Menselijke klok Cas Klaver had zich ten doel gesteld om in een etalage vierentwintig uur lang iedere minuut de tijd af te roepen. Na zeventien uur moest hij zijn missie beëindigen - er was gejat in het pand waar hij zijn performance uitvoerde.
Klaver, bezig met zijn eindproject aan de AKI, baalt, maar begrijpt de eigenaar volledig. “Ik had hetzelfde gedaan.” Hij is wel van plan om zijn kunststukje te herhalen.
De performance van Klaver steekt de draak met talent. “Ik profileer mezelf als iemand zonder talent en pak het volledige podium met iets dat iedereen kan.” Talent, zo stelt Klaver, is het centrum van wie we zijn - het bepaalt onze toekomst, dat wat we zijn en kunnen worden.
Mensen zonder talent die toch beroemdheid najagen, worden influencer, of iets dergelijks. Waarde heeft het niet, maar je wordt toch herkend. “Door talent aan de kant te schuiven, kan ik interessante vragen stellen.”
En dan die klok. “Tijd is iets dat wij zelf verzonnen hebben, maar ook ons enige houvast.” Klaver zet zichzelf als talentloos in de etalage met iets dat iedereen kan - iedere minuut de tijd afroepen, het klokje rond - als een drenkeling die zich dapper vastklampt aan de golven.
Die etalage suggereert een heldendaad, de performance zelf is volslagen zinloos. Klaver verzuipt vroeg of laat. Dat het al na zeventien uur zou zijn, is bijna de ultieme onderstreping van de vragen die hij op wil roepen.
Die etalage was in dit geval van PLANETART, de woonplek en het laboratorium van GOGBOT-Baas Kees de Groot.