Rudi Bakker, oud-directeur van S.E. Fireworks, stelt dat het ministerie van Verkeer en Waterstaat in zijn strafzaak bewust stukken heeft achtergehouden die hem zouden hebben vrijgesproken. Hij deed die uitspraak in 1Twente Vandaag, op basis van vorige week vrijgekomen documenten.
Die documenten - op basis van een uitspraak van de raad van State na een Wob-verzoek aan hem verstrekt - tonen aan dat er grote problemen waren rond de classificatie van vuurwerk. Problemen die niet konden en mochten worden opgelost door importeurs, zoals S.E. Fireworks.
Eenvoudig gesteld: Bakker en toenmalig collega-directeur Willy Pater moesten afgaan op wat de fabrikant over de zwaarte van het vuurwerk dat zij bestelden zei. Bij de betrokken ministeries was in elk geval al heel snel na de ramp bekend dat die beoordeling vaak niet klopte. Sterker: Verkeer en Waterstaat adviseerde alle betrokken instanties om alle vuurwerk voor de zekerheid te behandelen als zijnde van de zwaarste soort. Dat is: massa-explosief.
Bakker en Pater - of welke anders importeur dan ook - wisten niet wat zij feitelijk importeerden of wat zij in opslag hadden en konden dat ook niet weten. Daarbij hadden zij de middelen noch de bevoegdheid om te controleren of wat de fabrikant daarover beweerde klopte. Dat legt, zo stelt Bakker, een bom onder de verantwoordelijkheid die zij droegen voor de aanklacht: er lag teveel en te zwaar vuurwerk bij S.E. Fireworks.
In het onderzoek naar de strafzaak rond de vuurwerkdirecteuren is gepoogd informatie te krijgen bij betrokken ministeries. Dat is niet gelukt. Er zou geen informatie beschikbaar zijn. Uit de nu vrijgegeven documenten blijkt het tegendeel. Verkeer en Waterstaat wist dat vuurwerkclassificaties niet deugden en alleen bedoeld waren voor het transport van vuurwerk, niet voor de opslag ervan. Het ministerie constateerde ook dat importeurs daar geen verantwoordelijkheid of taak in hadden.
De gevraagde informatie in de strafzaak kwam evenwel niet boven tafel. Pater en Bakker werd verweten dat zij hadden kunnen en moeten weten dat het vuurwerk in de bunkers en containers bij S.E. Fireworks te zwaar, teveel en te risicovol was, zo oordeelde de rechter, en kregen een jaar gevangenisstraf. Dat oordeel - zo stelt Bakker - was heel anders uitgevallen als de rechter had kunnen beschikken over de documenten die nu zijn vrijgekomen. Die stammen allemaal uit 2000 en 2001, ruim voordat de strafzaak van start ging.
Bakker, die altijd heeft ontkend dat er teveel en te zwaar vuurwerk bij S.E. Fireworks lag, kwam de documenten op het spoor na een tip van een beleidsmedewerker bij het Openbaar Ministerie. In zijn naspeuringen stuitte hij onder meer op een scriptie uit 2010, geschreven naar aanleiding van deze stukken. In 2018 deed hij een Wob-verzoek. Pas na een lange weg van verschillende rechtszaken, wist hij uiteindelijk bij de hoogste bestuursrechter zijn gelijk te halen en heeft het ministerie de gevraagde informatie alsnog geleverd.
Overigens vormen deze documenten niet het enige bewijs dat Bakker aandraagt om de stelling van teveel en te zwaar vuurwerk te ontkrachten. Hij bewaart nog altijd de voorraadadministratie van S.E. Fireworks, die is bijgewerkt tot en met vrijdag 12 mei 2000 - dat dag voor de ramp. De gegevens daaruit zijn nooit meegenomen in het officiële onderzoek naar die voorraad. De in de rechtszaak gehanteerde voorraad is louter gebaseerd op berekeningen van TNO op basis van de heftigheid van de explosies, de verschijnselen daarvan en de krater die was geslagen.
Van de voorraadadministratie van Bakker werd aanvankelijk gezegd dat hij verloren was gegaan bij de ramp, ofschoon hij kort na de ramp in beslag was genomen bij De Jong en Laan, de boekhouder van S.E. Fireworks. Later vond het OM die administratie niet betrouwbaar, waarna onderzoek door TNO volgde.
Bij de resultaten van dat onderzoek werden, ook destijds al, vraagtekens geplaatst. Zo zou die krater een verzakking zijn, veroorzaakt doordat zich op die plek in vroeger tijden een kelder bevond, bedoeld voor de opslag van kolen. Was het een krater geweest, zo stellen deskundigen, dan waren de betonnen platen op die plek verpulverd geweest, niet gebarsten, zoals het geval was. Zij stellen dat onder meer op basis van onderzoek in Culemborg, waar zich in 1991 een vergelijkbare explosie bij een vergelijkbaar vuurwerkbedrijf voordeed.
S.E. Fireworks had een vergunning voor 158 ton. Er lag 118, stelt Bakker. “Elk stukje vuurwerk was bekend bij de instanties.”