In een vergadering van de gemeenteraad in stadsdeel West dreigde Margriet Visser, fractievoorzitter voor Enschede Anders. gisteravond met een motie van wantrouwen aan het adres van wethouder Jurgen van Houdt. Aanleiding waren de vragen en zorgen die leven rond de vestiging van bandenrecylce-bedrijf Doornberg in de Enschedese Binnenhaven.
De gemeente heeft eind juli een conceptvergunning afgegeven voor Doornberg Recycling. In een analyse van studenten van Hogeschool Van Hall Larenstein wordt gesteld dat in dat concept niet dan wel onvoldoende rekening is gehouden met de hoofdactiviteit van de bandenverwerker: het shredderen van banden en rubber. De presentatie van dat onderzoek, leidde tot vragen bij raadsleden die toch al kritisch waren op de komst van het recyclebedrijf.
Als in de voorgestelde vergunningsvoorwaarden inderdaad onvoldoende rekening is gehouden met de vermalen van banden tot rubberkorrels, is overlast voor de omgeving zo goed als gegarandeerd. Het vermalen van rubber en banden tot korrels, is een vervuilende bezigheid die veel herrie geeft, bovendien. Behalve geur- en geluidsoverlast, is het vooral ook vrijkomend fijnstof dat politici en omwonenden zorgen baart. In een straal van zo’n vijfhonderd meter bevinden zich onder andere een middelbare school, woonwijken en speelplaatsen voor kinderen.
Zes partijen, onder wie die school, hebben formeel kanttekeningen geplaatst bij de conceptvergunning en de komst van Doornberg Recycling.
Precies die overlast, was aanleiding voor inwoners van het Gelderse Almen - waar Doornberg gevestigd was - om naar de rechter te stappen. Uiteindelijk was het de Raad van State die het bedrijf dwong te vertrekken.
Het was - zo blijkt uit reacties van aanwezige raadsleden en bewoners van het havengebied - vooral de weigering van verantwoordelijk wethouder Jurgen van Houdt om in te gaan op eerder gestelde schriftelijke vragen die wrevel wekte. Het waren er teveel en de antwoorden zouden in de ochtend bij raadsleden en pers liggen.
Het onderzoek van studenten van Van Hall Larenstein rammelt, stelde de wethouder tijdens de vergadering. Er is geen wederhoor gepleegd, behandelend ambtenaren is niets gevraagd. Ook in de schriftelijke beantwoording op raadsvragen staat de het onderzoek, naar de mening van het college niet volledig is uitgevoerd en een onjuiste voorstelling van de situatie geeft.
De wethouder wilde ook geen samenvatting van die antwoorden geven en wees op de schriftelijke beantwoording en een besloten informatiebijeenkomst voor raadsleden op 20 september. Visser wilde het onderwerp in het openbaar bespreken. “Ik zit hier voor bewoners, die vragen hebben en zich zorgen maken”, stelt Visser, die om die weigering dreigde met ‘grote politieke consequenties’, raadstaal voor een motie van wantrouwen.
Niet alleen Visser maakt zich druk, ook mederaadsleden en omwonenden zijn allerminst gerust. “Ik deel die boosheid van Visser wel”, stelt CDA-raadslid Mart van Lagen. Bewoners hebben, zo bleek uit een gesprek vanochtend, geen goed woord voor die weigering over. “Wat haalt de gemeente in zijn hoofd? Zo’n vervuilend bedrijf met zulke risico’s voor inwoners en kinderen en daar dan niks over zeggen? Ik heb er geen goed woord voor over”, zei een van hen.
In de conceptvergunning worden voorwaarden gesteld aan het shredderen van rubber en banden, maar vooralsnog maakt dat geen einde aan de onduidelijkheid en de zorgen. Onduidelijk is bijvoorbeeld of wat Doornberg in het Enschedese havengebied wil doen, afwijkt van de manier waarop het bedrijf in Almen werkte.
“De omvang van de activiteiten is in elk geval groter”, stelt CDA-raadslid Mart van Lagen. In Enschede wil Doornberg banden vermalen tot korrels die niet kleiner zijn dan drie centimeter. Dat gebeurt met een mobiele shredder, die in de buitenlucht staat. Als het nodig is, kan er een vernevelaar worden ingezet om stof te voorkomen.
Of het bedrijf in Almen ook met een vernevelaar werkte en of banden daar tot veel fijnere fragmenten werden vermalen, is niet duidelijk. Anders gezegd: als de voorgenomen activiteiten en de manier waarop die worden uitgevoerd in Enschede niet wezenlijk verschillen van die in Almen, valt een vergelijkbare mate van overlast te verwachten.
Uit de conceptvergunning valt verder op te maken dat er bij het vermalen van banden of rubber tot fragmenten die niet fijner zijn dan drie centimeter geen fijnstof in de lucht zou verdwijnen. Alleen zand in die banden kan tot stofvorming leiden, zo staat er te lezen. Om dat te verminderen, kan die vernevelaar worden ingezet.
De onderzoekers van Van Hall Larenstein adviseren het shredderen niet in de openlucht, maar binnen te doen. Met filter- en afzuigingsinstallaties. Alleen dan kan de hoeveelheid fijnstof worden gemeten. In de openlucht verdwijnt het in is dat niet mogelijk, wat betekent dat ook controle niet mogelijk is.
Uitgerekend vandaag kopt de Volkskrant een waarschuwing van de Gezondheidsraad: ’Het bewijs voor schadelijke gevolgen van ultrafijnstof stapelt zich op’. Waren er al vragen over de hoeveelheid fijnstof die vrijkomt bij het shredderen van banden in de openlucht, daar komt onzekerheid over ultrafijnstof bij.
Bij ultrafijnstof gaat het om deeltjes die kleiner zijn dan 0,1 micrometer. Dat is zo klein dat meten moeilijk is. Dat gebeurt dan ook nog niet zo lang, gestandaardiseerde meetmethoden ontbreken en er bestaan nog geen normen voor.