De Enschedese gemeenteraad is er op hoofdlijnen duidelijk over: Enschede is te streng geweest in voorgaande jaren en moet menselijker omgaan met de bijstandswet en de Wmo. Dat bleek vanavond in een eerste openbare vergadering over het rapport ‘Menselijke Maat’, met de resultaten van een uitgebreid onderzoek naar de uitvoering van die wetten.
In dat rapport doet de onderzoekscommissie onder leiding van professor Gijsbert Vonk negen aanbevelingen over hoe het menselijker kan. Over de meeste daarvan zijn alle raadsfracties het eens. Verschil van mening bestaat er nog wel over onder meer de positie van de Enschedese klachtencommissaris en de vraag hoe de gemeente om zou moeten gaan met het toewijzen van uren voor huishoudelijke ondersteuning.
Opmerkelijk is verder dat de allereerste aanbeveling van die onderzoekscommissie - erken ruiterlijk dat de gemeente te streng is geweest en afstand daar afstand van heeft genomen - nu door de hele raad wordt gedragen. In een allereerste bespreking bij de presentatie van het rapport plaatsten met name de fracties uit de coalitie (BurgerBelangen, VVD, D66, de PvdA en de ChristenUnie) daar nog de nodige kanttekeningen bij.
Vraag is nog wel wie die erkenning dan precies moet doen. Veel raadsleden kijken in de eerste plaats naar het college, het college stelt - niet ten onrechte - dat de raad in meerderheid dat strenge beleid heeft gewild, inwoners hebben vooral te maken met ambtenaren die beslissingen nemen. Dat laatste is natuurlijk het belangrijkst als het om erkenning gaat, maar het laatste politieke en bestuurlijke woord is daar nog niet over gezegd.
Daar komt bij dat zowel de verantwoordelijke wethouders als verschillende raadsleden vinden dat je een belofte om af te stappen van te streng beleid ook gestand moet kunnen doen. Daarin zijn de nodige stappen gemaakt - dat erkennen ook hulporganisaties in de stad - maar dat wil niet zeggen dat zo’n nieuwe manier van werken ook voldoende is doorgedrongen tot alle geledingen van het gemeentelijke apparaat.
Die toewijzing van uren bij huishoudelijke hulp heeft in het verleden al tot flinke debatten in de gemeenteraad geleid. Lange tijd ging dat over de vraag of het voldoende was dat de gemeente van zorgaanbieders eiste dat het huis ‘schoon en leefbaar’ moest zijn, of dat er in de contracten met mensen die hulp nodig hadden ook uren vermeld moesten worden.
De gemeente was, nadat de raad daar in meerderheid voor stemde, overgestapt naar alleen dat criterium van ‘schoon en leefbaar’. Daarmee gepaard ging een zogenaamde ‘herindicatie’ alle mensen met een Wmo die recht hadden op ondersteuning in het huishouden. In de praktijk kwam dat in de meeste gevallen neer op een korting van het aantal uren huishoudelijke hulp die zij nog kregen.
Begin 2019 deed de Centrale Raad van Beroep uitspraak in een aantal zaken, onder meer afkomstig uit Enschede: de gemeente moest huishoudelijke hulp in uren uitdrukken, ‘schoon en leefbaar’ was te algemeen. Het leidde tot een wijziging van het beleid waarin bij nieuwe aanvragen ook uren werden vermeld. Maar voor de mensen die al langere tijd huishoudelijke hulp hadden, veranderde er niets. De doorgevoerde korting op hun uren, bleef in stand. Tenzij een inwoner zelf om een herziening vraagt.
De onderzoekscommissie legde in haar rapport de vinger op die zere plek: eigenlijk zou de gemeente niet moeten wachten tot een inwoner aan de bel trekt, maar de toekenning van alle Wmo’ers met een ouder recht op ondersteuning opnieuw tegen het licht moeten houden. Uit eigen beweging. Alleen dan is er zekerheid dat iedereen die recht heeft op huishoudelijke ondersteuning ook krijgt wat hem toekomt en - belangrijker - wat hij nodig heeft.
De gemeenteraad zit hiermee in haar maag. In die zin dat partijen het er wel over eens zijn dat alle inwoners recht moet worden gedaan, maar nog niet over de vraag hoe dat herstelwerk in die uren huishoudelijke ondersteuning dan precies gedaan moet worden.
Iets vergelijkbaars geldt de positie van de Enschedese klachtencommissaris. Die lokale ombudsman ligt al een flinke tijd onder vuur. De onderzoekscommissie bevestigt wat verschillende partijen in de gemeenteraad, maar ook daarbuiten, al geruime tijd roepen: dat klachtencommissariaat kan niet onafhankelijk genoeg functioneren.
De belangrijkste reden is dat die klachtencommissaris rechtstreeks onder het college - onder de burgemeester zelfs - valt. Daarmee kan ‘de baas’ invloed uitoefenen op wat er met klachten die binnenkomen gebeurt. Anders gezegd: de klachtencommissaris heeft geen macht om dingen die binnen de gemeentelijke organisatie niet goed blijken te gaan recht te zetten.
Hij kan op basis van binnenkomende klachten rapporteren en misstanden aankaarten bij het college, maar dat bepaalt uiteindelijk of daar iets mee gebeurt en wat dan. In de afgelopen jaren heeft dat een aantal keren in elk geval tot de schijn geleid dat de gemeente niets leerde van herhaalde klachten over misstanden.
Alle partijen in de gemeenteraad zijn het erover eens dat een dergelijk klachteninstituut onafhankelijk moet kunnen werken en ook een vuist kan maken als er iets mis gaat. Maar ook hier: er is geen eenduidig idee over hoe dat dan moet. Nog niet, in elk geval.
Voor de aanbevelingen die zijn gedaan om menselijker om te kunnen gaan met sociale wetten als de bijstandswet en de Wmo waar de partijen het over eens zijn, wordt nu motie opgesteld. Dat betekent dat de gemeenteraad een concrete opdracht aan burgemeester en wethouders geeft om die aanbevelingen op te volgen.
De aanbevelingen waarover nog verschil van inzicht bestaat, worden toch verder besproken met als doel er voor de gemeenteraadsverkiezingen alsnog uit te komen. Of ze worden doorgeschoven tot na die verkiezingen en een nieuwe gemeenteraad. Vraag is of dat gaat lukken.
Geen van de partijen wil de nieuwe gemeenteraad opzadelen met een ‘cadeautje waar niemand blij mee is’, zoals GroenLinks-fractieleider Hetty Wolf het verwoordde. Er komt in elk geval een uitgebreid en gedetailleerd overdrachtsdocument, waar niet aan te tornen valt, waar de nieuwe raad mee verder kan. Of: moet.
Want - en ook daar vinden de partijen elkaar - de omslag van een strenge uitvoering van wet- en regelgeving naar die zo gewenste menselijke maat is niet met een paar maanden en goede wil alleen gepiept. Ook de nieuwe gemeenteraad moet hier mee aan de slag en de vinger aan de gemeentelijke pols blijven houden.