De stemmen zijn geteld, de zetels verdeeld. BurgerBelangen Enschede, veruit de grootste partij, gaat het voortouw nemen in de vorming van een nieuwe coalitie. Die puzzel lijkt minder complex dan vier jaar geleden - er dienen zich verschillende opties aan om met vier partijen te besturen - maar er schuilt een addertje onder het gras.
Met achttien deelnemende partijen was de vrees groot dat de Enschedese politiek nog meer versplinterd zou raken dan ze al was. Die vrees is geen bewaarheid geworden: de gemeenteraad telt opnieuw dertien partijen. Meest opvallende verschil: de grootste partij is fors groter dan de rest. En dat maakt het in getalsmatig opzicht makkelijker om een meerderheid te vormen.
Een coalitie van de vier grootste partijen - BurgerBelangen (BBE), VVD, PvdA en GroenLinks - ligt voor de hand. Of voortzetting van de huidige coalitie van BBE, VVD, D66, PvdA en ChristenUnie (CU). Die eerste twee partijen toonden zich evenwel voorafgaand aan de verkiezingen wars van verdere samenwerking met D66. Maar ook zonder D66 heeft die ‘oude’ coalitie een minimale meerderheid van twintig zetels.
Daar komt wel een probleem bij: zowel PvdA als CU hebben nog een appeltje te schillen met de VVD. Vlak voor de verkiezingen zegden zij, met D66, het vertrouwen op in de fractie van de VVD. De liberalen zouden zich bij herhaling niet aan afspraken hebben gehouden, de maat was vol. Wil een coalitie met de VVD kans van slagen hebben, dan zullen die scherven eerst gelijmd moeten worden.
Bijzonderheid daarbij is dat BBE en VVD een bijna bloedband hebben. Zij vormden in de afgelopen periode de rechterflank van een moeizame coalitie, waarmee de liefde er alleen maar sterker op geworden is. BBE kan en wil het niet zonder de VVD, de VVD niet zonder BBE.
Die breuk met de VVD is evenwel niet zomaar gelijmd. Tot nu toe hebben de liberalen niet het minste begrip getoond voor de manoeuvre van de D66, de PvdA en CU. Zij hebben enkel met enig dédain gewezen op technisch-bestuurlijke aspecten: vertrouwen opzeggen in de fractie van een coalitiepartner maar wethouders laten zitten, is een inhoudsloos signaal; het zal wel een verkiezingsstunt wezen. Geen hand in eigen boezem, die vertrouwensbreuk is een zaak van drie muitende partijen.
Kortom: wil BBE een stabiele coalitie vormen, die ook recht doet aan de verkiezingsuitslag en waarin de grootste partijen een plek krijgen, dan zullen in elk geval de PvdA en de VVD de nodige kopjes koffie met elkaar moeten gaan drinken om de onderlinge verhoudingen recht te trekken. Daarbij zal de PvdA bij een coalitie een progressieve partij aan haar zijde willen.
Een brede middencoalitie van BBE, VVD, PvdA en CDA kan, maar het is de vraag of de sociaal-democraten in zo’n constellatie voldoende ruimte zien voor een wat progressievere agenda.
Lukt een verzoening met de VVD dan ligt een coalitie van BBE, VVD, PvdA en GroenLinks en/of CU voor de hand. Met alleen de CU - feitelijk de voortzetting van de huidige coalitie zonder D66 - heeft zo’n coalitie de minimale meerderheid van twintig zetels.
Een paarse coalitie-met-de-bijbel behoort ook tot de mogelijkheden. Met nieuwkomer Volt op de plaats van D66 komt het zeteltal op 22. Voor wat betreft de verkiezingsuitslag zou dat niet zo gek zijn: Volt kwam op twee zetels, D66 verloor er twee. Vermoedelijk als gevolg van kiezers die van de ene naar de andere overstapten.
Lukt zo’n lijmpoging tussen de PvdA en de VVD niet, dan zal BBE de - voor haar pijnlijke - mogelijkheid voor een coalitie zonder de liberalen kunnen onderzoeken. Ook dat kan - BBE, PvdA, GroenLinks en CDA - maar het is de vraag of de geel-paarse lokalen het zonder het blauw van de VVD wil doen.
Andere optie in dat geval is een coalitie over rechts van BBE, VVD, CDA, PVV en nieuwkomer Forum voor Democratie. Maar met name de laatste tak aan die boom zal stuiten op bezwaren van eigenlijk alle anderen.
De stemverhoudingen hebben, behoudens dat grote overwicht van lokale partijen, nauwelijks tot echte verschuivingen geleid. In de verhouding progressief-conservatief is de nieuwe raad een zeteltje in het voordeel van het laatste opgeschoven. Wie naar de klassieke links-rechtsverhouding kijkt - voor zover dat onderscheid nog te maken is -, ziet eenzelfde beeld.
Wat alle partijen zorgen baart is het opkomstpercentage. Slechts 45 procent van de Enschedese kiesgerechtigden heeft een stem uitgebracht. Daarmee vertegenwoordigt zelfs de grootste partij met tien zetels maar twaalf procent van de Enschedeërs. Dan past bescheidenheid.
Die tanende betrokkenheid bij de politiek is geen nieuwe tendens. Het vertrouwen in het openbaar bestuur is laag en dat tij blijkt lastig te keren. De lokale politiek heeft daarbij last van landelijke perikelen zoals de Toeslagenaffaire, maar worstelt ook intern.
Tekenend daarbij is bijvoorbeeld dat alle lijsttrekkers in het Vragenvuurtje waaraan wij hen onderwierpen aangaven dat het niveau van debatteren in de Enschedese gemeenteraad te laag is. Er wordt teveel gesteggeld over details, grote thema’s blijven liggen of worden doorgeschoven. Vraag is of zij daarbij vooral kijken naar de manier waarop andere partijen dat debat voeren of ook naar zichzelf.
Naast de bestuurlijke noten die in de komende periode moeten worden gekraakt - de woningnood, de energietransitie, de vergroening, bereikbaarheid en het nijpende armoedeprobleem in de stad, om er maar een paar te noemen - ligt er een grote taak om het vertrouwen van inwoners terug te winnen.
In de formatiebrunch die ’s daags na de verkiezingen werd gehouden in Studio Balengebouw spraken alle partijen dan ook over de noodzaak van verbinding en luisteren naar inwoners. De verhoudingen tussen politieke partijen moeten beter; de stem van Enschedeërs moet serieus worden genomen, maar er moeten ook lastige knopen worden doorgehakt.
De eensgezindheid om te doen wat het beste is voor de stad en met meer slagkracht besluiten te nemen, is groot. Of dat de komende periode ook gaat lukken, hangt onder meer af van de samenstelling van een nieuwe coalitie. En van de mate waarin de dertien verschillende raadsfracties niet alleen inwoners maar ook elkaar serieus nemen en vertrouwen.