“Een droevige primeur”, noemde Onno van Veldhuizen de boete van zes ton die de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) zijn stad oplegde voor het gebruik van wifi-tracking voor het meten van bezoekersaantallen in de binnenstad. De Enschedese burgemeester stelde in een ingelast persgesprek de discussie rond privacy een heel belangrijke te vinden, maar vindt de opgelegde boete onterecht, buitenproportioneel en niet effectief.
De beslissing van de AP is gebaseerd op een omvangrijke technische en juridische afweging, zo stelde Van Veldhuizen. Het boetebesluit telt 58 pagina’s. Kern van zowel dat besluit als het verweer van de gemeente gaat over de vraag in hoeverre het de stad verweten kan worden dat er niet helemaal volgens de privacyregels gehandeld is.
De AP stelt dat het systeem dat Enschede tot mei vorig jaar gebruikte niet waterdicht is. De privacywaakhond benoemt drie manieren waarop het gekraakt kan worden, waardoor individuele bezoekers gevolgd zouden kunnen worden. De gemeente bestrijdt en. bestreed dat. Destijds bij monde van toenmalig wethouder Eelco Eerenberg, die rond de ingebruikname van het systeem de gemeenteraad geruststelde met de woorden: “Wij kunnen niet traceren, al zouden we willen.”
Nu plaatst Van Veldhuizen dezelfde vraagtekens bij die stelling van de AP. “De AP zegt dat het systeem lek is, maar toont dat niet aan. Volgens ons is dat niet zo. We kunnen niet, of bijna niet, traceren.” Maar ook als de gemeente daarin ongelijk zou hebben, vindt de burgemeester een boete niet terecht. “Zeker niet zo’n hoge boete. Als er al een lek in het systeem zit, is het bovendien de vraag in hoeverre het de gemeente verweten kan worden.”
Volgens Van Veldhuizen is er bij de invoering en nadat de privacyregels veranderden contact geweest met de AP om te checken of Enschede binnen de wettelijke kaders bleef. Bij invoering was dat het geval, bij het latere contact, toen in 2018 de AVG werd ingevoerd, hield de AP zich op de vlakte. Er liep een procedure en het controleorgaan wilde de uitkomsten daarvan afwachten.
Enschede vroeg extern advies en maakte de inschatting dat de digitale tellingen van bezoekers aan de binnenstad kosher was. Ondanks vragen en waarschuwende geluiden vanuit de gemeenteraad en het feit dat andere steden ophielden met het traceren en tellen van wifi-signalen van mobiele telefoons. Nooit met de intentie om individuele bezoekers te kunnen of te willen traceren, benadrukte Van Veldhuizen herhaaldelijk. Of met ook maar het idee dat dat zou kunnen.
De AP heeft daar allemaal geen boodschap aan. Die oordeelt dat gegevens onvoldoende zijn afgeschermd - ongeacht de intenties - en heeft de stad nu de wettelijk voorgeschreven boete opgelegd. “Daderschap is verwijtbaarheid”, stelde Van Veldhuizen. “Bewijs zelf maar dat het niet zo is.” De vergelijking met een boete voor een bijstandsgerechtigde dringt zich op: ook dan gaat het vaak niet om de vraag of de ‘dader’ met opzet fout handelde, maar wordt simpelweg de wettelijke sanctie toegepast.
Privacy is een nieuw thema in het maatschappelijk debat. Technisch kan er veel, maar niet alles is wenselijk. Gemeenten en andere organisaties opereren in een grijs gebied, waarin die grenzen niet altijd even duidelijk zijn. Van Veldhuizen vraagt zich hardop af of deze beslissing van de AP ons daarin verder helpt. Behalve Enschede zijn er nog enkele tientallen gemeenten die gebruik maken van wifi-tracking om bezoekersaantallen in hun binnenstad te monitoren.
Hoe dan ook: Enschede heeft inderdaad een primeur. Het is voor het eerst dat een lokale overheid om deze reden op de vingers wordt getikt.