Het hangt erom. Een groot deel van de oppositie, zo niet de hele oppositie in de Enschedese gemeenteraad wil een onafhankelijk onderzoek naar de zaak van de Enschedese ondernemer Gertjan Ardesch. Coalitiepartijen willen dat niet of twijfelen.
De zaak Ardesch draait om het slepende conflict tussen ondernemer Gertjan Ardesch en de gemeente Enschede. Ardesch werd door de gemeente voor de rechter gesleept en raakte zo goed als alles kwijt.
Onderzoek heeft inmiddels uitgewezen dat die rechtsgang op oneigenlijke gronden heeft plaatsgehad. In de nasleep heeft de gemeente tot nu toe vastgehouden aan een alternatieve lezing die haaks staat op uitspraken van de rechter en de feiten in het dossier.
De zaak ligt gevoelig. Die alternatieve gemeentelijke lezing en de manier waarop vragen daarover van raad en pers zijn beantwoord - moeizaam, onvolledig en in strijd met dossierfeiten en het vonnis van de rechter - laten de nodige ruimte voor twijfel aan de betrouwbaarheid en behoorlijkheid van bestuur.
Om die reden reikt ‘de zaak Ardesch’ dan ook verder dan alleen het individuele belang van een Enschedese ondernemer. Tegelijkertijd wordt de kwestie daarmee politiek.
Een aantal oppositiepartijen - Enschede Anders, de PVV en de Groep Versteeg - stelt al sinds 2019 vragen aan het Enschedese college over de zaak. In de loop van dit jaar was de maat vol: het proces bleef hangen in een steekspel van vragen en vragen en antwoorden, er moest onderzoek komen. De SP, het CDA, Democratisch Platform Enschede en later ook GroenLinks sloten zich daar in mei bij aan.
Voortrekkers PVV, Enschede Anders en de Groep Versteeg zochten een onderzoeker van naam aan. Deze onderzoeker, die voorlopig nog in de luwte wil blijven, was bereid het onderzoek te doen. Voorwaarde was wel dat de raad in meerderheid zou instemmen. Alleen dan is er een garantie dat bevindingen uit zo’n onderzoek ook een vervolg krijgen.
Daar komt bij dat gedegen onderzoek de financiële draagkracht van de oppositie te boven gaat. Ook om die reden is een raadsmeerderheid gewenst.
Inmiddels lijken ook andere partijen - D66 en ChristenUnie - een onderzoek niet meteen uit te sluiten, maar wel te twijfelen over de zin van een feitenonderzoek. De rechter heeft zich over de zaak uitgesproken en een gemeenteraad moet dat niet nog eens dunnetjes over willen doen, zo is de redenatie.
“Eerst maar eens met elkaar in gesprek”, stelt D66-woordvoerder Vic van Dijk in een reactie. “Ik wil weleens horen waarom andere partijen zo’n onderzoek willen.” Van Dijk signaleert dat een aantal partijen al veel langer met de zaak bezig is. “Die hebben allicht meer informatie dan ik.”
Teneur: als er een onderzoek komt, dan naar het proces. Niet naar de feiten en niet met het doel het college eventueel op het matje te roepen. CU-fractievoorzitter Henri de Roode: “Ik merk een neiging om in de verdediging te schieten. Dat is niet goed. En het kan natuurlijk niet zo zijn dat raadsleden een Wob-verzoek moeten doen om informatie te krijgen. Ik heb er alleen geen onderzoek voor nodig om dat vast te kunnen stellen.”
Ook BurgerBelangen is niet overtuigd van de noodzaak voor onderzoek, welk onderzoek dan ook. De VVD, de partij van verantwoordlijk wethouder Jeroen Diepemaat, ziet een onderzoek helemaal niet zitten. Ook deze partijen stellen zich op het standpunt dat dit om een geschil tussen twee partijen gaat en dat raadsleden niet op de stoel van een rechter moeten gaan zitten.
Ondertussen blijven er vragen bestaan over die alternatieve lezing van het college. Over de redenen ervoor, over het ontstaan ervan en waarom hij in stand wordt gehouden. Zonder nadere onderbouwing of weerlegging van aangedragen feiten.