Enschede blijkt strenger in de handhaving van bijstandsregels dan gedoodverfde ‘bijstandshoofdstad’ Rotterdam. In de grootste havenstad van Europa wonen de meeste bijstandsgerechtigden. Ook het aantal mensen met een bijstandsuitkering per duizend inwoners is er het hoogst. Maar uit een vergelijking van de aantallen opgelegde sancties in Rotterdam en Enschede blijkt dat de voormalige textielstad daarin de lijst aanvoert.
In een NOS-artikel van 6 augustus wordt Rotterdam prominent genoemd als voorbeeld van soms te streng bijstandsbeleid. De strekking: opgelegde maatregelen en boetes voor overtreding van de regels zijn niet altijd terecht. Dat geldt niet alleen voor de havenstad. In het artikel worden ook andere steden genoemd, maar niet Enschede.
Dat is opmerkelijk omdat de grootste stad van Overijssel toch bekend staat om streng bijstandsbeleid en een relatief hoog aantal bijstandsgerechtigden. Cijfers tonen aan dat er wel degelijk reden is om Enschede in het rijtje mee te nemen.
Zo telt de stad bijvoorbeeld 51,3 bijstandsgerechtigden op de duizend inwoners. Daarmee bekleedt het plek zes op die ranglijst van Nederlandse gemeenten. Na Rotterdam, Arnhem, Amsterdam, Den Haag en Heerlen. Van dat rijtje worden alleen de grootste twee - Rotterdam en Amsterdam - in het artikel genoemd.
2019 waarover wij beschikken op een rijtje gezet. Het gaat om drie opgaven, die alle van elkaar verschillen. Let op: de bijstandswet maakt onderscheid tussen maatregelen en boetes, daarnaast leggen gemeenten waarschuwingen op. In publicaties worden de termen ‘boetes’, ‘maatregelen’ en ‘sancties’ door elkaar gebruikt. Hier gebruiken we ‘sancties’ als verzamelnaam voor boetes, maatregelen en waarschuwingen.
*
Stichting Sociaal Hart vroeg aantallen op en kreeg op 17 januari 2020 als antwoord dat er in 2019 783 maatregelen zijn opgelegd.
Op 4 februari 2020, in antwoord op eigen vragen, ging het om 819 sancties in totaal:
- 543 opgelegde maatregelen,
- 267 opgelegde boetes.
*
Volgens de laatste gemeentelijke opgave, gedaan in een schrijven aan de gemeenteraad op 8 juli 2021, zijn er in 2019 in totaal 1.111 sancties opgelegd. Het onderscheid in boetes en maatregelen wordt daarin niet gemaakt.
- 641 sancties zijn daadwerkelijk opgelegd
- in 367 gevallen is er afgezien van een sanctie
- in 103 gevallen is volstaan met een waarschuwing.
*
Wij zijn voor dit artikel uitgegaan van 543 opgelegde maatregelen, conform de opgave zoals die aan ons is gedaan. Exclusief boetes, dus.
Rotterdam telt, in absolute aantallen, 38.500 bijstandsgerechtigden. Enschede telt er 6.690. De cijfers zijn van 2019. Rotterdam legde in dat jaar ongeveer 2.400 maatregelen op voor overtredingen van bijstandsregels. In Enschede waren dat er 543. Dat cijfer is volgens een opgave van de gemeente in het kader van ons onderzoek naar armoede in de stad. Uitgedrukt in percentages van het aantal mensen met een bijstandsuitkering komt dat voor Rotterdam neer op 6,8. In Enschede is dat 8,1 procent.
Anders gezegd: in 2019 hebben in Enschede relatief meer bijstandsgerechtigden een maatregel - dat is een korting op de uitkering - gekregen dan in Rotterdam.
Een woordvoerder van de gemeente Rotterdam bevestigde dat er in die stad 727 maatregelen zijn opgelegd, zoals gemeld in het NOS-artikel. In datzelfde jaar zijn er in die stad 1.935 boetes en 696 waarschuwingen uitgedeeld. Dat zijn 3.358 sancties in totaal. Die stad telde vorig jaar 37.210 bijstandsgerechtigden. Het percentage maatregelen op het aantal mensen in de bijstand komt daarmee op 9,0 procent. In Enschede waren dat er 560 op 6.660 bijstandsgerechtigden. Dat komt neer op 8,4 procent.
*
Een vergelijking tussen 2019 en 2020 valt moeilijk te maken. Coronamaatregelen hebben een flinke invloed gehad op de hoeveelheid opgelegd sancties, met name waar het om waarschuwingen gaat.
*
In de vergelijkingscijfers van 2020 zijn zowel maatregelen als boetes en waarschuwingen meegenomen. Bij het schrijven van dit artikel was voor Enschede alleen de som van die opgelegde sancties bekend.
Enschede heeft, net als Rotterdam, in het voorbije jaar aanmerkelijk minder sancties opgelegd aan haar ‘bijstandsburgers’. Daarnaast geeft de stad sinds enige tijd bij een eerste overtreding van de regels standaard een schriftelijke waarschuwing. Dat gebeurde voorheen alleen als die overtreding de bijstandsgerechtigde aantoonbaar niet of nauwelijks te verwijten viel. In 2019 gebeurde dat in 14 van de honderd gevallen. Vorig jaar 21 keer op de honderd overtredingen.
Beide gemeenten stellen dat de daling in het aantal opgelegde sancties mede is veroorzaakt door corona. In Enschede zijn er bijvoorbeeld geen DOEN-beurzen georganiseerd. Deelname aan zo’n beurs is verplicht voor iedere bijstandsgerechtigde, tenzij die kampt met zodanige fysieke of psychische belemmeringen dat vrijwilligerswerk doen niet mogelijk is. Die verplichting was er vorig jaar niet.
Ook was het aantal contactmomenten tussen uitkeringsgerechtigden en de sociale dienst veel minder dan in voorgaande jaren. Daarmee is het bijvoorbeeld veel minder vaak voorgekomen dat bijstandsgerechtigden niet kwamen opdagen voor een afspraak, wat een reden kan zijn om een maatregel op te leggen.
In Enschede wordt in ruim dertig procent van de gevallen afgezien van het opleggen van een maatregel of boete, zo blijkt uit cijfers van de gemeente. Dat percentage is in de afgelopen tweeëneenhalf jaar gestaag gestegen, van 33 procent in 2019 naar bijna 37 procent tot en met mei van dit jaar. Er wordt, zo stelt de gemeente in een brief aan de raad, ‘in toenemende mate maatwerk geleverd, doordat iedere casus individueel wordt beoordeeld’.
Afzien van een boete of maatregel gebeurt bijvoorbeeld als er uit dat onderzoek op maat blijkt dat er geen sprake is van verwijtbaar gedrag.