aan grootste partij BurgerBelangen (BBE) ligt, de kleinst mogelijke meerderheid van twintig zetels tellen. Concreet komt dat neer op een coalitie van vier partijen, die bij elkaar - ook een wens van BBE - zes wethouders gaan leveren. De overige partijen konden zich in die koers vinden. Zoveel werd duidelijk uit een debat vanochtend over de betekenis van de verkiezingsuitslag voor de voorliggende raadsperiode.
Deze hybride constructie, zoals BBE hem voorstelde, is ingegeven door de lage opkomst bij de verkiezingen en de moeizame politieke samenwerking van de afgelopen vier jaar. Beide pijnpunten werden veelvuldig genoemd in de bijdragen van de dertien partijen. De zittende partijen hebben allemaal last gehad van de stekeligheden van de afgelopen vier jaar, alle zijn bezorgd over de tanende betrokkenheid van burgers bij de politiek.
“De Enschedeër moet zich weer meer verbonden gaan voelen”, zei lijsttrekker van de PvdA Yara Hümmels daarover in haar bijdrage. “Begin alsjeblieft met vertrouwen”, drukte CU-lijsttrekker Hadassa Meier haar collegaraadsleden van BBE, aan zet voor het vervolgproces, op het hart.
Diverse fracties pleitten nadrukkelijk voor grotere nadruk op de inbreng van inwoners bij belangrijke beslissingen. De een noemt het participatie, de ander spreekt over een burgerberaad. Erik Kemp, Volt-aanvoerder, sprak zelfs over loting en een vergoeding voor deelname aan zo’n beraad.
Het komt op hetzelfde neer: meer concrete inbreng van burgers bij het doorhakken van knopen, ook om te voorkomen dat die een besluiteloze politiek zwaar op de maag blijven liggen.
Niels van den Berg - demissionair wethouder, vandaag in zijn rol als fractieleider van BBE - wil die leidende rol in het vervolg dienstbaar en invullen. “Niet op basis van macht, omdat wij de grootste zijn. BBE zal dat doen met verbindend leiderschap.”
In dat verband is zijn voorstel voor een kleine coalitie van vier partijen met een minimale meerderheid interessant. Nog interessanter is dat andere voorstel van zijn partij: Enschede moet zes wethouders gaan krijgen. De voorbije vier jaar hebben geleerd dat de werklast voor vijf wethouders wel erg fors is.
Vraag rijst hoe die vier partijen zes wethoudersposten gaan verdelen. Binnen BBE zijn stemmen opgegaan voor een claim op drie wethoudersplekken. Vraag is hoe zich dat verhoudt tot die toezegging van Van den Berg de verhoudingen met de rest van de raad niet te baseren op macht maar dienstbaarheid. Hijzelf stelde na afloop van het debat nog geen beeld te hebben bij die verdeling en dat onderwerp van de gesprekken met coalitiepartners te laten.
In de wens van Van den Berg om een kleine coalitie van vier partijen ligt een niet uitgesproken voorkeur besloten. Want zoveel opties zijn er in dat geval niet. De meest voor de hand liggende is een voortzetting van de huidige coalitie, zonder D66. BBE, VVD, PvdA en CU hebben gezamenlijk precies twintig zetels en daarmee de gewenste kleinst mogelijk meerderheid.
Die PvdA daarentegen vindt een ‘brede coalitie misschien toch ook wel mooi’, stelde fractieleider Hümmels. De sociaaldemocraten zullen bij eventuele coalitiedeelname graag een wat steviger progressieve basis hebben en in met name GroenLinks een geschikte partner-in-crime zien.
Dat zou in alle samenstellingen evenwel een wat grotere meerderheid vormen dan BBE voor ogen heeft. Minimaal tweeëntwintig zetels in de samenstelling BBE, VVD, PvdA en GroenLinks. Schuift ook de CU daarbij aan, dan zijn dat er vierentwintig.
Hoe dan ook, de komende weken zullen in het teken staan van een inhoudelijke verkenning: wat willen de verschillende fracties en waarover zijn zij het eens? Over twee weken moet in grote lijnen helder zijn over welke thema’s die partijen het eens zijn. Dat vormt de basis voor een raadsakkoord.
Daarmee is dan meteen duidelijk waarover de standpunten te zeer uiteenlopen en een coalitie afspraken zal moeten gaan maken. De onderhandelingen daarover worden parallel aan de uitwerking van dat raadsakkoord opgepakt.
Uiteindelijk zullen die overgebleven - en heikele - thema’s de doorslag geven voor het antwoord op de vraag welke partijen die coalitie gaan vormen. Wat Van den Berg, maar ook de andere fractieleiders, daarbij voor ogen zal staan is het voorkomen van de tegenstellingen uit de vorige periode. Die hebben te veel tot stilstand en frustratie geleid.
Een aantal van die heikele thema’s laat zich raden. Met name de energietransitie - en dan vooral de vraag of en waar er windmolens en zonneparken moeten komen - is er een waarop de vorige coalitie geen enkele concrete progressie heeft geboekt. Het zou een wonder zijn als de raadsfracties daarover in de komende weken een vorm van overeenstemming bereiken.
Iets vergelijkbaars geldt voor de vraag hoe het verder moet met de conclusies uit het onderzoek naar de menselijke maat in de uitvoering van bijstand en Wmo. Dàt er iets moet gebeuren, vindt iedereen. Over de vraag hoe dat dan moet lopen de meningen op onderdelen flink uiteen.
Ook over veiligheid denken partijen fundamenteel anders. Weer: niet als het erom gaat dat alle Enschedeërs zich veilig moeten voelen in hun stad, maar wel over hoe dan.
De belangrijkste klus voor de raad en het aanstormende college wordt ongetwijfeld om niet te verzanden in die verschillen, maar de besluiten te nemen die goed zijn voor de stad. Over een paar weken moet duidelijk worden in welke opstelling zij dat denken te gaan doen.