De tweede Oetlegger ging deze week over Twentismen. Twentse woorden of gezegden die een Nederlandse vertaling kregen. Eline zocht en vond er tientallen. Juf Adrie kwam met een nieuwe quiz met drie nieuwe Twentse woorden, gerelateerd aan de Oetlegger. Ernst Bergboer ging naar de museumfabriek en kreeg het verhaal te horen van de centsprenten. En Eline Harleman ging de straat op met het Twents woord van de week: nöttelig.
Twentismen zijn woorden of zinnen die eigenlijk Twents zijn, maar gebruikt worden in het Nederlands. Twentse ouders wouden in de 20e eeuw hun kinderen in het Nederlands opvoeden, hierdoor werden Twentse woorden en gezegden op merkwaardige wijze vertaald. Deze zinnen of woorden zijn het Twentismen. Neem het woord ‘soppen’, een puur Twents woord dat ‘vies maken’ betekent in de zin van ‘zit niet zo te soppen’. Correct Nederlands is het niet, maar een mooie uiting van ons taalgebruik is het wel.
Veel Twentenaren weten niet dat dit puur Twents is. Als je deze zinnen of woorden in het westen zou gebruiken, krijg je waarschijnlijk te horen “Dat is geen Algemeen Beschaafd Nederlands”. Het enige goede antwoord op die opmerking kan alleen maar zijn: ‘Laat ons maar geworden’. En ja dat is ook een Twentisme.