Goede vorm en slecht ijs levert Hengelose Jade Groenewoud Nederlandse titel op
Kersvers Nederlands kampioene langebaanschaatsen voor junioren Jade Groenewoud wist dat ze een grote kans maakte op goud als ze overeind zou blijven en de snelheid die ze in zich heeft ook zou weten te vertalen naar het ijs. Maar dat de verschillen met de achtervolgers zó groot zouden zijn, verraste haar wel: “Ik ben in vorm, maar ik had daarbij ook geluk met het Groningse ijs. Dat was echt werkijs. En dat ligt mij wel.”
Bescheiden
Een dag na het behalen van haar allrountitel én drie gouden medailles plus een zilveren op de afzonderlijke afstanden, is de 17-jarige Hengelose nog altijd de bescheidenheide zelve: “Ik ben heel erg in vorm, maar het was ongetwijfeld een stuk lastiger geworden om te winnen als Evelien Vijn had meegedaan. Ze is mijn ploeggenote bij TalentNED én zou mijn grootste concurrente zijn geweest, als ze niet net nu ziek was geworden. Balen voor haar, maar ook voor mij. Het liefst heb ik iedereen er bij, bij dit soort wedstrijden. Dat maakt je alleen maar sterker.”
Werkijs
Toch had ook Vijn het moeilijk gekregen met Groenewoud in Groningen, vertelt de Hengelose een dag later: "Ik ben niet alleen erg goed in vorm, maar het Groningse ijs ligt mij ook erg goed. Het is werkijs. In Thialf bijvoorbeeld ligt veel beter ijs. Daar kun je op techniek veel verder komen. Dan ga ik in verhouding juist weer iets langzamer dan de concurrentie. Of dat met spierkacht te maken heeft? Weet ik niet. Ik weet wel dat het me op moeilijke banen altijd iets makkelijker afgaat."
'Alle coaches keken toe'
Zo was ze ook heel blij dat ze eind vorig jaar mee mocht doen aan het OKT in Thialf. Ze maakte weliswaar geen kans op tickets voor de Olympische Spelen, maar deed wel heel veel nuttige ervaring op: “De eerste rondjes die week op het ijs in Heerenveen was wel spannend. Bij mijn eerste training keken alle coaches toe. Dan heb je wel even het gevoel dat ze allemaal naar je kijken. Gelukkig kon ik dat al snel van me af zetten en weet ik dat die ervaring me straks alleen maar weer beter maakt.”
Medailles op de keukentafel
De medailles die ze zaterdag en zondag won, liggen nu nog op de keukentafel in haar ouderlijk huis in Hengelo. Straks krijgen ze een plekje op haar eigen kamer. Het is heel goed mogelijk dat die plakken over drie weken gezelschap krijgen van een of meer WK-medailles. Door haar titel heeft de scholiere (5havo op Twickel) zich geplaatst voor de wereldkampioenschappen in Innsbruck eind januari. Ook daar hoopt ze uiteraard hoge ogen te gooien.
1.500 meter favoriet
En daarna? “Ik wil ook volgend jaar nog een mooi seizoen bij de junioren meemaken en dan door naar de senioren.” Veel verder kijkt ze nu nog niet. Menig voorgangster zag haar juniorencarrière niet gevolgd worden door een mooie carrière bij de senioren. Waar ligt dat aan? “Die stap is heel erg groot. Ik hoop natuurlijk wel door te groeien. Op welke afstanden het meest? Dat worden denk ik de middenlange afstanden, met de 1.500 op plek een. Die afstand ligt me nu ook al erg goed.”
Haar tegenstanders weten dat ook en sinds afgelopen weekend weet heel schaatsminnend Nederland het: De 1.500 meter won ze in 2.01.65, bijna 3 seconden voor de nummer twee, en op de 3.000 meter eindigde de Hengelose met haar 4.15.81 bijna 12 seconden voor de nummer twee.
