Het hoogbegaafdheidsonderwijs (HB-onderwijs) in heel Nederland staat onder druk. Er zijn nog iets meer dan honderd voltijd HB-scholen in het basisonderwijs, maar jaarlijks verdwijnen er een paar. Basisschool 't Schöppert in Hengelo is er daar een van. Tenzij ongeruste ouders het samenwerkingsverband (zie kader) en schoolbestuur Symbio nog op andere gedachten weten te brengen.
Eline Zeilmaker uit De Bilt is coördinator van een groep samenwerkende directeuren van voltijd HB-scholen en medeoprichter van de website hbscholen.nl. Zij deelt de zorgen van die ouders. Ze las op 1Twente.nl over de problemen in Hengelo en nam contact op. Donderdag 3 maart is ze te gast in 1Twente Vandaag, tussen 16 en 17 uur te volgen via 1Twente.nl
"De golf van recente sluitingen is het gevolg van de heersende visie binnen veel samenwerkingsverbanden (SWV’s, red.), dat onderwijs voor hoogbegaafde kinderen binnen reguliere klassen moet plaatsvinden. Teveel scholen met voltijd HB-onderwijs worden daardoor uitgefaseerd”, legt Zeilmaker uit. Met andere woorden ze stapsgewijs uitgekleed en de kinderen zijn de dupe. Basisschool ’t Schöppert in Hengelo is het zoveelste geval. Zeilmaker: “Daarom heeft een aantal directeuren van basisscholen die voltijd onderwijs voor hoogbegaafden aanbieden Loek Zonnenberg gevraagd onderzoek te doen naar het belang van voltijd HB-onderwijs. Zonnenberg is voormalig partner van adviesbureau McKinsey en Company. De conclusies spreken voor zich.”
Volgens haar toont Zonnenberg in zijn eindrapport overtuigend aan dat reguliere basisscholen, zelfs met plusvoorzieningen, niet passend zijn voor 'een zeer aanzienlijk deel van de HB-populatie en dat er een noodzaak is voor meer voltijd HB-onderwijs'. Daarnaast staat volgens de onderzoeker 'het realiseren van voldoende en kwalitatief goed passend voltijd HB-onderwijs ernstig onder druk, wat het voortbestaan van deze scholen al op korte termijn in gevaar brengt'.
De schooldirecteuren stuurden het rapport samen met een brandbrief naar de verantwoordelijke ministers (Dijkgraaf van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Wiersma van Primair en Voortgezet Onderwijs) en de Commissie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van de Tweede Kamer. In de brandbrief schetsen ze de complexe situatie van hoogbegaafde basisschoolkinderen (IQ van +130) in Nederland: "HB-kinderen uit alle bevolkingslagen lopen vast in het reguliere primair onderwijs. De verhalen zijn schrijnend: slechts 2,5% van alle kinderen is hoogbegaafd, maar van alle thuiszitters in het basisonderwijs is 25 tot 45% hoogbegaafd. Scholen met een voltijd HB-onderwijsaanbod bieden een belangrijke oplossing voor een groot deel van de hoogbegaafde kinderen. Op deze scholen is sprake van jarenlang opgebouwde kennis en expertise in het werken met deze doelgroep. Hoogbegaafde kinderen vinden hier vaak voor het eerst in hun leven een fijne plek op school. Zij ontwikkelen hier hun potentieel en bloeien op. Deze scholen voorkomen dat ze uitvallen."
In de brandbrief worden pijnlijke opmerkingen van ouders en hun hoogbegaafde kinderen uit het rapport aangehaald:
'We hebben alles geprobeerd, maar alleen voltijd HB-onderwijs werkte voor mijn kind.'
'Alleen als het kind helemaal is vastgelopen, wordt er door het SWV geacteerd. Dan is het kind al ernstig beschadigd.'
'Wanneer er geen voltijd HB-onderwijs was geweest, was mijn kind er niet meer geweest.'
'Toen mijn kind hoorde dat het op een wachtlijst stond, zei het tegen mij: "waarom leef ik eigenlijk nog? Niemand snapt mij."'
Zonnenberg komt in zijn onderzoek tot de conclusie dat regulier onderwijs, zelfs als er in zogeheten 'plusklassen' een of enkele dagdelen per week onderwijs op HB-niveau wordt aangeboden, niet dat kan bieden wat deze kinderen echt nodig hebben. Zeilmaker, ook ouder van vier hoogbegaafde kinderen, herkent dat: "Elk kind heeft recht op passend onderwijs, aan welke kant van het spectrum het ook zit. Nu is het echter zo dat er ongeveer 1 miljard euro per jaar gaat naar kinderen in het speciaal (basis)onderwijs en maar 50 miljoen naar kinderen met een IQ van 120 of hoger. En dan is die 50 miljoen nog niet eens geoormerkt, dus het komt vaak op de verkeerde plekken terecht.” Volgens Zeilmaker komt het bij de meeste SWV’s niet terecht bij het voltijd HB-onderwijs, noch bij de kinderen zelf: “Dat moet beter worden uitgezocht.”
In de brandbrief waarschuwen de schooldirecteuren ervoor dat, zolang er niets gebeurt, de problematiek van kinderen die instromen in het voltijd HB-onderwijs steeds zwaarder wordt. Zeilmaker: "Kinderen komen pas binnen als het al te laat is. Zij zijn al ernstig vastgelopen of zitten zelfs al thuis. Hoogbegaafde kinderen blijven - onder druk van de wet passend onderwijs - te vaak te lang hangen in het reguliere basisonderwijs. Dit leidt niet tot inclusief, maar tot exclusief onderwijs voor hoogbegaafde kinderen. Het onderwijs op een deel van de voltijd HB-scholen wordt daardoor steeds meer curatief van aard en dat is onnodig. Preventief voltijd HB-onderwijs kan voorkomen dat kinderen vastlopen.”
Elke regio in Nederland heeft twee samenwerkingsverbanden (SWV) passend onderwijs: één voor basisonderwijs en één voor voortgezet onderwijs. In een samenwerkingsverband werken reguliere scholen en scholen voor speciaal onderwijs samen. Zo maken zij onder andere afspraken over welke begeleiding de reguliere scholen bieden, welke leerlingen een plek krijgen in het speciaal onderwijs en hoe de ondersteuningsmiddelen worden verdeeld.
Het is volgens deze moeder van 4 hoogbegaafde kinderen geweldig dat vier schooldirecteuren hun nek hebben uitgestoken voor deze kinderen en de brandbrief hebben opgesteld: “Veel scholen opereren in een complexe bestuurlijke omgeving. Slechts ongeveer 100 van de 7000 scholen in Nederland hebben een voltijd HB-onderwijsaanbod. Dat maakt de positie van deze scholen kwetsbaar. Directeuren zijn eenvoudigweg bang voor het budget van hun eigen school. Daarom is het bemoedigend dat in ruim twee weken tijd al meer dan 30 van de 100 scholen zich achter de brief hebben geschaard. Het moet duidelijk worden dat de inclusiviteitsgedachte die in veel SWV’s de boventoon voert, leidt tot onderwijs exclusief hoogbegaafde kinderen. Dat wil niemand!”