Terwijl een Hengelose canon maar niet van de grond komt, is André Gilara alvast begonnen met een eigen Hengelose canon voor gebruik in de klas. De leraar aan de Anninksschool legt daarin de verbinding tussen de Nederlandse geschiedenis met die van Hengelo: "Nederland heeft z'n watersnoodrampen gehad, maar Hengelo stond vroeger ook regelmatig blank. Tijdens een wandeling langs de Drienerbeek kun je daar prachtig over vertellen."
Hij zwengelde het vorig jaar zomer, toen de landelijke canon in het nieuws was vanwege een update, al aan: tal van Twentse steden en dorpen hebben een canon, waarin hun geschiedenis aan de hand van een aantal hoofdthema's wordt verteld. En er is naast een landelijke canon ook een Overijsselse, maar Hengelo moet het nog altijd zonder stellen. Jammer, vindt de 57-jarige Gilara: "Juist over Hengelo valt zoveel te vertellen. Van Huys Hengelo, de opkomst van de metaalindustrie, de vele beken tot de wederopbouw na de oorlog. En bij vrijwel alles valt er een verbinding te maken met de Nederlandse geschiedenis."
Dat hij zich juist als Enschedeër sterk maakt voor een Hengelose canon is niet zo vreemd: de Tukker met Poolse roots staat al dertig jaar voor de klas aan de Anninksschool, de enige Montessorischool van Hengelo: "Hengelo is in al die jaren natuurlijk ook een beetje mijn stad geworden."
Nederland heeft z'n eigen canon en daaronder hebben de provincies hun canon gehangen en tal van steden en dorpen hangen daar weer onder. Hengelo kan dus simpelweg aanschuiven? Gilara: "Je maakt inderdaad gewoon gebruik van de software en de lay-out van de Canon van Nederland. Het enige dat je moet doen is je eigen vensters vullen met tekst en afbeeldingen en hem eventueel interactief maken."
Gilara beseft dat juist daarin het nodige werk gaat zitten. Hij wil best meedenken en meelezen met de opstellers, maar hij wil de kar absoluut niet trekken: "Ik sta voor de klas, ben een praktijkman. Ik ben geen historicus zoals Hans de Gruil of Marco Krijnsen, die er al veel werk in hebben zitten, maar ze mogen me altijd bellen."
Er is jaren geleden al een aanzet gegeven en volgens Hans de Gruil zijn er al 25 vensters ingevuld. Samen met onder meer Marco Krijnsen wil hij dit najaar de draad weer oppakken. De Gruil: "Door corona was het het afgelopen jaar niet mogelijk om fysiek bij elkaar te komen. Daardoor is het werk blijven liggen. Maar als ik eind september terugkom van vakantie wil ik er graag mee verder."