De Wesselerbrink is al jaren één van de financieel noodlijdendere wijken van Enschede. Een aanzienlijk deel van de inwoners kunnen niet op eigen kracht rondkomen en hebben steun nodig. Gelukkig zijn er een groot aantal actie- en werkgroepen aanwezig die hulp bieden in lastige situaties. “Er was geen geld, geen eten en geen hulpverlener.”
Tijdens de afgelopen 20 jaar zijn er vele initiatieven opgericht om de hulpbehoevende inwoners van Enschede-Zuid bij te staan. Sommige bestonden al een lange tijd en anderen zijn er in de recentere jaren bijgekomen. De groepen vrijwilligers richten zich op verschillende problemen in de wijk, maar hebben een gezamenlijke doel. Mensen die in armoede leven moeten een steun in de rug krijgen.
Werkgroep Elim is één van de initiatieven die al langer meedraait. De kleine groep was zelfs al actief voordat de eerste voedselbank was gevestigd in de stad. “Ik ben daar toen al bij betrokken geweest en nu nog steeds,” vertelt de voorzitter Gerrit Beking. Samen met zo’n vijftien mensen deelt hij onder andere voedsel en kledingpakketten uit. Dit wordt gedaan uit naam van het christelijke geloof. “We willen mensen niet overvallen, maar via een tekstkaartje willen we wel laten zien dat wij dit doen uit naam van Christus. We willen kerk zijn in de wijk.”
Om in aanmerking voor zo’n pakket hoef je niet christelijk te zijn, integendeel zelfs. Elim houdt rekening met andere culturen en geloofsovertuigingen bij het samenstellen van pakketten. “Voor hindoestaanse mensen is de koe heilig, dus krijgen zij kaas die op plantbasis is samengesteld,“ vertelt Beking.
Volgens Beking komt het vaak voor dat er woningen in de wijk staan die bijna geen inrichting hebben. “Dan zijn er kranten voor de ramen geplakt om maar onzichtbaar te zijn voor de buitenwereld. Er was een moeder die een voedselpakket kreeg en deze niet kon ophalen. In zo’n geval brengen wij het pakket en ik was degene die het pakket bezorgde. Toen ik aanbelde schoof een kindje het gordijn open en zag wat ik bij me had. Die riep ‘Mama, eten!’ Daar doe je het voor wat mij betreft.”
Beking is niet de enige in de stad die kinderen uit een arm gezin een lach wilt bezorgen. Initiatief Het Fort richt zich specifiek op minimagezinnen waar kinderen in armoede opgroeien. “Twee dagen in de week komen kinderen vanuit school naar Het Fort,” vertelt vrijwilliger Gijs Pols. Door middel van activiteiten en workshops willen we die kinderen helpen groeien op verschillende vlakken. De volledige groep bij ons is tussen de acht en elf jaar oud. In tegenstelling tot de andere werkgroepen investeren wij in de sociale en culturele ontwikkeling van kinderen. We willen een kind leren dat deze bijzonder is en we willen deze de wereld laten ontdekken.”
Elim werkt onder andere samen met Het Fort en ook met de voedselbank. Gerrit Beking pleit voor het bundelen van de krachten tussen zo veel mogelijk van de initiatieven. Als het aan hem ligt worden de banden tussen de vele werkgroepen warm gehouden, zodat ze naar elkaar kunnen verwijzen als dat nodig is. Zo zou Elim bijvoorbeeld ouders van jonge kinderen kunnen introduceren bij het Fort. “Bij Elim doen we zoveel mogelijk samen. Daar hou ik van,” aldus Beking.