Door de installatie van nieuwe regeringen in Duitsland en Nederland ontstaan goede kansen om het Nederlands-Duitse spoorproject Euregiorail te realiseren. In dat spoorproject gaat het om rechtstreekse verbindingen tussen Zwolle en Münster en Dortmund en Hengelo. De Nederlandse ambassadeur in Berlijn Ronald van Roeden op werkbezoek in de Euregio werd verzocht de nieuwe verkeersministers met elkaar in gesprek te brengen over Euregiorail.
De ambassadeur en de Nederlandse consul-generaal in Düsseldorf Peter Schuurman bezochten afgelopen week de Euregio in Glanerbrug. Tijdens het werkbezoek werd onder andere gespreken over de regionale treinverbindingen tussen beide landen.
De over een paar jaar geplande elektrificatie van het traject Münster-Gronau vormt de aanleiding om de twee rechtstreeks verbindingen tot stand te brengen. De treinen uit Dortmund en Münster rijden nu niet verder dan Enschede.
De treinverbinding tussen Münster en Enschede is één van de succesvolste ‘oversteken’ ooit. Ongeveer 10.000 mensen per dag, onder wie veel studenten, maken gebruik van deze trein.
Voor het verbeteren van de treinverbinding moet het Euregiorailproject worden uitgevoerd. Daar is aan beide kanten van de grens nationale steun voor nodig. De situatie nu is dat Noordrijn-Westfalen het project steunt, maar dat het verkeersministerie in Berlijn minder enthousiast is en terughoudend reageert.
Daarbij komt dat de Europese Commissie de zogenaamde Trans Europese Netwerken heeft herzien. Dat is een stelsel van belangrijke verkeersverbindingen in Europa die voor Europese subsidies in aanmerking komen. Het Nederlandse traject Zwolle-Enschede is in de subsidieregeling opgenomen, maar het Duitse traject Münster-Enschede niet.
Dat is ook precies de reden dat de ambassadeur in actie moet komen en de verkeersministers bij elkaar moet brengen.