Twente en textiel. Onlosmakelijk met elkaar verbonden, maar inmiddels niet meer alleen in historisch opzicht. In de regio wordt op allerlei manieren gewerkt aan een revival van de aloude textielindustrie. In het kort: oud textiel moet de grondstof worden voor nieuw.
De ambitie is groot: verschillende partijen mikken op al het oude, afgedragen en versleten goed en een fabriek in de regio waar nieuw textiel wordt gemaakt. De aanzet daarvoor is gegeven. Oud textiel wordt al gewalst of in een chemisch proces omgetoverd tot herbruikbare vezels.
In de toekomst moet dat inzamelen en opnieuw gebruiken naar een nieuw industrieel peil worden getild. Anders gezegd: het moet een serieuze omvang krijgen. Belangrijkste argument daarvoor is de duurzaamheidsgedachte: grondstoffen worden schaarser en duurder, de verbouw van katoen betekent een enorme aanslag op grond en water, de kledingindustrie is een enorme vervuiler. Alle reden dus om afgedankt of -gedragen textiel niet weg te gooien, maar opnieuw te gebruiken.
In Twente wordt elke dag meer dan tienduizend kilo textiel ingezameld. En afgeleverd bij een enorm sorteercentrum in Tubbergen, waar het met de hand wordt gescheiden. “Dat is vakwerk”, zegt Bas Assink, baas toekomstkijken bij TwenteMilieu, zoals hij het zelf omschrijft. “Wol, leer, katoen; geschikt voor kringloopwinkels of niet.” Wat niet naar Het Goed kan, wordt mechanisch of chemisch gerecycled en dienst als grondstof voor nieuw textiel.
“Er komt alleen nog altijd veel textiel in het restafval terecht”, stelt Assink. “Dat willen we eruit hebben.” TwenteMilieu deed daarom grootschalig onderzoek naar wat Twentenaren weten over textiel en het recyclen daarvan. Uit dat onderzoek blijkt dat 87 procent weet dat kleding in de textielbak mag, maar ook dat veel mensen denken dat het dan om nog draagbaar goed moet gaan.
Assink: “Veel mensen weten niet dat ook lompen, oude handdoeken en versleten beddengoed bij het textiel mag. Als het maar schoon en droog is.” Een opvallende en onverwachte uitkomst van het onderzoek is dat parttimers bewuster met afval scheiden bezig zijn dan fulltimers. “Dat hang samen met de minder verrassende uitkomst dat het voor mensen zo makkelijk mogelijk moet zijn om hun afval kwijt te kunnen.”
Dat gaat over bijvoorbeeld de bereikbaarheid van containers - in Enschede staan er vijftig, in Hengelo zo’n dertig - maar ook van de plaats waar die staan. “Nu is dat vaak bij de andere afvalcontainers, bij winkelcentra bijvoorbeeld. Maar daar zie je dat ook textiel dan inderdaad als afval wordt gezien en dan belandt er van alles in de container”, weet Assink. “Misschien moeten we textiel wel weer huis-aan-huis gaan inzamelen.”