Hij heeft wel iets weg van Charles Lee Ray, kortweg Chucky, de moordlustige pop die centraal stond in diverse horrorfilms. Maar verder gaat de vergelijking dan ook niet, omdat robot Zeno, want zo heet ie, vier maanden lang zelfstandig met basisschoolleerlingen werkte. Hij hielp ook autistische kinderen een stapje verder. “Hij werkt”, constateren onderzoekers Daniel Davison en Bob Schadenberg.
Beide onderzoekers promoveren vrijdag op hun onderzoek over de werking van robot Zeno op het leergedrag van kinderen. UT-onderzoeker Davison keek vooral naar zijn zelfstandig werkende robot in een klas met basisschoolkinderen. “Normaal gesproken hebben we korte sessies met een robot en kinderen waarbij de onderzoeker ook aanwezig is. Maar wat gebeurt er als de onderzoeker weg gaat en de robot zelfstandig met die kinderen aan de slag gaat?”
Nou, dat viel niet tegen, ontdekte Davison. De kinderen voerden proefjes uit met een weegschaal en verschillende gewichten. Zeno stond erbij, begeleidde de leerlingen en stelde vragen. En hield ook nog eens de vorderingen van de kinderen bij, zodat hij kon variëren met de opgaven. “Leerkrachten vroegen mij: Gaat deze robot mij vervangen? Nee, absoluut niet. Een robot kan een toegevoegde waarde hebben. Hij is een nieuw digitaal middel in het klaslokaal die kan ingezet worden door de leerkracht.”
Een van zijn conclusies: “Kinderen hebben iets aan de sociale aanwezigheid van de robot. Ze leren met hem beter redeneren.”
Wat wil je ook met Zeno die kan dansen, zwaaien en emoties als verbazing, boosheid, verdriet kan tonen. Het zijn juist die eigenschappen van de robot die Bob Schadenberg gebruikte voor zijn onderzoek naar de therapeutische mogelijkheden van Zeno voor autistische kinderen. “Zeno werd meegegeven aan een therapeut. Hij leerde kinderen hoe ze emoties moeten herkennen. Kijk naar z’n gezicht en kijk wat ie voelt, dat is wat deze kinderen moeten leren.”
Autistische kinderen hebben daar moeite mee. De kinderen, die met de robot te maken kregen, zitten op het speciaal onderwijs, hebben een geestelijke beperking en moeite met het gebruik van taal. “Ze hebben moeite om mensen in het gezicht te kijken en vinden het moeilijk emoties te herkennen”, vertelt Schadenberg.
Wat bleek? De kinderen hadden geen moeite om de robot aan te kijken en zijn emoties te zien. “De robot was voor hen voorspelbaar. Zeno is dus gereedschap dat de therapeut kan inzetten, waarmee de vaardigheden van de kinderen uitgebouwd kunnen worden.”