Zo’n zeventig nieuwe banen is de voorlopige opbrengst van de drones-industrie in Enschede. “We hebben het wegvallen van de banen van het voormalig militaire vliegbasis nog lang niet gecompenseerd”, zegt Marc Sandelowsky, directeur van Space53 en ontwikkelaar van het Drone innovatie- en testcentrum op de voormalige vliegbasis en aanjager van innovaties op het gebied van onbemande luchtvaartsystemen.
Hij gelooft heilig in de kansen die de vliegende robots ‘want dat zijn het’ aan Twente biedt en aan de werkgelegenheid die ontstaat. “Er ontstaat een nieuwe markt. Vergelijk het met de mobiele telefoons. Je hebt appjes nodig, antennes voor de verbindingen, fabrieken om ze te maken, een markt om ze af te zetten. Je moet dus een ecosysteem bouwen”, beschrijft Sandelowsky.
Enschede heeft volgens deskundigen alles in huis om dronehoofdstad van Europa te worden. Op het voormalig militair vliegveld Twente is een testcentrum voor drones ingericht en Saxion en de Universiteit Twente doen onderzoek naar acceptatie van drones door de bevolking en ontwikkelen de 'vliegende robots'. Bovendien staat de stad te springen om een onderscheidende hightech industrie die voor banen zorgt en de Twentse talenten vasthoudt. In een serie van vier afleveringen laat 1Twente zien hoe ver Enschede gevorderd is als dronehoofdstad van Europa. Deel 1: Marc Sandelowsky, directeur van Space053
Twente is sterk in innovatie en ontwikkeling; in het maken van software en data-analyses. En straks in dienstverlening. Er moeten opleidingen komen om met dronenetwerken om te gaan. “Voor inspectie en veiligheid heb je straks allerlei mensen nodig die in meldkamers werken of als boa’s dienstdoen.”
Uiteindelijk moet de nieuwe industrie over een paar jaar honderden banen opleveren. “De drones die we nu zien, gaan we niet maken, want die markt zit in Oost-Azië. Daar gaan we niet concurrerend in zijn.” Anders is het met de grote exemplaren die personen en goederen vervoeren. “Daar zijn we al heel ver mee en die kunnen we hier industrieel gaan maken.”
Sandelowsky: “Ik ben van de techniek en maakindustrie. We zijn in Nederland veel pareltjes kwijtgeraakt door verkoop aan het buitenland. Het is belangrijk voor onze kinderen om die nieuwe bedrijvigheid hier te laten ontstaan en te houden. We moeten eigenlijk weer maakindustrie hebben. Die verzorgt nog altijd 30 procent van onze export.”
Voormalig burgemeester Onno van Veldhuizen wijst op de interesse van bedrijven die zich in Enschede willen vestigen: “Er melden zich al bedrijven aan die specifiek met drones aan de gang willen.” Van Veldhuizen vindt dat Enschede de kans moet grijpen om deze high tech-industrie binnen te halen. “Dit is gewoon wat er gaat gebeuren en het gaat sneller en heftiger dan de komst van de auto. We hebben als drone-hoofdstad van Europa een agenderende rol”
Werkgelegenheid en het vasthouden van talenten zijn uiterst belangrijk bij de doorontwikkeling van drones. Maar het gaat ook om kennisautonomie. “Daar is veel in te winnen. Als we niet schakelen, importeren we alles uit China. Dat is nu al 80 procent. Over een aantal jaren vliegen twintig tot dertigduizend drones boven ons hoofd. Die verzamelen krankzinnig veel data. Wil je daar grip op hebben of laat je het aan de markt over? Aan China dus.” Sandelowsky pleit ervoor de data en technologie in eigen hand te houden.
Deskundigen zeggen dat er gevaren schuilen in het gebruik van drones van het Chinese bedrijf DJI. Ze worden onder andere door politie en Rijkswaterstaat gebruikt. Onderzoeksbureau Investico keek eens goed naar die Chinese producten en kwam tot de conclusie dat, via de app die de drones aanstuurt, mogelijkheden zijn de opgeslagen data uit te lezen. Ook zou er heimelijke software geladen kunnen worden. Zekerheid is er niet, maar het kan dus zomaar zijn dat de Chinese overheid over onze schouders meekijkt. Defensie heeft de drones van dat bedrijf inmiddels in de ban gedaan.
De betekenis van drones wordt volgens Sandelowsky ernstig onderschat. “De meeste mensen denken dat het speelgoed is waarmee je ook nog mooie foto’s of filmpjes kunt maken. Dat is een volslagen verkeerd beeld. Dat zogenaamde speelgoed is in feite de opmaat voor de robotisering van onze samenleving. “Dit wordt een apparaatje waarmee iedereen in aanraking komt.”
Geen wonder dat de Space53 met alle aangesloten bedrijven, opleidingsinstituten en overheden haast wil maken. De ontwikkeling staat niet stil, maar vertraagt wel doordat de regelgeving volgens Sandelowsky vijf jaar achterloopt. Dat is ook niet zo onlogisch, omdat luchtvaart, want daar valt de dronessector onder, zeer stringente veiligheidsregels kent.
“Vanaf dag één moet je iets maken dat aan dezelfde veiligheidseisen als een Airbus moet voldoen. Dat is ingewikkeld.” Wat nog ingewikkelder is dat de luchtvaartsector niet zit te wachten op de ontwikkeling van onbemande luchtvaartsystemen, want die bedreigen de bemande sector. “Ze zitten niet te wachten op een nieuwe partij die gebruik komt maken van het luchtruim.”
Dan is er nog zoiets als de zeer complexe luchtruimkaart van Nederland. Behalve de nabijheid van grote- en militaire vliegvelden is bevolkingsdichtheid onder de huidige regelgeving ook een beperkende factor voor het gebruik van drones. “Er kan altijd wel iets vliegen”, vat Sandelowsky samen. Om het dan nog maar niet te hebben over de acceptatie door en privacy van de inwoners van Enschede. Want wie wil nou elke minuut van de dag worden bespied of in de gaten worden gehouden?
Natuurlijk is het besef dat op het gebied van privacy, sociale ethiek als ook de juridische implicaties nog een wereld te winnen is. In Twente worden die aspecten meegenomen in de hele ontwikkeling en opzet van de dronesindustrie. Er praten psychologen en ethici mee in de projectgroepen om er vooral voor te zorgen dat de bevolking handreikingen krijgt om met de vliegende objecten om te gaan.
“Vraag is hoe we deze technologie laten bijdragen aan het welbevinden van de stad. We leggen een netwerk boven de grond aan met waarde voor de inwoners, maar zij moeten die waarde wel zien”, vindt Sandelowsky.
Hij geeft nog een voorbeeld. “Veel wordt online besteld. Daardoor rijden tientallen busjes en bussen door woonwijken om pakjes te bezorgen. Dat is ongewenst. Stel dat er een gezamenlijke bezorgdienst met drones is die de pakketten bezorgt. Kunnen we dat centraal regelen?”
De vraag stellen is ‘m beantwoorden, vindt de directeur van Space53. Hij ziet veel in zo’n collectieve dienst en infrastructuur, omdat de dronevluchten via een ‘vliegbedrijf’ gereguleerd kunnen worden. “Je meldt je vlucht aan en voorkomt dat niet iedereen een eigen drone hoeft te hebben.”
Van Veldhuizen ziet enorme kansen en bedreigingen. “Daar moet je iets mee. Het is of we auto’s ontwikkelen zonder rijbewijs, zonder wegen.” En waarom zou je met de ontwikkeling en regelgeving niet in Enschede beginnen.
“Het is nu nog een chaotische bende met veel irritatie”, omschrijft hij de regelgeving rond de drones. “Begin aan een grondwet voor de onderste luchtlaag die er nu bij komt.” Van Veldhuizen wil voorzichtig beginnen: “Je mag wel vliegen, maar drones zijn van de overheid. Je kunt ze huren. Als we dat snappen, kijken we naar de vrije markt. Uitgangspunt: Als je wilt vliegen moet je betalen.”