Enschedeërs die beroep doen op ondersteuning in het huishouden, moeten straks zelf op zoek naar een oplossing voor het strijken van hun bovenkleding.
Althans, dat is het voorstel van het college van B en W. Door de gratis strijkservice af te schaffen, wil de gemeente invulling geven aan de doelstelling om jaarlijks een half miljoen op de huishoudelijke hulp te besparen.
De opdracht om 500.000 euro op de thuiszorg te besparen heeft de gemeenteraad het college al bijna twee jaar geleden opgelegd. Een bezuiniging van deze omvang, kan alleen door te korten op het aantal uren ondersteuning of de dienstverlening te versoberen. Zo is het college uitgekomen bij de strijkvoorziening.
Ruim 1600 inwoners krijgen via de Wmo een vergoeding voor het strijken van de bovenkleding. Als de gemeenteraad akkoord gaat met het voorstel van het college, dan komen daar geen nieuwe strijkvergoedingen meer bij. Wie de kleding gestreken wil hebben, moet dan dus zelf extra daarvoor betalen.
Op dit moment ontvangen zo'n 5600 Enschedeërs op basis van de Wmo hulp in het huishouden. Daarmee is een totaalbedrag van 16 miljoen euro gemoeid.
Cliënten met een zorgindicatie voor onbepaalde tijd kunnen tot hun overlijden of verhuizing naar een verpleeghuis van de strijkservice gebruik blijven maken. De verwachting is dat de totale bezuiniging in 2023 wordt gerealiseerd.
Behalve de bezuiniging bekijkt de gemeente Enschede ook welke mogelijkheden er zijn om de thuiszorg anders in te richten. Er wordt gedacht aan een zogeheten wijkgerichte aanpak.
Bij wijkgerichte thuiszorg worden één of meerdere aanbieders verantwoordelijk voor de thuishulp in een bepaalde wijk of stadsdeel. De bedoeling is dat de thuishulpen ook zo veel mogelijk in dezelfde buurt wonen, zodat er geen grote afstanden afgelegd hoeven te worden.
Een wijkgerichte aanpak zou vanaf 1 januari 2023 al de realiteit kunnen zijn. Om tot de nieuwe invulling van thuiszorg te komen, moeten er wel nieuwe contractafspraken worden gemaakt met de thuiszorgaanbieders. De gemeente Enschede zal in dat geval geen gezamenlijke aanbesteding meer doen met de elf andere Twentse gemeenten die in het huidige contract zitten.