Drones of liever vliegende robots. De technische ontwikkeling in Enschede gaat zo hard, dat de regelgeving, hoe kan het ook anders, achterblijft. De trend: onbemande robotsystemen die volledig zelfstandig hun taken uitvoeren. De Twentse brandweer werkt er al mee en is de pionier in Europa.
Professor Abeje Mersha van Saxion ontwikkelt samen met zijn onderzoeksgroep een vliegende robot die 24 uur, zeven dagen in de week het luchtruim kiest om crisissituaties te beoordelen en hulpverleners met hun gereedschappen de goede kant op te sturen.
Zijn onderzoeksgroep heeft contacten met universiteiten in binnen- en buitenland om de technische innovaties te vervolmaken en verder uit te bouwen. Delft, Eindhoven en niet te vergeten de Universiteit Twente doen mee evenals allerhande technische bedrijven, politie, brandweer en Rijkswaterstaat. “We ontwikkelen drones die autonoom worden ingezet voor veiligheid”, vult Mersha aan.
Enschede heeft volgens deskundigen alles in huis om dronehoofdstad van Europa te worden. Op het voormalig militair vliegveld Twente is een testcentrum voor drones ingericht en Saxion en de Universiteit Twente doen onderzoek naar acceptatie van drones door de bevolking en ontwikkelen de 'vliegende robots'. Bovendien staat de stad te springen om een onderscheidende hightech industrie die voor banen zorgt en de Twentse talenten vasthoudt. In een serie van vier afleveringen laat 1Twente zien hoe ver Enschede gevorderd is als dronehoofdstad van Europa.
Deel 2: Professor Abeje Mersha ontwikkelt autonoom vliegende robots
Autonoom is ook echt autonoom. Vergelijk het met de nieuwe generatie maaimachines die als het nodig is naar hun docking station rijden om opgeladen te worden waarna ze weer aan de slag gaan.
Mersha doet hetzelfde met zijn onbemande vliegende robot. Hij ontwikkelde een docking station ter grootte van een uit de kluiten gewassen kartonnen doos en gebruikt die als startplek, landingsplaats en oplaadstation voor de drone.
Het is niet voor niets dat hij dit jaar finalist werd voor de Prins Friso Ingenieursprijs, de meest prestigieuze prijs voor ingenieurs. Zijn autonome drone trok de aandacht. Nu is het nog zo dat als de meldkamer wordt gealarmeerd er zo’n vijftien minuten nodig is om de melding te beoordelen en de juiste diensten in te schakelen.
“De verificatie- en voorbereidingstijd is te lang. Dat kan veel korter”, aldus Mersha. Hij laat zien hoe zijn vliegende robot die is voorzien van allerlei verschillende sensoren reageert op een alarmering: het docking station opent zich, de drone vliegt naar de mogelijke crisissituatie, verzamelt informatie, stuurt die meteen naar de meldkamer waardoor razendsnel actie kan worden ondernomen. “Dit systeem kan het verschil maken tussen leven en dood.”
Het kan ook anders. Tachtig procent van de 112-meldingen zijn vals, maar omdat altijd het zekere voor het onzekere wordt genomen, rukken de hulpdiensten wel uit om vervolgens vaak tot de ontdekking te komen dat er niets aan de hand is. Een drone merkt dat meteen en zorgt er dus voor dat valse alarmmeldingen in de kiem worden gesmoord.
Mersha wijst op het belang van dergelijke systemen voor de brandweer. “Veiligheid is cruciaal en tijdafhankelijk. De dronestechniek zorgt ervoor dat de brandweer binnen een minuut alle benodigde informatie heeft en meteen kan inschatten hoe je de brand bestrijdt.”
De Twentse brandweer heeft het systeem al in gebruik en is daarmee de pionier binnen Europa.
Maar dan nog is dat gepionier beperkt door de achterlopende regelgeving. In principe is alles mogelijk, maar wordt de ontwikkeling geremd door de wet die bijvoorbeeld zegt dat drones niet autonoom mogen vliegen.
“Op dit moment heb je altijd een piloot, waarnemer en bediener van de sensors nodig”, aldus Mersha die die menselijke inzet overbodig vindt, omdat dat tijd, geld en veel inspanning kost.
Dat irriteert hem, omdat de systemen al direct toe te passen zijn. “De ontwikkelingen kunnen niet worden gestopt. Er zijn al bedrijven die aan de slag willen. We zijn aan het duwen, we lobbyen, want we willen maatschappelijke problemen oplossen.”
Zoals de klimaatproblemen, het detecteren en bestrijden van eikenprocessierupsen en forensisch onderzoek naar vermiste mensen; ‘the sky is echt niet meer de limit. Er kan al heel veel’.
Gelukkig, zegt hij, is er de testlocatie Space53 op de voormalige vliegbasis Twente. “Daar kunnen we uitgebreid testen zonder restricties, maar wat je ook nodig hebt, is praktijkervaring. Aan de hand daarvan kunnen we verbeteringen aanbrengen.”
En dat is nodig ook. Enschede wil immers Europees dronehoofdstad worden. “Onze regio is innovatief, daar moeten we gebruik van maken om onze talenten te behouden. Zo’n modulair en schaalbaar docking station met drone leidt naar spin off waardoor de talenten hier blijven.”