Het vermalen van banden, de belangrijkste activiteit van rubberverwerker Doornberg Recycling, is niet meegenomen in de beoordeling van de vergunning die Enschede het bedrijf verleende. Dat is de meest opvallende conclusie uit een onderzoek van Hogeschool Van Hall Larenstein.
Juist dat shredderen van autobanden was de reden dat Doornberg - of: Rubberverwerking Nederland B.V. - weg moest uit Almen, waar het bedrijf nu gevestigd is. De verwerking van banden tot rubbergranulaat levert zoveel overlast op, dat inwoners van het Gelderse dorp aan de noodrem trokken.
Na een hele juridische strijd was het uiteindelijk de Raad van State die de bewoners van Almen in het gelijk stelde: Doornberg moest vertrekken. De rubberverwerker vond in het Enschedese havengebied een nieuwe vestigingsplaats. Eind juli verleende Enschede het bedrijf een conceptvergunning voor die vestiging. Belanghebbenden hadden nog zes weken de gelegenheid om daarop te reageren.
Nu blijkt dat uitgerekend de activiteit die voor de meeste overlast zorgt - dat vermalen van banden tot rubbegranulaat - niet in het vergunningsvoorstel is meegenomen. “Het staat niet in de aanvraag en is dus ook niet beoordeeld”, stelden de onderzoekers van hogeschool Van Hall Larenstein afgelopen maanden bij de presentatie van hun analyse voor de commissie Omgevingsbeleid van de Enschedese gemeenteraad.
Het onderzoek naar die vergunningverlening startte in mei, in opdracht van de Enschedese gemeenteraad.
Nuancering: die hoofdactiviteit van Doornberg - het shredderen van banden - staat niet als zodanig in de vergunningaanvraag vermeld. Alleen in een bijlage bij die aanvraag gaat het over een ‘shredder- en zeefinstallatie’ om bandenmateriaal te verkleinen. Die installatie wordt buiten opgesteld, zo staat in de aanvraag te lezen.
Opmerkelijk is dat het shredderen van banden wèl prominent wordt genoemd in het concept voor de omgevingsvergunning dat dat de gemeente eind juli afgaf.
Doornberg heeft een vergunning aangevraagd voor:
Geen vergunningaanvraag voor het shredderen van banden, dus. Wèl voor opslag van banden en rubber en de recycling van metalen. Voor die activiteiten, zo stellen de onderzoekers, is alleen een beperkte milieutoets nodig. Daarin worden mogelijk niet alle effecten meegenomen van het vermalen van banden, zeker niet wanneer dat in de buitenlucht gebeurt.
Bij die effecten gaat het onder meer over geur, fijnstof en de gevolgen als er brand uitbreekt bij de bandenverwerker. Zowel in de analyse als in de presentatie wijzen de onderzoekers op locatie Bruggertstraat van het Bonhoeffercollege, zo’n zeshonderd meter verwijderd van waar Doornberg banden wil gaan vermalen.
De onderzoekers adviseren om dat shredderen van banden alleen binnen toe te staan. In een afgesloten ruimte, zo stellen zij, kan het materiaal worden natgehouden en vrijkomend fijnstof worden afgevangen. Bovendien is controle van milieunormen mogelijk; in de buitenlucht verdwijnt fijnstof en is het niet meer te traceren.
In de conceptvergunning is sprake van een mobiele shredder, die buiten wordt gebruikt.
Verschillende raadsfracties uitten eerder al bezwaren tegen de komst van de rubberverwerker. Het college en Doornberg zelf schetsen een te rooskleurig beeld, vond onder meer CDA’er Mart van Lagen. De milieurisico’s en de overlast zouden groter zijn dan werd voorgesteld, zo bleek onder meer uit onderzoek op eigen initiatief in Almen zelf.
De CDA’er heeft inmiddels, samen met Margriet Visser van Enschede Anders, vragen aan het college gesteld naar aanleiding van de ‘korte analyse van de vergunningaanvraag Rubberverwerking Nederland’. Die analyse werd op 6 september werd gepresenteerd in raadscommissie voor het omgevingsbeleid.
Doornberg was al gestart met activiteiten op het beoogde terrein in de Enschedese Binnenhaven. Tot twee keer toe werden die op last van de gemeente stilgelegd. In juli moest het bedrijf stoppen met bouwactiviteiten. Een maand later werden alle activiteiten stilgelegd, nadat bleek dat er volop banden werden aangevoerd en opgeslagen.
De maatregelen werden getroffen omdat er nog geen omgevingsvergunning voor Rubberverwerking Nederland B.V. is toegekend. De bandenvergruizelaar moet op zo kort mogelijke termijn weg uit Almen en zit op hete kolen.
De gemeente laat in een voorlopige reactie weten dat het gebruikelijk is dat er bijlagen bij vergunningsaanvragen zitten. Verder is de termijn waarbinnen belanghebbenden op de conceptvergunning konden reageren verstreken. De gemeente verwacht binnenkort definitief over de vergunning voor de bandenverwerker te beslissen.
De gemeente heeft nog niet gereageerd op onze vragen over de conclusies en aanbevelingen van de onderzoekers van Van Hall Larenstein en wat de beperkte milieutoets betekent voor de risico's van banden vermalen voor de omgeving.