Dat is een vraag waarop tot voor kort niemand echt het antwoord wist. Onlangs is het op een rijtje gezet. Enschede blijkt best veel te doen om problemen met lezen en schrijven te voorkomen of te beperken. Met die inzet is bijna 10 miljoen euro gemoeid. De effecten zijn nog maar gedeeltelijk bekend.
Dat een volledig beeld ontbrak, komt omdat de verschillende initiatieven en activiteiten rond lezen, schrijven en taal zijn verdeeld over diverse beleidsterreinen. Ook het beschikbare geld komt uit allerlei potjes - van het rijk, van fondsen en van de gemeente.
Nu ligt er dan een totaaloverzicht: ‘Samen optrekken, uitvoeringsprogramma laaggeletterdheid’. Dat is gedaan omdat D66, de PvdA en het CDA daar om vroegen. Verschillende partijen uit de Enschedese gemeenteraad vragen al geruime tijd aandacht voor problemen rond lezen en schrijven. Wie moeite heeft met taal, sluit veel minder makkelijk aan bij de rest van de samenleving. En bijna een kwart van de Enschedese bevolking is laaggeletterd.
Bij een taalniveau lager dan dat aan het einde van VMBO/MBO-2 wordt gesproken van laaggeletterdheid. Dat is de landelijke definitie zoals de minister die hanteert.
In Enschede geldt diezelfde definitie, met de kanttekening dat het in de plannen vooral gaat om de vraag of het lage taalniveau mensen ook echt belemmert. Is dat het geval, dan moet er ondersteuning zijn.
65% van de mensen met dat taalniveau is van Nederlandse afkomst
57% van alle laaggeletterden heeft een betaalde baan
22% van de Nederlanders heeft moeite met digitale vaardigheden, laaggeletterden overkomt dat drie keer vaker en makkelijker
Enschede behoort daarmee tot de landelijke top drie. Het is de echo van het textielverleden, waardoor de stad van oudsher veel arbeiders aantrok. Ook uit het buitenland. Zoals we in ons onderzoek naar armoede ook hebben laten zien, heeft de stad zich nooit echt aan dat verleden ontworsteld, in tegenstelling tot andere steden. Een heel belangrijke reden daarvoor is haar ligging - er is geen echte aansluiting met economische hotspots, Enschede moet het zelf doen.
Niet goed kunnen lezen en schrijven betekent minder goed mee kunnen doen. Veel mensen hebben daarbij - of daardoor - ook moeite met digitale communicatiemiddelen als computers en internet. Als dat voor een flink deel van de bevolking zo is, heeft dat effect op hoe het met de stad gaat. En kinderen uit gezinnen waarbij een of beide ouders moeite hebben, lopen eerder achterstanden op. De behoefte aan een plan om dat zoveel mogelijk te voorkomen is dus groot.
Het Enschedese plan heeft iets van een lappendeken, waaraan een bonte verzameling organisaties en instellingen bijdragen leveren. Dat zijn scholen, de bibliotheek, welzijnsorganisatie Alifa, Power, interculturele vrouwenclub SIVE, vrijwilligerscentrale M-Pact en verschillende werkgevers. Zij draaien projecten voor kinderen, pubers, jong-volwassenen, volwassenen en mensen met een niet-Nederlandse afkomst.
Wat al die activiteiten opleveren, valt moeilijk te zeggen. Eén van de aandachtspunten in het plan is dan ook om dat beter te kunnen meten. Nu liggen er vooral wat algemene landelijke cijfers, op lokaal niveau worden hier en daar deelnemersaantallen bijgehouden, soms wordt deelnemers gevraagd wat zij van een programma vinden en of het hen helpt. Uit die landelijke cijfers blijkt dat Enschedese kinderen minder goed begrijpend lezen dan landelijk gemiddeld. Technisch lezen en spelling gaan weer beter dan gemiddeld.
Al die activiteiten zijn nu in een overzicht gezet. De eerste aanzet tot een samenhangend plan is gegeven. De nieuwe Bewonersadviesraad Sociaal Domein heeft er een allereerste advies bij gegeven. Het is nu aan de gemeenteraad om te bekijken of er iets moet veranderen.